1 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij aan de Intercommunale voor Energie IVEG toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend.
Art. 1-4
Artikel 1. Aan de Intercommunale voor Energie IVEG wordt toegang verleend tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 5°, 6° en 8°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Deze toegang geldt uitsluitend voor het vervullen van de hierna opgesomde taken :
1° het factureren van het elektriciteitsverbruik van de abonnees en van de aansluitingskosten op het desbetreffende distributienet;
2° het factureren van het gasverbruik van de abonnees en van de aansluitingskosten op het desbetreffende distributienet.
De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen aangebracht aan de in het eerste lid bedoelde informatiegegevens wordt beperkt tot een periode van dertig jaar die de mededeling van die informatiegegevens voorafgaat.
De toegang bedoeld in het eerste lid geldt enkel voor :
1° de directeur-generaal van IVEG;
2° de personeelsleden van de dienst Cliënteel van IVEG, die daartoe door de directeur-generaal bij name en schriftelijk zijn aangewezen omwille van hun functie en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden.
De betrokken personeelsleden verbinden zich ertoe schriftelijk de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de informatiegegevens te waarborgen waartoe zij toegang krijgen.
Art.2. De met toepassing van artikel 1 verkregen informatiegegevens mogen slechts worden gebruikt voor de in het tweede lid van dat artikel vermelde doeleinden. Zij mogen niet worden medegedeeld aan derden.
Worden niet als derden beschouwd voor de toepassing van het eerste lid:
1° de natuurlijke personen waarop die informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers;
2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hen kunnen worden medegedeeld krachtens hun aanwijzing en uitsluitend in het kader van de betrekkingen die zij voor de in artikel 1, tweede lid, vermelde doeleinden met IVEG onderhouden.
Art.3. De lijst van de personeelsleden, die overeenkomstig artikel 1, vierde lid, aangewezen zijn, wordt, met vermelding van hun titel en functie, jaarlijks opgesteld en volgens dezelfde periodiciteit aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegezonden.
Art. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 december 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
L. VAN DEN BOSSCHE
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS