19 FEBRUARI 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot opheffing van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 december 1997 tot wijziging van de artikels 19, 21, 22, 23 en 24 van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid.
Art. 1-2
Artikel 1. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 december 1997 tot wijziging van de artikels 19, 21, 22, 23 en 24 van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid, wordt ingetrokken.
Art. 2. De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 februari 1998.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen,
Ch. PICQUE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Ambtenarenzaken, Buitenlandse Handel, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
R. GRIJP