Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

4 JUNI 1998. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap houdende opheffing van reglementaire teksten tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de Duitstalige Gemeenschap tussenkomt in de kosten voor de behandeling van bepaalde ziekten (VERTALING).



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Opheffingsbepalingen.
Art. 1-12
HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepaling.
Art. 13-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1952041001  1957092803  1963092501  1965030601  1967072014  1967091505  1968082903  1970092101  1973112006  1986029213 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Opheffingsbepalingen.
Artikel 1. Het koninklijk besluit van 10 april 1952 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de Staat tegemoetkomt in de kosten voor onderhoud en behandeling van personen aangetast door poliomyelitis of door blauwe ziekte wordt opgeheven.

Art.2. Het koninklijk besluit van 28 september 1957 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de Staat tegemoet komt in de kosten voor onderhoud en behandeling van personen die aan hersenverlamming lijden, gewijzigd bij de besluiten van 15 september 1964 en van 20 augustus 1969, wordt opgeheven.

Art.3. Het koninklijk besluit van 25 september 1963 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de Staat tegemoetkomt in de kosten voor onderhoud en behandeling van personen aangetast door aangeboren misvorming van het focomelie-type wordt opgeheven.

Art.4. Het koninklijk besluit van 6 maart 1965 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de Staat tegemoetkomt in de kosten voor verpleging, behandeling en revalidatie van personen die aan sclerosis multiplex lijden, wordt opgeheven.

Art.5. § 1. Het koninklijk besluit van 20 juli 1967 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de Staat tegemoet komt in de kosten voor onderhoud en behandeling van personen die aan myopathie lijden, wordt opgeheven.
  § 2. Het ministerieel besluit van 15 september 1967 tot bepaling van de voorwaarden die de inrichtingen dienen te vervullen welke personen herbergen en verzorgen die lijden aan hersenverlamming, spina bifida of myopathie en waarvoor de tussenkomst van de Staat gevraagd wordt, gewijzigd bij besluit van 29 maart 1968, wordt opgeheven.

Art.6. Het koninklijk besluit van 29 augustus 1968 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de Staat tegemoet komt in de kosten voor onderhoud en behandeling van personen aangetast door kronische nierinsufficiëntie, gewijzigd bij besluit van 15 oktober 1973, wordt opgeheven.

Art.7. Het koninklijk besluit van 21 september 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de Staat tegemoetkomt in de kosten voor behandeling van personen aangetast door mucoviscoidosis wordt opgeheven.

Art.8. Het koninklijk besluit van 20 november 1973 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de Staat tegemoetkomt in de kosten van de specifieke behandeling van kinderen aangetast door hypofysaire dwerggroei wordt opgeheven.

Art.9. Het besluit van de Executieve van 8 april 1986 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de Duitstalige Gemeenschap tegemoetkomt in de kosten die bij een medicamenteuze behandeling van een allergie ontstaan, wordt opgeheven.

Art.10. Het besluit van de Executieve van 3 december 1987 tot vastlegging der voorwaarden waaronder de Duitstalige Gemeenschap in de kosten tussenkomt die uit de behandeling van coeliakie voortvloeien, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van 1 augustus 1988, wordt opgeheven.

Art.11. Het besluit van de Executieve van 3 december 1987 tot vastlegging der voorwaarden waaronder de Duitstalige Gemeenschap in de kosten tussenkomt die uit de behandeling van fenylketonurie voortvloeien, wordt opgeheven.

Art.12. Het besluit van de Executieve van 3 december 1987 tot vastlegging der voorwaarden waaronder de Duitstalige Gemeenschap in de kosten tussenkomt die uit de behandeling van kinderdiabetes voortvloeien, wordt opgeheven.

HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepaling.
Art.13. De vóór de inwerkingtreding van dit besluit geldende bepalingen blijven van toepassing op elke aanvraag om tussenkomst die in het kader van de artikelen 1 tot 12 van voorliggend besluit vóór de inwerkingtreding ervan ingediend werd.

Art. 14. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1998.
  Eupen, 4 juni 1998.
  Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
  De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme,
  J. MARAITE