26 OKTOBER 1999. - Koninklijk besluit tot intrekking van de koninklijke besluiten van 4 mei 1999 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de regeling der mandaten in de federale hoge administratie.
Art. 1-2
Artikel 1. Ingetrokken worden :
1° het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 20 april 1999 tot organisatie van de benoeming, de loopbaan en de evaluatie van de ambtenaren die belast worden met het beheer van sommige overheidsdiensten;
2° het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 20 april 1999 tot bepaling van de voorwaarden en modaliteiten volgens dewelke het koninklijk besluit van 20 april 1999 tot organisatie van de benoeming, de loopbaan en de evaluatie van de ambtenaren die belast worden met het beheer van sommige overheidsdiensten van toepassing is op bepaalde instellingen van openbaar nut en op de openbare instellingen van sociale zekerheid;
3° het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 20 april 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 1966 betreffende de aanwijzing van tweetalige adjuncten in de centrale diensten;
4° het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende oprichting van de hoge Raad van ambtenarenzaken;
5° het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut en tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut;
6° het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 30 april 1999 betreffende de directiepremie die wordt toegekend aan de ambtenaren die belast zijn met het beheer van sommige overheidsdiensten.
Art. 2. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 oktober 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen,
L. VAN DEN BOSSCHE