Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

17 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen.



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1970070811 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 39, § 1, van het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, vervangen door artikel 2 van het koninklijk besluit van 7 januari 1974, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Art. 39. § 1. 1° Vergunning tot het openen van een renbaan of tot het inrichten van paardenwedrennen wordt alleen verleend aan verenigingen en vennootschappen met rechtspersoonlijkheid, waarvan de activiteit in hoofdzaak gericht is op de aanmoediging van het fokken en op het veredelen van de draver en het Engels volbloedpaard en die beschikken over een erkenning verleend door de Minister tot wiens bevoegdheid de landbouw behoort, overeenkomstig artikel 3, 3°, van het koninklijk besluit van 10 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen.
  Deze verenigingen en vennootschappen moeten, zowel voor de vlucht als voor de drafrennen :
  a) een kalender van de wedstrijdbijeenkomsten opstellen;
  b) het programma van de wedrennen vastleggen;
  c) over het goede verloop van de wedrennen waken.
  2° De vergunning tot het openen van een renbaan of tot het inrichten van paardenwedrennen mag eveneens worden verleend aan meerderjarige natuurlijke personen, aan vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en aan burgerlijke vennootschappen van wie de activiteit op dat gebied beperkt is tot het inrichten van ten hoogste vijf wedrenbijeenkomsten per jaar.".

Art.2. Artikel 44 van hetzelfde besluit, vervangen door artikel 2 van het koninklijk besluit van 7 januari 1974, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Art. 44. Vergunning tot het aannemen van "onderlinge" weddenschappen op paardenwedrennen die in België plaatsvinden wordt verleend op schriftelijke aanvraag van de koersinrichter, gericht tot de Minister bevoegd voor financiën of tot de door hem gedelegeerde ambtenaar.
  De aanvraag moet de modaliteiten betreffende de inrichting van deze weddenschappen nader aanduiden en inzonderheid :
  a) de indentiteit van de personen belast met de inrichting, onder verklaring dat niemand van hen uitgesloten is op grond van artikel 40;
  b) de plaatsen waar de weddenschappen zullen worden aangenomen;
  c) de documenten die voor de verschillende verrichtingen zullen worden gebruikt;
  d) per soort van weddenschap, het verdelingsplan van de inzetten, waarin percentsgewijze voorkomen :
  - het aandeel van de winnaars, dat niet minder mag bedragen dan 75 % van de inzetten voor de weddenschappen die berusten op het eerste en/of het tweede paard aan de aankomst, 60 % van de inzetten voor de weddenschappen die berusten op de eerste drie, vier of vijf paarden aan de aankomst, 50 % van de inzetten die berusten op de zes of zeven eerste paarden aan de aankomst;
  - het aandeel bestemd voor elke categorie van tussenpersonen.
  Elke wijziging aan één der in de aanvraag opgenomen elementen moet onmiddellijk worden kenbaar gemaakt.".

Art.3. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 4. Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 17 maart 1999.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
  K. PINXTEN
  De Minister van Financiën,
  J.-J. VISEUR