Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 DECEMBER 1997. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vastlegging van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan tot wijziging van het op 3 maart 1995 vastgelegd Gewestelijk Ontwikkelingsplan.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1972122803 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering legt het Gewestelijk Ontwikkelingsplan tot wijziging van het op 3 maart 1995 vastgelegd Gewestelijk Ontwikkelingsplan als volgt vast :
  In het algemeen voorschrift A.O.6. van de bundel van de geschreven stedenbouwkundige voorschriften van de verordenende kaart van de bodembestemming van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan wordt na het eerste en tweede lid, die § 1 worden, een § 2 toegevoegd, luidend als volgt :
  " § 2. Aan de bestaande gebouwen binnen een perimeter voor stedelijke industrie en die in hoofdzaak bestemd zijn voor kantoren kunnen verbouwings- of renovatiewerken gebeuren op voorwaarde dat deze niet leiden tot een verhoging van meer dan 100 % van de oppervlakte bestemd voor kantoorruimte, dat deze kantoren bestemd zouden worden voor de behoeften van het bestaande bedrijf dat er gevestigd is, dat de handelingen en werken werden onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking en om behoorlijk gemotiveerde sociaal-economische redenen.
  Er mag slechts eenmaal om de twintig jaar gebruik worden gemaakt van deze mogelijkheid. ".

Art.2. In artikel 21 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de voorstelling en de uitvoering van de ontwerpplannen en van de gewestplannen wordt na het enig lid, dat § 1 wordt, een § 2 toegevoegd dat luidt als volgt :
  " § 2. Aan de bestaande gebouwen binnen een perimeter voor stedelijke industrie en die in hoofdzaak bestemd zijn voor kantoren kunnen verbouwings- of renovatiewerken gebeuren op voorwaarde dat deze niet leiden tot een verhoging van meer dan 100 % van de oppervlakte bestemd voor kantoorruimte, dat deze kantoren bestemd zouden worden voor de behoeften van het bestaande bedrijf dat er gevestigd is, dat de handelingen en werken werden onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking en om behoorlijk gemotiveerde sociaal-economische redenen.
  Er mag slechts eenmaal om de twintig jaar gebruik worden gemaakt van deze mogelijkheid. "

Art. 3. De Minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
  De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en Minister van Plaatselijke Besturen, Tewerkstelling, Huisvesting en Monumenten en Landschappen,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer,
  H. HASQUIN