8 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit waarbij aan de Vrije Universiteit Brussel mededeling van informatiegegevens uit het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend in het kader van het onderzoek " Tussen burger en overheid ".
Art. 1-5
Artikel 1. Aan de Vrije Universiteit Brussel wordt machtiging verleend om mededeling te ontvangen van de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 3°, 4° en 5° van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, met betrekking tot 5 100 personen, die de steekproef vormen die zal ondervraagd worden over hun participatie aan het middenveld en de daaraan gekoppelde attitudes inzake burgerschap en politieke cultuur, en dit in het kader van het onderzoek " Tussen burger en overheid ".
Art.2. De personen die deel uitmaken van de steekproef, bedoeld in artikel 1, zullen vóór de aanvang van het onderzoek schriftelijk op de hoogte gebracht worden van de precieze aard daarvan, van de juiste benaming van de onderzoeksinstelling waarvoor de onderzoeksactiviteit wordt verricht, van de doelstellingen die het nastreeft en van de modaliteiten volgens welke de ingewonnen informatiegegevens zullen worden verwerkt.
Zij zullen ervan worden in kennis gesteld dat zij niet verplicht zijn mede te werken aan het onderzoek, en dat zij hun medewerking op ieder moment kunnen stopzetten, zonder hiervoor een wettiging te moeten geven.
Zij zullen bovendien ingelicht worden over de termijn van bewaring van de gegevens, waarin wordt voorzien in artikel 4, eerste lid, en over het feit dat de hen betreffende gegevens anoniem gemaakt zullen worden.
Een exemplaar van de brief bedoeld in het eerste lid, alsmede van de vragenlijst die aan de personen die uitgenodigd worden aan het onderzoek mee te werken zal voorgelegd worden, zal vooraf aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gezonden worden.
Art.3. De mededeling van de in artikel 1 bedoelde informatiegegevens uit het Rijksregister geschiedt aan de rector van de Vrije Universiteit Brussel.
De persoon bedoeld in het eerste lid duidt onder de leden van het personeel van het Centrum voor Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel bij name en schriftelijk aan wie gebruik mag maken van de informatiegegevens in het kader van de geplande onderzoeksactiviteit, en dit enkel voor de doeleinden vermeld in artikel 1.
De lijst van de leden van het personeel van het Centrum voor Sociologie van de VUB, bedoeld in het voorgaande lid, met aanduiding van hun functie, wordt opgesteld in de maand die volgt op de inwerkingtreding van het onderhavig besluit. Hij wordt dadelijk aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gezonden.
Art.4. De met toepassing van artikel 1 uit het Rijksregister verstrekte informatiegegevens moeten worden gewist of vernietigd binnen twee maanden volgend op de beëindiging van het onderzoek en uiterlijk op 31 december 1998.
Zij mogen niet medegedeeld worden aan derden.
Worden niet als derden beschouwd voor de toepassing van het voorgaande lid :
1° de natuurlijke personen waarop deze informatiegegevens betrekking hebben of hun wettelijke vertegenwoordigers;
2° de personeelsleden van het onderzoekscentrum DIMARSO N.V., dat optreedt in de hoedanigheid van onderaannemer in opdracht van het Centrum voor Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel, en in die hoedanigheid door Ons erkend wordt.
De mededeling van informatiegegevens door de Vrije Universiteit Brussel aan DIMARSO N.V. beperkt zich evenwel tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° en 5°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983. Ze mag enkel betrekking hebben op die personen waarvan effectief een interview zal worden afgenomen.
Deze informatiegegevens mogen door DIMARSO N.V. slechts bewaard worden gedurende de tijd die nodig is voor het veldwerk. Ze dienen in elk geval uitgewist te worden op 31 december 1998.
Art. 5. Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Wetenschapsbeleid en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 februari 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
L. VAN DEN BOSSCHE
De Minister van Wetenschapsbeleid,
Y. YLIEFF
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS