25 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit betreffende de verkiezingen van de comités voor preventie en bescherming op het werk in de mijnen, de graverijen en de ondergrondse groeven.
Art. 1-6
Artikel 1. Het koninklijk besluit van 25 mei 1999 betreffende de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk, genomen op initiatief van de Minister van Tewerkstelling en Arbeid, is van toepassing voor wat betreft de verkiezingen van de comités voor preventie en bescherming op het werk in de mijnen, de graverijen en de ondergrondse groeven, met uitzondering van de artikelen 85 en 86.
Art.2. In de artikelen 3, § 2, en 5 van hetzelfde besluit moet worden gelezen "twintig werknemers" in plaats van "vijftig werknemers" voor wat betreft de ondernemingen in de sector van de mijnen, graverijen en de ondergrondse groeven.
Art.3. In het artikel 20 van hetzelfde besluit moet worden gelezen "2 gewone leden voor een onderneming met minder dan 51 werknemers; 4 gewone leden voor een onderneming met 51 tot 100 werknemers" in plaats van "4 gewone leden voor een onderneming met minder dan 101 werknemers" voor wat betreft de comités voor preventie en bescherming op het werk in de sector van de mijnen, de graverijen en de ondergrondse groeven.
Art.4. In het koninklijk besluit van 10 januari 1979 betreffende het voorkomingsbeleid en de organen voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen in de mijnen, graverijen en ondergrondse groeven worden de artikelen 59 tot en met 113 opgeheven.
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 6. Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 november 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Economie,
R. DEMOTTE