10 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot regeling van de mededeling aan de "Université de Liège" van bepaalde informatiegegevens uit het Rijksregister van de natuurlijke personen in het kader van een onderzoeksactiviteit met betrekking tot de vormen van politieke participatie en mobilisatie van de etnische categorieën in verschillende Europese landen.
Art. 1-5
Artikel 1. In het kader van haar onderzoeksactiviteit naar de vormen van politieke participatie en mobilisatie van de etnische categorieën in verschillende Europese landen, wordt de mededeling aan de "Université de Liège" van de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 6°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen geregeld.
Het gebruik van de uit het Rijksregister verstrekte en in het eerste lid bedoelde gegevens is enkel toegestaan voor de hierna opgesomde doeleinden :
1° voor het trekken van een representatief staal van ongeveer 1500 Belgische kiezers van vreemde origine om aan deze personen een vragenlijst te bezorgen betreffende hun kiesgedrag;
2° voor het trekken van een representatief staal van ongeveer 200 kandidaten en verkozenen van vreemde origine bij verschillende verkiezingen die plaatsgevonden hebben sinds 1987 om aan deze personen een vragenlijst te bezorgen betreffende hun motivatie en hun bijzondere rol in het Belgische politieke leven.
De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de voormelde wet van 8 augustus 1983 is slechts toegestaan, en dit zonder beperking in de tijd, voor het informatiegegeven met betrekking tot de nationaliteit en bedoeld in het eerste lid, 4°, van dit artikel 3.
Art.2. De personen waaruit de stalen, bedoel in artikel 1, tweede lid, zijn samengesteld, zullen voor het onderzoek schriftelijk op de hoogte worden gebracht van de precieze aard daarvan, van de juiste benaming van de onderzoeksinstelling waarvoor de onderzoeksactiviteit wordt verricht, van de doelstellingen die het nastreeft en van de modaliteiten volgens welke de ingewonnen informatiegegevens zullen worden verwerkt.
Zij zullen ervan worden in kennis gesteld dat zij niet verplicht zijn mede te werken aan het onderzoek, en dat zij hun medewerking op ieder moment kunnen stopzetten, zonder hiervoor een wettiging te moeten geven.
Zij zullen bovendien ingelicht worden over de termijn van bewaring van de gegevens, bedoeld in artikel 4, eerste lid, en over het feit dat de hen betreffende gegevens anoniem gemaakt zullen worden.
Een exemplaar van de brief bedoeld in het eerste lid, alsmede van de vragenlijst die aan de personen die uitgenodigd worden aan het onderzoek mee te werken zal voorgelegd worden, zal vooraf aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gezonden worden.
Art.3. De mededeling van de in artikel 1, eerste lid, bedoelde informatiegegevens uit het Rijksregister geschiedt aan de rector van de Université de Liège.
De in het eerste lid bedoelde overheid wijst onder de personeelsleden van het Centre d'Etude de l'Ethnicité et des Migrations (afgekort : "C.E.D.E.M.") van de "Université de Liège" degenen aan die ze machtigt om van de informatie gebruik te maken in net kader van hun onderzoeksactiviteit, en dit enkel voor de in artikel 1, tweede lid, opgesomde doeleinden.
De lijst van de personeelsleden die overeenkomstig het voorgaande lid aangewezen zijn, wordt bij de aanvang van het onderzoek opgemaakt en, met vermelding van hun functie, aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gestuurd.
Art.4. De met toepassing van artikel 1 uit het Rijksregister verstrekte informatiegegevens moeten worden gewist of vernietigd binnen zes maanden volgend op de verschijningsdatum van het onderhavig besluit in het Belgisch Staatsblad.
Ze mogen niet aan derden worden medegedeeld.
Voor de toepassing van het vorige lid worden de natuurlijke personen op wie deze informatiegegevens betrekking hebben of hun wettelijke vertegenwoordigers niet als derden beschouwd.
Art. 5. Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Wetenschapsbeleid en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 december 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
L. VAN DEN BOSSCHE
De Minister van Wetenschapsbeleid,
Y. YLIEFF
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS