Uitvoeringsbesluiten niet geladen |
Artikel 1. Mogen op elk onderwijsgebied bedoeld bij artikel 4, § 1 van het decreet van 2 juni 1998 houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, georganiseerd worden de basisleergangen kunstonderwijs die hierna worden vermeld :
  1° op het gebied van de beeldende, visuele kunsten en de kunsten in de ruimte :
  a. multidisciplinaire vorming;
  b. kunstambachten voor de specialiteiten :
  - kunstsmeedwerk;
  - schrijnwerk;
  - [2 boekkunst : inbinden-vergulden;]2
  - juwelierskunst- juwelenmakerij;
  - brandschilderkunst;
  - [3 restauratie van kunstwerken en kunstvoorwerpen]3;
  c. grafische en picturale opzoekingen voor de specialiteiten :
  - tekenen;
  - schilderen;
  - illustratie en tekenverhalen;
  - reclame en visuele communicatie;
  - [2 Digitale kunsten;]2
  [2 - boekkunst : typografie en studie van het letterteken.]2
  d. gedrukt beeld voor de specialiteiten :
  - prentkunst;
  - lithografie;
  - etsdruk op zijde;
  - fotografie;
  - animatiefilm;
  - [2 cinegrafie;]2
  - infografie;
  [2 - videografie.]2
  e. geschiktmaking voor de specialiteiten :
  - [2 binnenhuisarchitect-decorateur/decoratie;]2
  - [2 design;]2
  - [2 scenografie.]2
  f. [3 textiele creatie.]3
  g. [2 monumentale kunsten]2 :
  - [2 ...]2
  - [2 ...]2
  h. volumes voor de specialiteiten :
  - beeldhouwwerk;
  - beeldhouwceramiek;
  i. vuurkunsten voor de specialiteiten :
  - aardewerk;
  - ceramiek;
  - [2 metaal;]2
  - [2 glaskunst.]2
  - [2 ...]2
  [2 j. [4 experimentele praktijken]4]2
  [3 k. modeontwerpen, sieraden en maskers.]3
  2° op het gebied van muziek :
  a. muziekopleiding [5 , globale organisatie en modulaire organisatie: module collectieve zang, module muziekcultuur en analyse, module lezing en module ritme]5;
  b. [4 instrumentale vorming voor de volgende specialiteiten:
   1) chromatische accordeon;
   2) alt;
   3) fagot;
   4) barok- en klassieke fagot;
   5) klarinet;
   6) klavecimbel;
   7) contrabas;
   8) hoorn;
   9) natuurlijke hoorn;
   10) doedelzak;
   11) blokfluit;
   12) dwarsfluit;
   13) barok- en klassieke dwarsfluit;
   14) gitaar;
   15) harp;
   16) hobo;
   17) barok- en klassieke hobo;
   18) luit;
   19) mandoline;
   20) musette;
   21) orgel;
   22) slaginstrumenten;
   23) piano;
   24) pianoforte;
   25) saxofoon;
   26) schuiftrombone;
   27) trompet;
   28) natuurlijke trompet;
   29) tuba;
   30) viola da gamba;
   31) viool;
   32) barokviool;
   33) cello;
   34) barokcello]4
;
  c. [4 ...]4;
  d. [4 instrumentale jazz-opleiding voor de volgende specialiteiten:
   1) jazz-accordeon;
   2) jazz-alt;
   3) jazz-drums;
   4) jazz-klarinet;
   5) jazz-klavier;
   6) jazz-contrabas;
   7) jazz-hoorn;
   8) jazz-dwarsfluit;
   9) jazz-gitaar;
   10) jazz-basgitaar;
   11) jazz-harmonica;
   12) jazz-saxofoon;
   13) jazz-trombone;
   14) jazz-trompet;
   15) jazz-tuba;
   16) jazz-vibrafoon;
   17) jazz-viool;
   18) jazz-cello]4
;
  e. [4 zang]4;
  [1 f. [4 jazz zang]4]1
  [6 g. popzang]6
  3° [4 op het gebied van spreek- en de toneelkunst:
   a. multidisciplinaire opleiding;
   b. voordrachtkunst;
   c. toneel;
   d. welsprekendheid]4
;
  4° op gebied van de danskunst :
  a. klassieke dans;
  b. hedendaagse dans;
  c. jazzdans.
  [1 d. multidisciplinaire vorming.]1
  
Art. 2. Mogen op elk onderwijsgebied bedoeld bij artikel 4, § 1 van voornoemd decreet van 2 juni 1998 georganiseerd worden de aanvullende leergangen kunstonderwijs die hierna worden vermeld :
  1° op het gebied van de beeldende, visuele kunsten en de kunsten in de ruimte :
  a. kunsttechnieken voor de specialiteiten :
  - architectuurtekening en maquettenmakerij;
  - technisch tekenen;
  - technologie van de fotografie;
  - technologie van het glaswerk;
  - technologie van de metalen;
  - technologie van de aarde en het brandschilderwerk;
  b. [2 kunstgeschiedenis en esthetische analyse]2;
  2° op het gebied van muziek :
  a. samenzang;
  b. (muziekgeschiedenis - analyse);
  c. (Muziekschrijven - analyse);
  d. algemene opleiding jazz;
  e. ritmiek;
  f. lichamelijke expressie;
  g. instrumentaal ensemble;
  h. jazz-ensemble;
  i. instrumentale kamermuziek;
  j. van het blad lezen - transpositie;
  k. lyrische kunst;
  l. vocale kamermuziek;
  m. klavieren [4 voor zangers]4;
  (n. begeleidingdgitaar;)
  [1 o. elektroakoestische muziek.]1
  [2 p. praktijk wereldmuziekritmes.]2
  [2 q. improvisatie.]2
  [2 r. erfgoedinstrumenten.]2
  [4 s. digitale muziekcreatie.]4
  3° [4 op het gebied van de spreek- en de toneelkunst:
   a. logopedie;
   b. workshop voordrachtkunst;
   c. toneelworkshop;
   d. spektakeltechnieken;
   e. stem- en lichaamstechnieken;
   f. literatuur- en theatergeschiedenis;
   g. lichaamsexpressie;
   h. theaterimprovisatie]4
;
  4° op het gebied van de danskunst :
  a. klassieke dans, voor de specialiteiten :
  - choreografische expressie;
  - rekstok op de vloer;
  - [3 ...]3
  - dans voor jongens;
  - repertorium;
  - spitzendans;
  - bewegingsleer;
  - geschiedenis van de danskunst;
  b. hedendaagse dans, voor de specialiteiten :
  - choreografische expressie;
  - rekstok op de vloer;
  - repertorium;
  - bewegingsleer;
  - geschiedenis van de danskunst;
  c. jazz-dans, voor de specialiteiten :
  - choreografische expressie;
  - rekstok op de vloer;
  - repertorium;
  - tapdansen;
  - bewegingsleer;
  - geschiedenis van de danskunst;
  [3 d. traditionele dans.]3
  
Art. 3. Voor elke bij artikel 1 bedoelde basisleergang zijn de criteria bepaald in de artikelen 4, § 3, 1° en 8, § 1, 1° en 3° van het voornoemd decreet van 2 juni 1998 vastgesteld in bijlage nr. 1 bij dit besluit.
Art. 4. Voor elke bij artikel 2 bedoelde aanvullende leergang zijn de criteria bepaald in de artikelen 4, § 3, 2° en 9 van het voornoemd decreet van 2 juni 1998 vastgesteld in bijlage nr. 2 bij dit besluit.
Art. 5. Onder de bij de artikelen 1 en 2 bedoelde leergangen kunnen enkel een begeleiding bekomen : 1° [3 op het gebied van muziek:
   a. de cursussen instrumentale opleidingen, alle specialiteiten;
   b. de cursussen instrumentale jazzopleidingen, alle specialiteiten;
   c. de zangcursus;
   d. de cursus jazzzang;
   e. de cursus ritmiek;
   f. de cursus lichaamsexpressie;
   g. de cursus samenzang;
   h. de cursus lyrische kunst.]3

  2° [3 op het gebied van de spreek- en de toneelkunst:
   a. de cursus multidisciplinaire opleiding;
   b. de cursus voordrachtkunst;
   c. de cursus toneel;
   d. de cursus welsprekendheid;
   e. de cursus workshop voordrachtkunst;
   f. de cursus toneelworkshop;
   g. de cursus lichaamsexpressie;
   h. de cursus theaterimprovisatie.]3

  3° op het gebied van de danskunst :
  a. de leergangen klassieke dans;
  b. de leergangen hedendaagse dans;
  c. de leergangen jazz-dans [2 ;]2
  [2 d. de leergangen traditionele dans.]2
  
Art. 5bis. [1 De remediëring bedoeld bij artikel 4, § 3, 4°, van het decreet van 2 juni 1998 kan georganiseerd worden in elk van de onderwijsgebieden bedoeld bij artikel 4, § 1, van hetzelfde decreet, en overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 21, 22 en 59bis van hetzelfde decreet.]1
  
Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 september 1998.
Art. 7. De Minister tot wiens bevoegdheid het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. N1. Bijlage nr. 1. - Criteria voor elke basisleergang.
  (Tabellen niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-08-1998, blz. 28103 - 28116).
  (Gewijzigd bij : )
  
  
  
  
  
  
  
  
Art. N2. Bijlage nr.2.- Criteria voor elke aanvullende leergang.
  (Tabellen niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 29-08-1998, blz. 28117 - 28123).
  (Gewijzigd bij : )