Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

9 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1977 betreffende de voorwaarden en modaliteiten van de erkenning van havenarbeiders in het Antwerpse havengebied. - (NOTA : Vernietigd door het arrest nr 83345 van de Raad van State van 8 november 1999; zie B.S. 25-01-2000, p. 2231)



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1977011001 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. <Zie NOTA onder TITEL> In het koninklijk besluit van 10 januari 1977 betreffende de voorwaarden en modaliteiten van de erkenning van havenarbeiders in het Antwerpse havengebied, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 september 1980, wordt een nieuw artikel 1bis ingevoegd, luidend als volgt :
  "Art. 1bis. De havenarbeiders zijn ingedeeld, hetzij in het "algemeen contingent", hetzij in het "aanvullend contingent".".

Art.2. <Zie NOTA onder TITEL> In artikel 3 van het bovenvermelde koninklijk besluit van 10 januari 1977, wordt de eerste zin van § 1 vervangen door de volgende bepaling :
  "§ 1. A. Voor de erkenning als havenarbeider van het algemeen contingent, komt in aanmerking, de werknemer die aan de volgende voorwaarden voldoet :".

Art.3. <Zie NOTA onder TITEL> In artikel 3 van het bovenvermelde koninklijk besluit van 10 januari 1977, wordt na de bepalingen van § 1, A, de volgende bepaling ingevoegd :
  "§ 1. B. Onverminderd de voorwaarden die gelden voor de erkenning als havenarbeider van het algemeen contingent, dienen de gegadigden voor de erkenning als havenarbeider van het aanvullend contingent, te voldoen aan de specifieke voorwaarden die gesteld worden door de werkgever, ressorterende onder het paritair subcomité, die een arbeidsovereenkomst voorstelt.".

Art.4. <Zie NOTA onder TITEL> In artikel 3 van het bovenvermelde koninklijk besluit van 10 januari 1977, wordt het bepaalde in § 2, vervangen door de volgende bepaling :
  "§ 2. Het paritair subcomité beslist over de erkenning, rekening gehouden met de behoefte aan arbeidskrachten in het algemeen contingent en in het aanvullend contingent.".

Art.5. <Zie NOTA onder TITEL> In artikel 5 van het bovenvermelde koninklijk besluit van 10 januari 1977, wordt de eerste zin vervangen door de volgende bepaling :
  "§ 1. Het paritair subcomité kan de erkenning als havenarbeider van het algemeen contingent intrekken door toedoen van een paritair samengestelde administratieve commissie die in haar schoot wordt opgericht.".

Art.6. <Zie NOTA onder TITEL> In fine van artikel 5 van het bovenvermelde koninklijk besluit van 10 januari 1977, wordt een nieuwe § 2 ingevoegd luidend als volgt :
  "§ 2. Het paritair subcomité kan daarenboven de erkenning als havenarbeider van het aanvullend contingent intrekken, wanneer belanghebbende zich schuldig heeft gemaakt aan een ernstige tekortkoming, waardoor de verdere samenwerking tussen hemzelf en het havenbedrijf in zijn geheel onmiddellijk en definitief onmogelijk wordt.".

Art.7. <Zie NOTA onder TITEL> In artikel 5bis van het bovenvermelde koninklijk besluit van 10 januari 1977, zoals ingevoegd bij het koninklijk besluit van 30 september 1980, wordt de eerste zin vervangen door de volgende bepaling :
  "Art. 5bis. De erkenning als havenarbeider van het algemeen contingent kan geschorst worden door de administratieve commissie opgericht bij artikel 5 van dit besluit.".

Art.8. <Zie NOTA onder TITEL> In artikel 5ter van het bovenvermelde koninklijk besluit van 10 januari 1977, zoals ingevoegd bij het koninklijk besluit van 30 september 1980, wordt de eerste zin vervangen door de volgende bepaling :
  "Art. 5ter. De erkenning als havenarbeider van het algemeen of van het aanvullend contingent vervalt :".

Art.9. <Zie NOTA onder TITEL> In artikel 5ter van het bovenvermelde koninklijk besluit van 10 januari 1977, zoals ingevoegd bij het koninklijk besluit van 30 september 1980, wordt een nieuwe bepaling ingevoegd luidend als volgt :
  "Artikel 5ter. De erkenning als havenarbeider van het aanvullend contingent vervalt bovendien wanneer een einde komt aan de arbeidsovereenkomst die hem bindt met een werkgever die ressorteert onder het paritair subcomité.".

Art.10. <Zie NOTA onder TITEL> Dit besluit treedt in werking op 1 april 1999.

Art. 11. <Zie NOTA onder TITEL> Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 9 maart 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
  Mevr. M. SMET