6 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 1975 tot vaststelling van het bedrag van de forfaitaire vergoedingen welke aan de burgerlijke ambtenaren van de Dienst militaire veiligheid worden toegekend.
Art. 1-5
Artikel 1.
In artikel 1, § 1, a, van het koninklijk besluit van 11 maart 1975 tot vaststelling van het bedrag van de forfaitaire vergoedingen welke aan de burgerlijke ambtenaren van de Dienst militaire veiligheid worden toegekend, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 november 1981, wordt het bedrag van 725 frank door 972 frank vervangen.
In artikel 1, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de bedragen van 325 frank en 400 frank door 538 frank en 434 frank vervangen.
Art.2. In artikel 1, § 1, b, van hetzelfde besluit gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 november 1981 en 19 december 1991, wordt het bedrag van 308 frank door 350 frank vervangen.
Art.3. Het artikel 1, § 3, van hetzelfde besluit gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 december 1991 wordt aangevuld met volgende leden :
" Deze vergoeding wordt per kalenderjaar gedurende 11 maanden uitbetaald. Het jaarlijks bedrag mag niet hoger zijn dan 275 keer de vaste vergoeding.
De vergoeding wordt toegekend voor de dagen waarop het personeelslid dienst heeft en de dagen van inhaalrust, van wacht en van afwezigheid als gevolg van een arbeidsongeval. ".
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995.
Art. 5. Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 6 april 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landsverdediging,
J.-P. PONCELET
De Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY