17 JUNI 1999. - [Ministerieel besluit tot toekenning van een forfaitaire toelage voor de uitoefening van informaticafuncties aan sommige personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Financiën] <MB2013-12-13/04, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2003> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-07-1999 en tekstbijwerking tot 19-12-2013)
Art. 1, 1/1, 2-3
Artikel 1.Aan de ambtenaren bedoeld in artikelen 15 en 17 van het koninklijk besluit van 17 juni 1999 betreffende het informaticapersoneel van het Ministerie van Financiën, wordt een jaarlijkse forfaitaire toelage toegekend waarvan het bedrag als volgt wordt vastgesteld :
(3 098,67 EUR) voor de ambtenaren van [1 niveau A]1; <MB 2002-07-15/46, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
(2 478,94 EUR) voor de [2 fiscaal deskundigen en de titularissen van een van de volgende afgeschafte graden : financieel en administratief deskundige of eerstaanwezend verificateur]2; <MB 2002-07-15/46, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
(1 859,21 EUR) voor de [2 financieel deskundigen en de titularissen van een van de volgende afgeschafte graden : adjunct-fiscaal deskundige of verificateur]2; <MB 2002-07-15/46, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
(1 487,37 EUR) voor de ambtenaren van de [3 niveaus C]3 [4 en D]4. <MB 2002-07-15/46, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
De toelage wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald. Ze is gelijk aan 1/12 van de in het vorig lid bedoelde bedragen en wordt tezelfdertijd als de wedde betaald.
Het bedrag van de maandelijks te betalen toelage wordt in dezelfde verhouding verminderd als de wedde die verschuldigd is voor dezelfde maand.
De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel der ministeries is van toepassing op de toelage.
Zij wordt aan het spilindexcijfer 138,01 gekoppeld.
----------
(1)<MB 2013-12-13/04, art. 26,1°, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2004>
(2)<MB 2013-12-13/04, art. 26,2°-26,3°, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2002>
(3)<MB 2013-12-13/04, art. 26,4°, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2002>
(4)<MB 2013-12-13/04, art. 26,5°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.1/1. [1 De in dit besluit bedoelde toelage kan niet meer worden toegekend.
In afwijking van het eerste lid, behouden de ambtenaren van het niveau B, C of D, die op datum van de inwerkingtreding van het onderhavige artikel onder het toepassingsgebied vallen van artikel 1, ten persoonlijke titel, de toelage voor de duur dat zij een informaticafunctie uitoefenen en benoemd blijven in hun huidige niveau. Het bedrag van de toelage wijzigt niet in geval van een verandering van graad.
In afwijking van het eerste lid behouden de ambtenaren van het niveau A, die op datum van de inwerkingtreding van het onderhavige artikel onder het toepassingsgebied vallen van artikel 1, ten persoonlijke titel, de toelage voor de duur dat zij een informaticafunctie uitoefenen en niet worden bevorderd in een hogere klasse na het postuleren van een vacante betrekking in deze klasse.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2013-12-13/04, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.2. Het ministerieel besluit van 17 maart 1971 houdende toekenning van een toelage aan sommige personeelsleden van het Ministerie van Financiën die tewerkgesteld zijn in de mecanografische betrekkingen van de niveaus 2 en 3 der centra voor informatieverwerking wordt opgeheven.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 1999.
Brussel, 17 juni 1999.
De Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY
De Minister van Financiën,
J.-J. VISEUR