7 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit houdende [de] oprichting van een bestand van stadionverboden. (KB 2002-11-05/39, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2002) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-12-1999 en tekstbijwerking tot 14-11-2002.)
Art. 1-4
Artikel 1. § 1. Teneinde het respect van de uitsluitingen voorzien in de artikelen 24,41 en 44 van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, te verzekeren, wordt een bestand van fysieke personen, aan wie een stadionverbod werd opgelegd, opgericht bij de (Algemene Directie Veiligheids- en preventiebeleid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken). <KB 2002-11-05/39, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2002>
De Procureur des Konings deelt aan de Directeur-generaal of (aan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en preventiebeleid, aan de ambtenaar of agent met een graad van minstens rang 13 of aan de mandaathouder N-2 die de Directeur-generaal vervangen, of aan elke ambtenaar of agent van de Algemene Directie Veiligheids- en preventiebeleid met een graad van minstens rang 10), aangesteld bij de binnen deze administratie bestaande voetbalcel, de naam, voorna(a)m(en), geboortedatum en -plaats en de woon- of verblijfplaats mee van de persoon ten aanzien van wie een gerechtelijk stadionverbod of een stadionverbod als beveiligingsmaatregel werd uitgesproken, evenals de aanduiding van de overheid die het uitgesproken heeft, de begin- en einddatum van het verbod en, in voorkomend geval, de opgelegde aanmeldingsplicht. <KB 2002-11-05/39, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2002>
§ 2. Volgende gegevens worden in het bestand van stadionverboden vermeld :
1° de naam, voorna(a)m(en), geboortedatum en -plaats en de woon- of verblijfplaats van de persoon die het voorwerp uitmaakt van het stadionverbod;
2° de aard van het stadionverbod en de aanduiding van de overheid die het uitgesproken heeft;
3° de duur van het opgelegde stadionverbod, met vermelding van begin- en einddatum ervan;
4° de gebeurlijk door de rechter of door de Procureur des Konings opgelegde aanmeldingsplicht.
§ 3. De politieambtenaren met de hoedanigheid van officier van bestuurlijke of gerechtelijke politie, de ambtenaar bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, de Procureur des Konings, de Nationaal Magistraten en de onderzoeksrechter hebben toegang tot het bestand van stadionverboden.
§ 4. De persoonsgegevens die in dit bestand zijn opgenomen, worden gewist vijf jaar na het laatste stadionverbod toegepast op de persoon die ervan het voorwerp uitmaakt.
Art.2. Overeenkomstig artikel 45, tweede lid, van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden en teneinde hen toe te laten de politiek van stadionverboden toe te passen kan de bewerker van het bestand aan de overkoepelende sportbond of aan de organisator de naam, de voorna(a)m(en), de geboortedatum en -plaats en de woon- of verblijfplaats meedelen van de persoon die het voorwerp uitmaakt van het stadionverbod, alsook de duur van het stadionverbod met vermelding van begin- en einddatum ervan.
De overkoepelende sportbond of de organisator wissen deze gegevens uit hun bestand van zodra de termijn van het stadionverbod beëindigd is.
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 december 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN