Details



Externe links:

Justel
Reflex

Overzicht pdf



Titel:

19 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit ter uitvoering van de richtlijn 95/50/EG van de Raad van 6 oktober 1995 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg. (NOTA: Opgeheven voor het Waals Gewest door <BWG2024-04-25/53, art. 16, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-11-1998 en tekstbijwerking tot 09-09-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-2
Art. 2 Vlaams Gewest
Art. 3-5
Art. 5 Vlaams Gewest
Art. 6-10
BIJLAGEN.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2006014117  2015036638 



Artikels:

Artikel 1. (Dit besluit zet de richtlijn 95/50/EG van de Raad van 06 oktober 1995 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, gewijzigd bij de richtlijn 2001/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 07 mei 2001 en de richtlijn 2004/112/EG van de Commissie van 13 december 2004, om in Belgisch recht.) <KB 2006-05-23/36, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  Dit besluit is van toepassing op de controles op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg. Het is niet van toepassing op het vervoer van gevaarlijke goederen met voertuigen gebruikt door de strijdkrachten of die onder de verantwoordelijkheid van de militaire overheid vallen.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "A.D.R." : het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg en zijn bijlagen, ondertekend op 30 september 1957 en goedgekeurd door de wet van 10 augustus 1960;
  2° "voertuig" : ieder voor deelname aan het wegverkeer bestemd compleet of niet compleet motorvoertuig op ten minste vier wielen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km/u, alsmede aanhangwagens daarvan, met uitzondering van voertuigen die zich over rails voortbewegen, landbouw- en bosbouwtrekkers, alle mobiele machines en de voertuigen die toebehoren aan de strijdkrachten of onder hun verantwoordelijkheid vallen;
  3° "vervoer" : ieder vervoer over de weg door een voertuig dat geheel of gedeeltelijk plaatsvindt via het openbare wegennet, met inbegrip van de onder het A.D.R. vallende laad- en losactiviteiten, onverminderd de bij de wetgevingen voorgeschreven regeling betreffende de uit deze verrichtingen voortvloeiende verantwoordelijkheid;
  4° "onderneming" : iedere natuurlijke persoon, iedere rechtspersoon, met of zonder winstoogmerk, iedere vereniging of groepering van personen zonder rechtspersoonlijkheid en met of zonder winstoogmerk, alsmede iedere onder de overheid ressorterende instelling met een eigen rechtspersoonlijkheid of behorende tot een instantie met rechtspersoonlijkheid, die zich bezighoudt met hetzij het vervoeren, laden, lossen of laten vervoeren van gevaarlijke goederen, hetzij het tijdelijk opslaan, bijeenbrengen, verpakken of in ontvangst nemen van dergelijke goederen in het kader van een vervoersactiviteit;
  5° "gevaarlijke goederen" : de in het A.D.R. gedefinieerde goederen;
  6° "controle-ambtenaar" : een van de ambtenaren die gelast zijn met het toezicht op de naleving van de voorschriften van het A.D.R. of van de nadere regels vastgesteld voor de uitvoering van die voorschriften, dan wel met de vaststelling van de overtredingen van die voorschriften of nadere regels;
  7° "bevoegde overheid" :
  - de Minister van Economie, voor de controle van het vervoer van goederen die behoren tot de klassen 1, 3, 6°, 4.1, 21° tot 25° en 5.1,20° en 21° van gevaarlijke goederen omschreven in het A.D.R.;
  - de Minister van Binnenlandse Zaken, voor de controle van het vervoer van goederen die behoren tot klasse 7 van gevaarlijke goederen omschreven in het A.D.R.;
  - de Minister van Vervoer, voor de controle van het vervoer van de andere gevaarlijke goederen.

Art. 2_VLAAMS_GEWEST.    Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :  1° "A.D.R." : het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg en zijn bijlagen, ondertekend op 30 september 1957 en goedgekeurd door de wet van 10 augustus 1960;  2° "voertuig" : ieder voor deelname aan het wegverkeer bestemd compleet of niet compleet motorvoertuig op ten minste vier wielen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km/u, alsmede aanhangwagens daarvan, met uitzondering van voertuigen die zich over rails voortbewegen, landbouw- en bosbouwtrekkers, alle mobiele machines en de voertuigen die toebehoren aan de strijdkrachten of onder hun verantwoordelijkheid vallen;  3° "vervoer" : ieder vervoer over de weg door een voertuig dat geheel of gedeeltelijk plaatsvindt via het openbare wegennet, met inbegrip van de onder het A.D.R. vallende laad- en losactiviteiten, onverminderd de bij de wetgevingen voorgeschreven regeling betreffende de uit deze verrichtingen voortvloeiende verantwoordelijkheid;  4° "onderneming" : iedere natuurlijke persoon, iedere rechtspersoon, met of zonder winstoogmerk, iedere vereniging of groepering van personen zonder rechtspersoonlijkheid en met of zonder winstoogmerk, alsmede iedere onder de overheid ressorterende instelling met een eigen rechtspersoonlijkheid of behorende tot een instantie met rechtspersoonlijkheid, die zich bezighoudt met hetzij het vervoeren, laden, lossen of laten vervoeren van gevaarlijke goederen, hetzij het tijdelijk opslaan, bijeenbrengen, verpakken of in ontvangst nemen van dergelijke goederen in het kader van een vervoersactiviteit;  5° "gevaarlijke goederen" : de in het A.D.R. gedefinieerde goederen;  6° "controle-ambtenaar" : een van de ambtenaren die gelast zijn met het toezicht op de naleving van de voorschriften van het A.D.R. of van de nadere regels vastgesteld voor de uitvoering van die voorschriften, dan wel met de vaststelling van de overtredingen van die voorschriften of nadere regels;  7° "bevoegde overheid" :  - de Minister van Economie, voor de controle van het vervoer van goederen die behoren tot de klassen 1, 3, 6°, 4.1, 21° tot 25° en 5.1,20° en 21° van gevaarlijke goederen omschreven in het A.D.R.;  - de Minister van Binnenlandse Zaken, voor de controle van het vervoer van goederen die behoren tot klasse 7 van gevaarlijke goederen omschreven in het A.D.R.;  - de Minister van Vervoer [1 en de Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het verkeer]1, voor de controle van het vervoer van de andere gevaarlijke goederen.
  ----------
  (1)<BVR 2015-12-04/23, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 23-01-2016>


Art.3. De controle-ambtenaren oefenen de in artikel 1 vermelde controles uit aan de hand van de controlelijst vervat in bijlage I van dit besluit. De bestuurder van het voertuig krijgt een ingevuld exemplaar van die lijst en toont het bij elke latere controle. Hetgeen voorafgaat laat het recht onverlet om ad hoc specifieke controles uit te voeren.
  De controles mogen niet langer duren dan redelijk is.

Art.4. Indien, bij een controle in een onderneming, één of meer van de in bijlage II vermelde inbreuken zijn vastgesteld, moet het betrokken vervoer in overeenstemming met de voorschriften zijn gebracht alvorens de onderneming te verlaten.

Art.5. Ten einde de controles te bepalen en te verbeteren, wordt geregeld overleg gepleegd tussen de controle-instanties en de bevoegde overheden, op initiatief en onder de leiding van de Minister tot wiens bevoegdheid het Bestuur van de Verkeersreglementering en van de Infrastructuur behoort.

Art. 5_VLAAMS_GEWEST.    Ten einde de controles te bepalen en te verbeteren, wordt geregeld overleg gepleegd tussen de controle-instanties en de bevoegde overheden, op initiatief en onder de leiding van de Minister tot wiens bevoegdheid het Bestuur van de Verkeersreglementering en van de Infrastructuur behoort [1 of van de Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer]1.
  ----------
  (1)<BVR 2015-12-04/23, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 23-01-2016>


Art.6. Onverminderd artikel 290 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen, mogen de door de bevoegde overheid erkende instellingen monsters nemen van de vervoerde producten en deze monsters analyseren. De kosten die er uit voortvloeien zijn ten laste van de overtreder.
  De bevoegde overheid mag nadere regels vaststellen voor de monsterneming.

