30 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde.
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 1 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij de wet van 28 december 1992, bij het koninklijk besluit van 7 augustus 1995, bij het koninklijk besluit van 22 december 1995 en bij het koninklijk besluit van 28 december 1999 wordt aangevuld met een § 8, luidend :
" 8. Voor de toepassing van dit Wetboek wordt verstaan onder " beleggingsgoud " :
1° goud, in de vorm van staven of plaatjes van een door de goudmarkten aanvaard gewicht, met een zuiverheid van ten minste 995 duizendsten, al dan niet belichaamd in certificaten.
De kleine staven of plaatjes met een gewicht van ten hoogste 1 gram worden evenwel niet aangemerkt als beleggingsgoud.
2° gouden munten die :
- een zuiverheid van ten minste 900 duizendsten hebben,
- na 1800 zijn geslagen,
- in het land van oorsprong als wettig betaalmiddel fungeren of hebben gefungeerd,
en
- normaliter verkocht worden voor een prijs die de openmarktwaarde van het in de munten vervatte goud niet met meer dan 80 % overschrijdt.
Dergelijke munten worden geacht niet verkocht te zijn wegens hun numismatisch belang. ".
Art.2. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 44bis ingevoegd, luidend :
" Art. 44bis. § 1. Van de belasting zijn vrijgesteld, de levering, de intracommunautaire verwerving en de invoer van beleggingsgoud, gedefinieerd in artikel 1, § 8, waaronder beleggingsgoud dat belichaamd is in certificaten voor toegewezen of niet-toegewezen goud of dat verhandeld wordt op goudrekeningen, en waaronder, in het bijzonder, goudleningen en swaps, die een eigendoms- of vorderingsrecht op beleggingsgoud belichamen, evenals voor handelingen betreffende beleggingsgoud bestaande in future- en termijncontracten die leiden tot de overdracht van een eigendoms- of vorderingsrecht met betrekking tot beleggingsgoud.
Onverminderd andere wettelijke bepalingen betreffende een latere vrijstelling, kunnen belastingplichtigen die beleggingsgoud produceren of goud omzetten in beleggingsgoud, onder de door of vanwege de Minister van Financiën gestelde voorwaarden, opteren voor belastingheffing met betrekking tot leveringen van beleggingsgoud aan een andere belastingplichtige.
Belastingplichtigen die in het kader van hun economische activiteit normaliter goud voor industriële doeleinden leveren, kunnen eveneens, onder de door of vanwege de Minister van Financiën gestelde voorwaarden, opteren voor belastingheffing met betrekking tot leveringen, aan een andere belastingplichtige, van beleggingsgoud bedoeld in artikel 1, § 8, 1°.
§ 2. Zijn eveneens van de belasting vrijgesteld, de diensten verstrekt door tussenpersonen die niet handelen in de voorwaarden van artikel 13, § 2, en die betrokken zijn bij de levering van beleggingsgoud voor hun opdrachtgever.
Indien de leverancier heeft geopteerd voor de belastingheffing van dergelijke leveringen, kunnen die tussenpersonen, onverminderd een latere vrijstelling, onder de door of vanwege de Minister van Financiën gestelde voorwaarden, opteren voor de belastingheffing van hun diensten. ".
Art.3. In artikel 45 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 28 december 1992 en bij het koninklijk besluit van 23 december 1994, wordt een § 1ter en een § 1quater ingevoegd, luidend :
" § 1ter. Wat het beleggingsgoud betreft, gedefinieerd in artikel 1, § 8, mag elke belastingplichtige, voor zover de latere levering van dat goud is vrijgesteld krachtens artikel 44bis, § 1, eerste lid, van de door hem verschuldigde belasting in aftrek brengen :
1° de belasting geheven op de levering van goud hem gedaan door een persoon die heeft geopteerd voor de belastingheffing van die levering overeenkomstig artikel 44bis, § 1, tweede of derde lid;
2° de belasting geheven op de aankoop, de intracommunautaire verwerving of de invoer van ander dan beleggingsgoud, in de mate dat dit goud vervolgens door hem of voor zijn rekening wordt omgezet in beleggingsgoud;
3° de belasting geheven op de aan hem verstrekte diensten bestaande in een wijziging van de vorm, het gewicht of de zuiverheid van het goud.
§ 1quater. Elke belastingplichtige die beleggingsgoud in de zin van artikel 1, § 8, produceert of die goud in beleggingsgoud omzet, kan van de door hem verschuldigde belasting in aftrek brengen, de belasting geheven op de aankoop, de intracommunautaire verwerving of de invoer van goederen en diensten die verband houden met de productie of de omzetting van dat goud, voor zover de latere levering van dat goud is vrijgesteld krachtens artikel 44bis, § 1, eerste lid. ".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000.
Art. 5. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Ciergnon, 30 december 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS