Details





Titel:

15 JUNI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het veiligheids- en coördinatiebeleid naar aanleiding van voetbalwedstrijden. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-07-1999 en tekstbijwerking tot 03-03-2020)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De veiligheidsverantwoordelijke.
Art. 2-5, 5bis, 6-7, 7bis, 7bis/1., 7bis/2., 7bis/3., 7bis/4.
HOOFDSTUK II/1 [1 De supporters liaison officer ]1
Art. 7bis/5., 7bis/6., 7bis/7., 7bis/8., 7bis/9., 7bis/10., 7bis/11.
HOOFDSTUK III. - Installatie van een lokale adviesraad.
Art. 8-13
HOOFDSTUK IV. - Oprichting van een voetbalcel.
Art. 14-15
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 16-19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1989000434 



Uitvoeringsbesluit(en):

2002000191  2020020422 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, en behoudens andersluidende bepaling, wordt begrepen onder :
  1° " de wet " : de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden;
  2° " de organisator " : de organisator van een nationale voetbalwedstrijd of van een internationale voetbalwedstrijd in de zin van artikel 2 van de wet.

HOOFDSTUK II. - De veiligheidsverantwoordelijke.
Art.2.[1 De organisator verleent aan de veiligheidsverantwoordelijke in het kader van diens aanstelling een mandaat via een schriftelijke overeenkomst die afgesloten wordt tussen de organisator en de veiligheidsverantwoordelijke.
   Deze overeenkomst bevat met name de volgende elementen:
   - een overzicht van de bevoegdheden en taken van de veiligheidsverantwoordelijke;
   - de startdatum van de overeenkomst;
   - de redenen tot stopzetting van de overeenkomst]1.
  ----------
  (1)<KB 2020-02-19/05, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>

Art.3. Vóór elke wedstrijd vergewist de veiligheidsverantwoordelijke er zich van dat alle veiligheidsafspraken werden nageleefd.
  Hij is verantwoordelijk voor de controle van de inrichtingen voor elke wedstrijd en stelt een verslag op van de maatregelen die moeten genomen worden voor de herstellingen.

Art.4. De veiligheidsverantwoordelijke ziet erop toe dat de inrichtingen van het stadion beantwoorden aan de veiligheidsnormen, bepaald door het koninklijk besluit van 2 juni 1999 houdende de in voetbalstadions na te leven veiligheidsnormen.

Art.5. Voor elke wedstrijd organiseert de veiligheidsverantwoordelijke een briefing voor de stewards.

Art. 5bis.
  <Opgeheven bij KB 2020-02-19/05, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>

Art.6. De veiligheidsverantwoordelijke oefent het hiërarchisch gezag en de bestuursmacht uit over de stewards.

Art.7.[1 De veiligheidsverantwoordelijke moet voldoen aan de volgende minimale voorwaarden:
   1° bij aanvang van de opleiding de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben;
   2° onderdaan zijn van de Europese Economische Ruimte of op datum van zijn aanstelling minstens sedert twee jaar onafgebroken zijn hoofdverblijfplaats hebben op het Belgische grondgebied;
   3° niet geschrapt zijn uit het Rijksregister, zoals voorzien in artikel 2 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, zonder een nieuw adres meegedeeld te hebben. Betrokkene staaft dit aan de hand van een attest van hoofdverblijfplaats;
   4° gedurende de vijf jaar voorafgaand aan zijn aanwerving niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een burgerrechtelijk uitsluiting, noch van een administratief of gerechtelijk stadionverbod noch van een stadionverbod als beveiligingsmaatregel of een waarschuwing zoals voorzien in de artikelen 24, § 2/1 et 25/1 van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden;
   5° het kunnen voorleggen van een attest medische geschiktheid dat niet ouder is dan één jaar;
   6° behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie van het wegverkeer, niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot enige correctionele of criminele straf, zoals bedoeld in artikel 7 van het Strafwetboek of tot een gelijkaardige straf in het buitenland. Betrokkene staaft dit aan de hand van een uittreksel uit het strafregister, dat overeenstemt met het model bedoeld in artikel 596, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering, of, indien men zijn woonplaats in het buitenland heeft, een gelijkwaardig getuigschrift dat niet ouder is dan zes maanden op het ogenblik dat de aanvraag wordt ingediend;
   7° geen feiten hebben gepleegd die, zelfs als ze niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een strafrechtelijke veroordeling, raken aan het vertrouwen in de betrokkene doordat ze een tegenindicatie betreffende de veiligheidsvereisten zoals bepaald in artikel 7bis/1, A), uitmaken;
   8° beantwoorden aan het profiel zoals bepaald in artikel 7bis/1 ]1.
  ----------
  (1)<KB 2020-02-19/05, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>

Art 7bis. <Ingevoegd bij KB 2002-01-29/42, art. 1; Inwerkingtreding : 14-05-2002> De veiligheidsverantwoordelijke krijgt een voortgezette opleiding die bestaat uit een jaarlijkse bijscholing. De jaarlijkse bijscholing, waarvan het programma goedgekeurd moet worden door de Minister van Binnenlandse Zaken, duurt minstens zes uur. Zij wordt verzekerd door de organisator en heeft minstens betrekking op de eventuele wijzigingen en evoluties betreffende de onderwerpen die het voorwerp uitmaken van de basisopleiding.

Art 7bis/1.[1 Het profiel van de veiligheidsverantwoordelijken wordt gekenmerkt door de volgende vereisten:
   A) Veiligheidsvereisten
   1° Afwezigheid van verdachte relaties met het criminele milieu, en/of in verband met het extremisme en het radicalisme;
   2° Geen gevaar inhouden voor de openbare orde en voor de inwendige of uitwendige veiligheid van de Staat.
   B) Competentievereisten
   1° Respect voor de grondrechten en de rechten van de medeburgers;
   2° Respect voor de democratische waarden;
   3° Integriteit, loyauteit en discretie;
   4° Incasseringsvermogen ten aanzien van agressief gedrag van derden en het vermogen om zich daarbij te beheersen;
   5° Geschiktheid tot analyse en synthese van concrete problemen;
   6° Zich gemakkelijk verbaal kunnen uitdrukken;
   7° Duidelijke, nauwkeurige en bondige rapporten kunnen opstellen;
   8° Snel en autonoom beslissingen kunnen nemen;
   9° Strategieën kunnen ontwikkelen voor het oplossen van problemen;
   10° In alle situaties, onder meer in situaties van conflict, gevaar of crisis, stressbestendigheid vertonen;
   11° Beschikken over nuttige ervaring inzake veiligheid;
   12° Blijk geven van leadership;
   13° Beschikken over volgende competenties: rationaliteit, observatievermogen, actiebereidheid en verantwoordelijkheidszin. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2020-02-19/05, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>

Art 7bis/2. [1 § 1. Voorafgaand aan zijn aanstelling tekent de betrokkene een verklaring waaruit blijkt dat hij zijn instemming betuigt met het onderzoek naar de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 7, dit zowel in het kader van de procedure, voorzien in paragraaf 2, als op enig ander ogenblik gedurende zijn aanstelling.
   De betrokkene voegt aan deze verklaring alle documenten en inlichtingen ter staving van de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 7, toe.
   Indien de betrokkene weigert om de verklaring, zoals bedoeld in het eerste lid, te ondertekenen, wordt deze geacht niet aan de minimale voorwaarden te voldoen.
   § 2. De organisator controleert op basis van de door de betrokkene overgemaakte documenten en inlichtingen de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 7, 1°, 2°, 3°, 5° en 6° en bevraagt de overkoepelende sportbond aangaande de naleving van de voorwaarde, bepaald in artikel 7, 4°.
   De beoordeling in het kader van artikel 7, 8°, meer bepaald wat betreft de profielvereisten vermeld in artikel 7bis/1, B), gebeurt op basis van een persoonlijk onderhoud met de betrokkene. Hierbij is een vertegenwoordiger van de lokale politie aanwezig. Tijdens dit onderhoud wordt een modelformulier, uitgewerkt door de overkoepelende sportbond, als leidraad gebruikt.
   Indien de organisator besluit dat de betrokkene voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 7, 1°, 2°, 3°, 4°, 5° en 6° en beantwoordt aan de profielvereisten bepaald in artikel 7bis/1, B), legt hij het volledige dossier, voor advies, voor aan de korpschef van de lokale politie van de plaats waar de club is gevestigd of diens aangestelde, die nagaat of de betrokkene voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 7, 7°. De korpschef of diens aangestelde verleent de organisator binnen de maand na ontvangst van het dossier een gunstig of ongunstig advies.
   De korpschef van de lokale politie van de plaats waar de club is gevestigd of diens aangestelde, kan te allen tijde op eigen initiatief en/of op verzoek van de organisator de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 7, 7°, controleren.
   § 3. Elke veiligheidsverantwoordelijke wordt minstens één keer om de vijf jaar aan een volledig nieuw onderzoek van de voorwaarden, bepaald in artikel 7, en van de profielvereisten, voorzien in artikel 7bis/1, onderworpen.
   De betrokkene dient binnen de maand te rekenen vanaf de datum van het schriftelijk verzoek van de organisator de documenten bedoeld in paragraaf 1, tweede lid over te maken. Het onderzoek gebeurt volgens de procedure voorzien in paragraaf 2. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2020-02-19/05, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>


Art 7bis/3. [1 De kandidaat-veiligheidsverantwoordelijke die voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 7 en aan de profielvereisten, voorzien in artikel 7bis/1, wordt door de overkoepelende sportbond toegelaten tot de opleiding van veiligheidsverantwoordelijke. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2020-02-19/05, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>


Art 7bis/4. [1 Binnen een termijn van zes maanden na zijn aanstelling moet de veiligheidsverantwoordelijke een opleiding gevolgd hebben, georganiseerd door de overkoepelende sportbond en waarvan het programma is erkend door de Minister van Binnenlandse Zaken.
   Hiertoe richt de overkoepelende sportbond een schriftelijke aanvraag tot de Minister van Binnenlandse zaken. Bij de aanvraag tot erkenning voegt de overkoepelende sportbond het uitgewerkte programma voor de opleiding toe. De Minister van Binnenlandse zaken brengt de overkoepelende sportbond schriftelijk op de hoogte van de beslissing om het programma voor de opleiding al dan niet te erkennen.
   Met het oog op het verkrijgen van een erkenning vanwege de Minister van Binnenlandse Zaken heeft het programma voor de opleiding minstens betrekking op de volgende punten:
   - De in de voetbalstadions na te leven veiligheidsnormen;
   - Het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming;
   - De vigerende wetgeving in verband met voetbal en massamanifestaties;
   - De wetgeving inzake brandbeveiliging;
   - Het reglement van inwendige orde. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2020-02-19/05, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>


HOOFDSTUK II/1 [1 De supporters liaison officer ]1   ----------   (1)
Art 7bis/5. [1 De supporters liaison officer moet voldoen aan de volgende minimale voorwaarden:
   1° bij aanvang van de opleiding de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben;
   2° onderdaan zijn van de Europese Economische Ruimte of op datum van zijn aanstelling minstens sedert twee jaar onafgebroken zijn hoofdverblijfplaats hebben op het Belgische grondgebied;
   3° niet geschrapt zijn uit het Rijksregister, zoals voorzien in artikel 2 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, zonder een nieuw adres meegedeeld te hebben. Betrokkene staaft dit aan de hand van een attest van hoofdverblijfplaats;
   4° gedurende de vijf jaar voorafgaand aan zijn aanwerving niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een burgerrechtelijk uitsluiting, noch van een administratief of gerechtelijk stadionverbod noch van een stadionverbod als beveiligingsmaatregel of een waarschuwing zoals voorzien in de artikelen 24, § 2/1 et 25/1 van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden;
   5° het kunnen voorleggen van een attest medische geschiktheid dat niet ouder is dan één jaar;
   6° behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie van het wegverkeer, niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot enige correctionele of criminele straf, zoals bedoeld in artikel 7 van het Strafwetboek of tot een gelijkaardige straf in het buitenland. Betrokkene staaft dit aan de hand van een uittreksel uit het strafregister, dat overeenstemt met het model bedoeld in artikel 596, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering, of, indien men zijn woonplaats in het buitenland heeft, een gelijkwaardig getuigschrift dat niet ouder is dan zes maanden op het ogenblik dat de aanvraag wordt ingediend;
   7° geen feiten hebben gepleegd die, zelfs als ze niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een strafrechtelijke veroordeling, raken aan het vertrouwen in de betrokkene doordat ze een tegenindicatie betreffende de veiligheidsvereisten zoals bepaald in artikel 7bis/6 uitmaken;
   8° beantwoorden aan het profiel zoals bepaald in artikel 7bis/6.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2020-02-19/05, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>


Art 7bis/6. [1 Het profiel van de supporters liaison officer wordt gekenmerkt door de volgende vereisten:
   A) Veiligheidsvereisten
   Afwezigheid van verdachte relaties met het criminele milieu, en/of in verband met het extremisme en het radicalisme;
   Geen gevaar inhouden voor de openbare orde en voor de inwendige of uitwendige veiligheid van de Staat.
   B) Competentievereisten
   1° Respect voor de grondrechten en de rechten van de medeburgers;
   2° Respect voor de democratische waarden;
   3° Integriteit, loyauteit en discretie;
   4° Incasseringsvermogen ten aanzien van agressief gedrag van derden en het vermogen om zich daarbij te beheersen;
   5° Affiniteit hebben met de werking van de club en de nodige geloofwaardigheid hebben om te worden aanvaard bij de supportersverenigingen;
   6° Goede vaardigheden inzake communicatie en bemiddeling (onder meer voor wat betreft het voorkomen en het oplossen van problemen);
   7° Sociaal voelend zijn, met stress om kunnen en zich kunnen inleven in anderen;
   8° Bij voorkeur tweetalig met als pluspunt een mondelinge en schriftelijke kennis van het Engels bij een deelname aan internationale voetbalwedstrijden;
   9° Engagement, motivatie, betrouwbaarheid en flexibiliteit inzake de werkuren tonen door aanwezig te zijn tijdens de volledige wedstrijden;
   10° De huidige communicatiemiddelen en nieuwe technologieën beheersen. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2020-02-19/05, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>


Art 7bis/7. [1 § 1. Voorafgaand aan zijn aanstelling tekent de betrokkene een verklaring waaruit blijkt dat hij zijn instemming betuigt met het onderzoek naar de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 7bis/5, dit zowel in het kader van de procedure, voorzien in paragraaf 2, als op enig ander ogenblik gedurende zijn aanstelling.
   De betrokkene voegt aan deze verklaring alle documenten en inlichtingen ter staving van de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 7bis/5, toe.
   Indien de betrokkene weigert om de verklaring, zoals bedoeld in het eerste lid, te ondertekenen, wordt deze geacht niet aan de veiligheidsvoorwaarden te voldoen.
   § 2. De organisator controleert op basis van de door de betrokkene overgemaakte documenten en inlichtingen de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 7bis/5, 1°, 2°, 3°, 5° en 6° en bevraagt de overkoepelende sportbond aangaande de naleving van de voorwaarde, bepaald in artikel 7bis/5, 4°.
   De beoordeling in het kader van artikel 7bis/5, 8°, meer bepaald wat betreft de profielvereisten vermeld in artikel 7bis/6, B), gebeurt op basis van een persoonlijk onderhoud met de betrokkene. Hierbij is een vertegenwoordiger van de lokale politie aanwezig. Tijdens dit onderhoud wordt een modelformulier, uitgewerkt door de overkoepelende sportbond, als leidraad gebruikt.
   Indien de organisator besluit dat de betrokkene voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 7bis/5, 1°, 2°, 3°, 4°, 5° en 6° en beantwoordt aan de profielvereisten bepaald in artikel 7bis/6, B), legt hij het volledige dossier, voor advies, voor aan de korpschef van de lokale politie van de plaats waar de club is gevestigd of diens aangestelde, die nagaat of de betrokkene voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 7bis/5, 7°. De korpschef of diens aangestelde verleent de organisator binnen de maand na ontvangst van het dossier een gunstig of ongunstig advies.
   De korpschef van de lokale politie van de plaats waar de club is gevestigd of diens aangestelde, kan te allen tijde op eigen initiatief en/of op verzoek van de organisator de naleving van de voorwaarden bepaald in artikel 7bis/5, 7° alsook van de profielvereisten bepaald in artikel 7bis/6, A) controleren.
   § 3. Elke supporters liaison officer wordt minstens één keer om de vijf jaar aan een volledig nieuw onderzoek van de voorwaarden, bepaald in artikel 7bis/5, en van de profielvereisten, voorzien in artikel 7bis/6 onderworpen.
   De betrokkene dient binnen de maand te rekenen vanaf de datum van het schriftelijk verzoek van de organisator de documenten bedoeld in paragraaf 1, tweede lid over te maken. Het onderzoek gebeurt volgens de procedure voorzien in paragraaf 2." ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2020-02-19/05, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>


Art 7bis/8. [1 De aanwijzing van de supporters liaison officer en de vaststelling van diens bevoegdheden gebeurt door de clubdirectie via een schriftelijke overeenkomst die afgesloten wordt tussen de organisator en de supporters liaison officer.
   Deze overeenkomst beschrijft de taken en de bevoegdheden van de supporters liaison officer en bepaalt uitdrukkelijk dat de supporters liaison officer niet bevoegd is om beslissingen te nemen die specifiek tot de bevoegdheid behoren van stewards, van de veiligheidsverantwoordelijke of van de organisator.
   Deze overeenkomst bevat met name de volgende elementen:
   - een overzicht van de bevoegdheden en taken van de supporters liaison officer;
   - de startdatum van de overeenkomst;
   - de redenen tot stopzetting van de overeenkomst. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2020-02-19/05, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>


Art 7bis/9.[1 Zowel op wedstrijddagen als op dagen wanneer er geen wedstrijd is, voert de supporters liaison officer de volgende taken uit:
   - overleg- en bemiddelingsmomenten organiseren tussen de supportersvertegenwoordigers, de clubvertegenwoordigers en de institutionele vertegenwoordigers en eraan deelnemen, met als doel conflicten te voorkomen en ieders noden op elkaar af te stemmen;
   - infosessies organiseren tijdens dewelke met name de bekommernissen van de supporters worden aangekaart en eraan deelnemen;
   - deelnemen aan de veiligheidsvergaderingen en/of organisatorische coördinatievergaderingen voor de aangelegenheden die onder zijn bevoegdheden vallen;
   - tijdens de wedstrijden onder de supporters een positieve invloed uitoefenen, zowel tijdens conflictsituaties tussen supporters als door mensen die ongepast gedrag vertonen te sensibiliseren en te responsabiliseren;
   - de relevante klachten van de supporters rapporteren aan de directie van de club om de relaties tussen deze twee partijen te verbeteren en de potentiële risico's op escalatie van de spanningen te minimaliseren;
   - relevante informatie meedelen aan de supporters liaison officers van de andere clubs en de ontwikkeling van contacts met andere supporters liaison officers. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2020-02-19/05, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>

Art 7bis/10. [1 In het jaar volgend op zijn aanwijzing zal de supporters liaison officer een opleiding gevolgd hebben die georganiseerd wordt door de overkoepelende sportbond. Het programma van deze opleiding moet op elk moment ter beschikking kunnen worden gesteld van de Minister van Binnenlandse Zaken. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2020-02-19/05, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>


Art 7bis/11. [1 De supporters liaison officers die vóór de inwerkingtreding van dit besluit worden aangewezen, moeten uitsluitend voldoen aan de vereisten van artikel 7bis/6 van dit besluit. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2020-02-19/05, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>


HOOFDSTUK III. - Installatie van een lokale adviesraad.
Art.8. § 1. De lokale adviesraad voor de veiligheid bij voetbalwedstrijden vormt een evaluatieorgaan voor wat betreft de rol en het werk van de verschillende actoren betrokken bij de organisatie van voetbalwedstrijden.
  § 2. De raad is ook een plaats voor reflectie over vragen van actieve en passieve veiligheid.
  Onder passieve veiligheid verstaat men het geheel van maatregelen die in hoofdzaak betrekking hebben op installaties en die geen menselijke actie vergen de dag van de gebeurtenis met het oog op het garanderen van het vreedzaam verloop van de gebeurtenis.
  Onder actieve veiligheid verstaat men het beheren van middelen op vlak van materieel en personeel om het vreedzaam verloop van de gebeurtenis te garanderen volgens het potentieel risico van de ontmoeting.
  § 3. De lokale adviesraad vervangt niet de algemene of operationele coördinatie- of evaluatievergaderingen die door of op initiatief van de administratieve overheden worden ingericht.
  Hij vervangt ook niet de vergaderingen voorafgaand aan het sluiten van overeenkomsten bedoeld in artikel 5 van de wet.

Art.9.Zijn vertegenwoordigd op de vergaderingen van de lokale adviesraad : de hoofdsteward, [1 de supporters liaison officer,]1 de medische hulpdiensten, de brandweerdiensten, de gemeentelijke technische diensten, de verantwoordelijken van de fancoaching-projecten, de politiediensten, evenals elke actor die betrokken is bij het thema dat tijdens de vergadering aan bod komt.
  ----------
  (1)<KB 2020-02-19/05, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 13-03-2020>

Art.10. De lokale adviesraad verstrekt ambtshalve adviezen over elke materie die onder zijn bevoegdheid valt of op verzoek van een administratieve overheid over het thema dat deze laatste aanduidt.

Art.11. De veiligheidsverantwoordelijke roept de lokale adviesraad op geregelde tijdstippen bijeen, en zit de vergaderingen voor.

Art.12. De veiligheidsverantwoordelijke stelt een driemaandelijks rapport op, waarin een overzicht wordt gegeven van de werkzaamheden van de lokale adviesraad, evenals over de werking en de evolutie van het beleid van burgerrechtelijke uitsluiting uit de stadions, gevoerd door de organisator overeenkomstig artikel 10, eerste lid, 2°, van de wet.
  Dit rapport wordt medegedeeld aan de voetbalcel, opgericht binnen de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie door artikel 14 van dit besluit.

Art.13. De veiligheidsverantwoordelijke vertegenwoordigt de lokale adviesraad in de vergaderingen voor coördinatie en uitwisseling betreffende de veiligheid en de openbare orde inzake voetbal, zoals voorzien door artikel 15, 4°, van dit besluit.

HOOFDSTUK IV. - Oprichting van een voetbalcel.
Art.14. In de schoot van de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie, Ministerie van Binnenlandse Zaken, wordt een voetbalcel opgericht.

Art.15. Deze cel is belast met volgende opdrachten :
  1° het coördineren van de fenomeenanalyses die betrekking hebben op de veiligheid inzake voetbal;
  2° de Minister adviseren inzake de principes die de veiligheid en de ordehandhaving bij voetbal moeten beheersen;
  3° de Minister adviseren voor het opstellen en het tenuitvoerleggen van de normen of de richtlijnen betreffende de veiligheid inzake voetbal;
  4° fungeren als overlegforum voor de coördinatie en de uitwisseling betreffende de veiligheid en de openbare orde inzake voetbal en het geregeld samenbrengen van de diverse actoren;
  5° de ambtenaren bedoeld in de artikelen 25, eerste lid, en 26 van de wet bijstaan in de uitvoering van hun taken door hun de nodige expertise te verlenen;
  6° advies uitbrengen over de goedkeuring van de experten bedoeld in artikel 4, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 2 juni 1999 houdende de in voetbalstadions na te leven veiligheidsnormen;
  7° de nodige raadplegingen uitvoeren en advies uitbrengen betreffende de afwijkingen bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 2 juni 1999 houdende de in voetbalstadions na te leven veiligheidsnormen;
  8° de Minister van Binnenlandse Zaken vertegenwoordigen in de internationale werkgroepen betreffende de veiligheid inzake voetbal.

HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.16. De veiligheidsverantwoordelijke die werden aangesteld voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit, volgen de opleiding bedoeld in artikel 7, 5°, van dit besluit, binnen een termijn van zes maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art.17. Artikel 5bis van het koninklijk besluit van 17 juli 1989 houdende de normen betreffende de bescherming van de toeschouwers tegen brand en paniek bij manifestaties in stadions, gewijzigd door het koninklijk besluit van 14 mei 1990 en door het koninklijk besluit van 8 september 1997, wordt opgeheven.

Art.18. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1999.

Art. 19. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.