Artikel 1. Aan artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector wordt een 8°, 9° en 10° toegevoegd, die luiden als volgt :
  " 8° het koninklijk besluit van 5 februari 1997 : het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector;
  9° het protocol : het protocol, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 25 maart 1997;
  10° de CAO van 24 maart 1997 : de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de sector Opvoedings- en Huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap, afgesloten in het PC 319.01. ".
Art. 2. In hetzelfde besluit wordt een afdeling 2bis ingevoegd, bestaande uit artikel 12bis tot en met 12novies, die luidt als volgt :
  " Afdeling 2bis. - Bijkomend personeel betaald met toepassing van de CAO van 24 maart 1997.
  Onderafdeling A. - Bijkomend personeel voor voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand, voor voorzienigen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap en voor centra voor integrale gezinszorg.
Art. 12bis. Ter uitvoering van de CAO van 24 maart 1997 en voor de duur van de toepassing van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 en van het protocol worden de RSZ-kortingen die in het kader van die reglementering zijn toegestaan aan de voorzieningen, bedoeld in artikel 1, 1° en 3°, en aan de tehuizen voor moeders, bedoeld in artikel 1, 4°, ter beschikking gesteld van die voorzieningen met het oog op bijkomende tewerkstelling van personeel, directiepersoneel uitgezonderd.
  Daarvoor moeten die voorzieningen bij de voorzitter van het Paritair Subcomité 319.01 de toetredingsakte hebben ingediend die hen recht geeft op de RSZ-korting.
Art. 12ter. Om aan de in artikel 12bis bedoelde voorzieningen een minimum bijkomende tewerkstelling van 1/3 voltijdse functie te garanderen, wordt voor de voorzieningen met ten hoogste 25 personeelsleden een bijkomend bedrag gesubsidieerd tot, samen met de RSZ-korting, het bedrag van F 333 900 is bereikt. Het bedrag van die bijkomende subsidiëring wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 2 bij dit besluit.
  Ter compensatie wordt van de in het eerste lid bedoelde bijkomende subsidiëring wordt van de in artikel 12bis bedoelde voorzieningen die meer dan 26 personeelsleden tewerk stellen, een bedrag aan subsidies ingehouden, dat wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 2 bij dit besluit.
  Het in de vorige leden bedoelde aantal personeelsleden wordt bepaald op 2 januari van het betrokken jaar.
Art. 12quater. De voorzieningen die binnen het betrokken kalenderjaar de bijkomende tewerkstelling niet realiseren, zijn ertoe gehouden niet aangewende gedeelte van het totaal gesubisieerde bedrag of het totaal te besteden bedrag, vermeld in bijlage 2 bij dit besluit, over te maken aan het Sociaal fonds van de Vlaamse Opvoedings- en Huisvestingsinrichtingen.
  Dit Fonds zal die middelen aanwenden om aan voorzieningen als bedoeld in artikel 12bis, eerste lid, personeel ter beschikking te stellen, dat niet tot de gesubsidieerde personeelsformatie van die voorzieningen behoort. Het Fonds zal trimestrieel een verantwoording afleggen bij de Vlaamse regering over de aanwending van die middelen.
Art. 12quinquies. Het personeel dat bijkomend wordt tewerkgesteld met toepassing van artikel 12bis, valt niet onder de toepassing van artikel 11 noch onder de sectorale regelingen die voor de betrokken voorzieningen gelden.
  Onderafdeling B. - Bijkomend personeel voor kinderopvangcentra en kinderdag- en nachtverblijven.
Art. 12sexies. Ter uitvoering van de CAO van 24 maart 1997 en voor de duur van de toepassing van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 en van het protocol verrekende instelling Kind en Gezin de aanvullende bijpassingen bij de RSZ-kortingen en de door de kinderopvangcentra en kinderdag- en -nachtverblijven, bedoeld in artikel 1, 4°, toegekende bijdragen met het oog op bijkomende tewerkstelling van personeel, directiepersoneel uitgezonderd, door die voorzieningen.
  Daarvoor moeten die voorzieningen aangesloten zijn bij het Paritair Subcomité 319.01 en dient de door hen bij de voorzitter van dat subcomité ingediende toetredingsakte goedgekeurd te zijn.
Art. 12septies. Om aan de in artikel 12sexies bedoelde voorzieningen een minimum bijkomende tewerkstelling van 1/3 voltijdse functie te garanderen, wordt voor de voorzieningen met ten hoogste 25 personeelsleden jaarlijks een bijkomend bedrag bijgepast tot, samen met de RSZ-korting, het bedrag van F 333 900 is bereikt. Het bedrag van die bijpassing wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 2 bij dit besluit.
  Ter compensatie wordt van de in het eerste lid bedoelde bijkomende subsidiëring wordt van de in artikel 12sexies bedoelde voorzieningen die meer dan 26 personeelsleden tewerk stellen, een bijdrage ingehouden, die wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 2 bij dit besluit.
  Het in de vorige leden bedoelde aantal personeelsleden wordt bepaald op 2 januari van het betrokken jaar aan de hand van de toetredingsakte en de tewerkstellingsfiches die aan de voorzitter, bedoeld in artikel 12sexies, tweede lid, werden ingediend. Enkel personeelsleden met tenminste een halftijdse betrekking worden in aanmerking genomen.
Art. 12octies. Het overeenkomstig artikel 12septies bij te passen of bij te dragen wordt a rato van één vierde van het bedrag op jaarbasis uitgekeerd of geïnd samen met de voorschotten op de subsidiëring op basis van de capaciteit volgens artikel 37 en 38 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 houdende erkenning en subsidiëring van centra voor kinderzorg en kinderondersteuning.
  Onderafdeling C. - Algemene bepaling.
Art. 12novies. De bepalingen van deze afdeling vallen onder de toepassing van het koninklijk besluit van 5 februari 1997. ".
Art. 3. Aan hetzelfde besluit wordt een bijlage 2 toegevoegd, waarvan de tekst is opgenomen als bijlage bij dit besluit.
Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
  Brussel, 19 mei 1998.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  L. VAN DEN BRANDE
  De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn,
  L. MARTENS

Art. N1. Bijlage 2.  Aantal            RSZ vermindering   Bijkomende          Totaal   personeelsleden                      subsidie            gesubsidieerd                                                            bedrag     1                   13 000            320 900             333 900     2                   26 000            307 900             333 900     3                   39 000            294 900             333 900     4                   52 000            281 900             333 900     5                   65 000            268 900             333 900     6                   78 000            255 900             333 900     7                   91 000            242 900             333 900     8                  104 000            229 900             333 900     9                  117 000            216 900             333 900    10                  130 000            203 900             333 900    11                  143 000            190 900             333 900    12                  156 000            177 900             333 900    13                  169 000            164 900             333 900    14                  182 000            151 900             333 900    15                  195 000            138 900             333 900    16                  208 000            125 900             333 900    17                  221 000            112 900             333 900    18                  234 000             99 900             333 900    19                  247 000             86 900             333 900    20                  260 000             73 900             333 900    21                  273 000             60 900             333 900    22                  286 000             47 900             333 900    23                  299 000             34 900             333 900    24                  312 000             21 900             333 900    25                  325 000              8 900             333 900    26                  338 000                  0             338 000
  Aantal            Korting RSZ        Af te houden        Totaal te   personeelsleden                      subsidiebedrag      besteden    27                  351 000             11 800             339 200    28                  364 000             24 800             339 200    29                  377 000             37 800             339 200    30                  390 000             50 800             339 200    31                  403 000             63 800             339 200    32                  416 000             76 800             339 200    33                  429 000             79 200             349 800    34                  442 000             81 600             360 400    35                  455 000             84 000             371 000    36                  468 000             86 400             381 600    37                  481 000             88 800             392 200    38                  494 000             91 200             402 800    39                  507 000             93 600             413 400    40                  520 000             96 000             424 000    41                  533 000             98 400             434 600    42                  546 000            100 800             445 200    43                  559 000            103 200             455 800    44                  572 000            105 600             466 400    45                  585 000            108 000             477 000    46                  598 000            110 400             487 600    47                  611 000            112 800             498 200    48                  624 000            115 200             508 800    49                  637 000            117 600             519 400    50                  650 000            120 000             530 000    51                  663 000            112 400             540 600  per bijkomend      " + 13 000 "        " + 2 400 "        " + 10 600 "   personeelslid

  De bedragen opgenomen in de bovenstaande tabellen worden gekoppeld aan de evolutie van de bedragen die zijn opgenomen in het koninklijk besluit van 5 februari 1997.