Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

12 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 30, 83, 90 en 130 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 30 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 december 1993, 30 juli 1994 en 22 november 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A) het derde lid, 1°, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "1° de aanwezigheid onder de wapens wegens oproeping of wederoproeping, de dienst als gewetensbezwaarde, de hechtenis, de gevangenzetting of de werkverhindering wegens overmacht;";
  B) het derde lid, 3°, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "3° de uitoefening gedurende een periode van ten minste zes maanden van een beroep waardoor de werknemer niet onder de sociale zekerheid, sector werkloosheid, valt; die verlenging mag niet meer dan negen jaar bedragen;".

Art.2. In artikel 83 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 juni 1992, 14 september 1992, 2 oktober 1992, 21 december 1992, 10 mei 1994, 12 augustus 1994, 22 november 1995, 28 november 1996 en 8 augustus 1997, wordt een § 5bis ingevoegd, luidend als volgt :
  "§ 5bis. Indien de werkloze op het ogenblik dat de schorsing uitwerking zou moeten hebben, vrijstelling geniet in toepassing van artikel 93, dan heeft de schorsing slechts uitwerking op het einde van de periodes van vrijstelling in toepassing van dit artikel.".

Art.3. In artikel 90 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 juni 1992, 12 augustus 1994, 31 januari 1995 en 22 november 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A) § 1 wordt aangevuld met het volgende lid :
  "In afwijking van het eerste lid, 2°, kan de vrijstelling toegekend worden aan de werkloze die een verwittiging ontvangen heeft, indien voldaan wordt aan één van de hiernavermelde voorwaarden :
  1° de verwittiging werd gevolgd door een volledig gegrond verklaard beroep of de schorsing nam een einde in toepassing van artikel 85;
  2° de uitwerking van de schorsing is tijdelijk opgehouden in toepassing van artikel 84; in dit geval kan de vrijstelling niet leiden tot de toekenning van het voordeel voorzien in artikel 83, § 3.";
  B) § 2, vierde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "De samengevoegde duur van de periodes van vrijstelling toegekend op de grond van dit artikel voor één of meerdere redenen, mag evenwel 72 maanden niet overschrijden.".

Art.4. Artikel 130, § 1, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 juni 1992, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "2° een mandaat uitoefent in de zin van artikel 49, of een onvolledig pensioen ingevolge de uitoefening van dergelijk mandaat geniet;".

Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 12 maart 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
  Mevr. M. SMET