Art.7. (Indien tijdens een controle over de weg één of meer van de in bijlage II vermelde inbreuken van risicocategorie I worden vastgesteld, mag de controleambtenaar de bestuurder van het betrokken voertuig bevelen zijn voertuig op een plaats te parkeren die in het hoofdstuk 8.4 van het A.D.R. bepaalde veiligheidsgaranties biedt, zolang de tekortkomingen niet zijn verholpen. De bestuurder is verplicht de bevelen van de controleambtenaar op te volgen. De kosten die te wijten zijn aan het doorrijverbod, zijn ten laste van de overtreder.) <KB 2006-05-23/36, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  De bevoegde overheid mag nadere richtlijnen vaststellen met betrekking tot het doorrijverbod.

Art.8. De controle-instanties zenden uiterlijk op het einde van het 1ste trimester volgend op het jaar in kwestie een jaarverslag naar het Bestuur bedoeld in artikel 5 dat de gegevens vermeld in bijlage III bevat.
  Dit Bestuur maakt een algemeen jaarverslag op ten behoeve van elke bevoegde overheid en van de Minister tot wiens bevoegdheid de verkeersveiligheid behoort.

Art.9. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art.10. Onze Minister van Economie, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Vervoer en de Staatssecretaris voor Veiligheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. A.D.R. Controle.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26-11-1998, p. 37944-37945).
  Gewijzigd bij :
  <KB 2006-05-23/36, art. 1, Inwerkingtreding : 01-06-2006; B.S. 31-05-2006, p. 28221-28223>

Art. N2. Bijlage II. - Inbreuken. <KB 2006-05-23/36, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
  In het kader van dit besluit bevat de volgende niet-volledige lijst, ingedeeld in drie risicocategorieën (waarvan categorie I de ernstigste is), een leidraad voor wat als inbreuk dient te worden beschouwd.
  Bij de bepaling van de juiste risicocategorie moet rekening worden gehouden met de specifieke omstandigheden; de bepaling hiervan wordt overgelaten aan de controlerende instantie/functionaris ter plaatse.
  Tekortkomingen die niet onder de risicocategorieën worden genoemd, worden aan de hand van de beschrijvingen van de categorieën ingedeeld.
  Wanneer er sprake is van verschillende inbreuken per vervoerseenheid, wordt voor de rapportage (zie bijlage III van dit besluit) alleen de ernstigste risicocategorie vermeld.
  1. Risicocategorie I
  Wanneer er bij het niet in acht nemen van de desbetreffende ADR-bepalingen een hoog risico op dodelijke slachtoffers, ernstig letsel voor personen of significante aantasting van het milieu ontstaat, zullen er normaal gesproken onmiddellijk afdoende corrigerende maatregelen worden genomen, zoals het blokkeren van het voertuig.
  Dergelijke gevallen zijn :
  (1) de gevaarlijke goederen mogen niet worden vervoerd;
  (2) lekkage van gevaarlijke stoffen;
  (3) vervoer met een verboden of ongeschikt vervoermiddel;
  (4) bulkvervoer in een container die qua constructie niet geschikt is;
  (5) vervoer in een voertuig zonder adequaat goedkeuringscertificaat;
  (6) het voertuig voldoet niet langer aan de goedkeuringsnormen en levert een direct gevaar op (anders ingedeeld in risicocategorie II);
  (7) er wordt een niet-goedgekeurde verpakking gebruikt;
  (8) de verpakking voldoet niet aan de verpakkingsinstructie die van toepassing is;
  (9) er wordt niet voldaan aan de speciale bepalingen voor gezamenlijke verpakking;
  (10) er wordt niet voldaan aan de voorschriften inzake beladen en vastzetten;
  (11) er wordt niet voldaan aan de voorschriften inzake het gezamenlijk laden van colli;
  (12) er wordt niet voldaan aan de voorschriften inzake de maximaal toelaatbare vulling van tanks of colli;
  (13) er wordt niet voldaan aan de voorschriften inzake de beperking van de hoeveelheden die in één vervoerseenheid mogen worden vervoerd;
  (14) vervoer van gevaarlijke goederen zonder vermelding van hun aanwezigheid (bijvoorbeeld documenten, kenmerking en etikettering van de colli, grote etiketten en kenmerking op het voertuig );
  (15) vervoer zonder grote etiketten en kenmerking op het voertuig;
  (16) er ontbreekt informatie over de stof die wordt vervoerd waardoor kan worden vastgesteld of er sprake is van een inbreuk van risicocategorie I ( bijvoorbeeld UN-nummer, correcte vervoersnaam, verpakkingsgroep );
  (17) de chauffeur heeft geen geldig certificaat van een beroepsopleiding;
  (18) er wordt vuur of een niet reglementaire zaklamp gebruikt;
  (19) het rookverbod wordt niet in acht genomen.
  2. Risicocategorie II
  Wanneer er bij het niet in acht nemen van de desbetreffende ADR-bepalingen een risico op letsel voor personen of aantasting van het milieu ontstaat, zullen er normaal gesproken afdoende corrigerende maatregelen worden genomen, zoals aanpassing op de controleplaats indien dit mogelijk en van toepassing is, maar uiterlijk bij het voltooien van het vervoerstraject van dat moment.
  Dergelijke gevallen zijn :
  (1) de vervoerseenheid bestaat uit meer dan een aanhanger/oplegger;
  (2) het voertuig voldoet niet langer aan de goedkeuringsnormen maar levert geen direct gevaar op;
  (3) het voertuig bevat geen operationele brandblusser, zoals vereist; een brandblusser kan nog als operationeel worden beschouwd als alleen de voorgeschreven verzegeling en/of de vervaldatum ontbreken; dit gaat echter niet op als duidelijk zichtbaar is dat de brandblusser niet langer operationeel is, bijvoorbeeld als de drukmeter op 0 staat;
  (4) het voertuig bevat niet de uitrusting die krachtens het ADR of de schriftelijke instructies vereist is;
  (5) er is niet voldaan aan de beproevings- en inspectiedata en gebruiksperiode voor verpakkingen, IBC's of grote verpakkingen;
  (6) er worden colli met een beschadigde verpakking, IBC of grote verpakking of beschadigde ongereinigde lege verpakkingen vervoerd;
  (7) vervoer van verpakte goederen in een container die qua constructie niet geschikt is;
  (8) de tanks/tankcontainers (ook als ze leeg en ongereinigd zijn) zijn niet correct gesloten;
  (9) vervoer van een combinatieverpakking met een buitenverpakking die niet correct gesloten is;
  (10) onjuiste etikettering, kenmerking of grote etiketten;
  (11) er zijn geen schriftelijke instructies in overeenstemming met het ADR of de schriftelijke instructies hebben geen betrekking op de vervoerde goederen;
  (12) het voertuig staat niet onder afdoende toezicht of is niet juist geparkeerd.
  3. Risicocategorie III
  Wanneer er bij het niet in acht nemen van de desbetreffende bepalingen een gering risico op letsel voor personen of aantasting van het milieu ontstaat en wanneer afdoende corrigerende maatregelen niet op de controleplaats behoeven te worden genomen, maar later bij de onderneming kunnen worden genomen.
  Dergelijke gevallen zijn :
  (1) de omvang van grote etiketten of etiketten of de grootte van letters, cijfers of symbolen op grote etiketten of etiketten voldoet niet aan de voorschriften;
  (2) in de documentatie voor het vervoer ontbreekt andere informatie dan onder risicocategorie I (punt 16) wordt vermeld;
  (3) het opleidingscertificaat bevindt zich niet in het voertuig, maar er zijn gegevens waaruit blijkt dat de chauffeur dit wel heeft.

Art. N3. Bijlage III. - Verslag over inbreuken en sancties.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26-11-1998, p. 37948).
  Gewijzigd bij :
  <KB 2006-05-23/36, art. 1, Inwerkingtreding : 01-06-2006; B.S. 31-05-2006, p. 28226>