Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

26 MEI 1998. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de bepaling van het bedrag van de vergoedingen en de vergoedingen voor reis- en verblijfsonkosten dat aan de leden van het Vlaams Commissariaat voor de Media wordt toegekend. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-07-1998 en tekstbijwerking tot 13-10-2001)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2000035274  2001036154 



Artikels:

Artikel 1. Aan de voorzitter van het Vlaams Commissariaat voor de Media, hierna het Commissariaat te noemen, wordt een forfaitaire jaarlijkse vergoeding van (12 395 EUR) toegekend. <BVR 2001-09-07/38, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>

Art.2. De commissarissen van het Commissariaat ontvangen een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van (7 435 EUR). <BVR 2001-09-07/38, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>

Art.3. Aan de voorzitter en de commissarissen van het Commissariaat kan presentiegeld worden toegekend van (37 EUR) per zitting, met een maximum van (1 485 EUR) per jaar. <BVR 2001-09-07/38, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  (Aan de plaatsvervangende commissarissen van het Commissariaat kan presentiegeld worden toegekend van (125 EUR) per zitting, met een maximum van (2 970 EUR) per jaar.) <BVR 2000-02-25/34, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 25-02-2000> <BVR 2001-09-07/38, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  Per dag kan maar één keer presentiegeld worden toegekend.

Art.4. <BVR 2000-02-25/34, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-2000> Aan de voorzitter, de commissarissen en de plaatsvervangende commissarissen van het Commissariaat kunnen daarenboven ook nog reis- en verblijfsonkosten worden vergoed, die in geen geval meer mogen bedragen dan de vergoedingen die ambtenaren van de rang A3/A4 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ontvangen.

Art.5. Het presentiegeld en de vergoeding van reis- en verblijfkosten, bedoeld in artikel 3 en 4, worden periodiek aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse regering ressorteren.

Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1998.

Art. 7. De minister, bevoegd voor het mediabeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 26 mei 1998.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  L. VAN DEN BRANDE
  De Vlaamse minister van Economie, K.M.O., Landbouw en Media,
  E. VAN ROMPUY