22 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 oktober 1987 betreffende de subsidieregeling van projecten inzake de maatschappelijke emancipatie van de vrouw.
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 6 van het koninklijk besluit van 27 oktober 1987 betreffende de subsidieregeling van projecten inzake de maatschappelijke emancipatie van de vrouw, worden de woorden "uiterlijk drie maand vóór de aanvangsdatum van het project ingediend worden en" ingevoegd tussen de woorden "Deze aanvraag moet" en de woorden "vergezeld zijn van".
Art.2. Artikel 7, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
"Onder geen enkele voorwaarde kunnen vervoerkosten voor subsidiëring in aanmerking komen.".
Art.3. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "in drievoud" worden ingevoegd tussen de woorden "werkingsverslag" en "en een financieel verslag";
2° de woorden "in tweevoud" tussen de woorden "financieel verslag" en "overmaken aan";
3° de woorden "Minister of Staatssecretaris die de Maatschappelijke Emancipatie in zijn bevoegdheid heeft" worden vervangen door de woorden "Dienst gelijke kansen van het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid".
Art.4. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden "wordt zestig procent van de toegezegde subsidies aan de indienende organisatie uitgekeerd" vervangen door de woorden "wordt een eerste voorschot van vijftig procent van de toegezegde subsidies aan de indienende organisatie uitgekeerd. Een tweede voorschot van dertig procent zal aan de indienende organisatie worden uitgekeerd na het indienen van de bewijsstukken voor het reeds ontvangen voorschot".
Art.5. Een artikel 9bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
"Art. 9bis. Het laattijdig indienen van de in artikel 8 gevraagde stukken kan leiden tot het niet betalen van het saldo en eventueel tot de terugvordering van reeds uitbetaalde voorschotten.".
Art.6. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1999 en is van toepassing op de projecten waarvoor de beslissingen tot subsidiëring genomen zijn na 31 december 1998.
Voor de projecten waarvoor de beslissing genomen werd vóór deze datum blijft de regelgeving onverminderd van kracht zoals deze bestond op het moment van de beslissing tot subsidiëring.
Art. 7. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 maart 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen,
Mevr. M. SMET