16 JULI 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij bepalingen worden getroffen inzake reiskosten (VERTALING).
Art. 1-4
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, alsook op de vastbenoemde personeelsleden van de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren.
Art.2. Voor de toepassing van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, op de personeelsleden bedoeld bij artikel 1, dient artikel 8 van vermeld besluit als volgt gelezen te worden :
"Artikel 8. Indien de gemeenschappelijke vervoermiddelen verscheidene klassen omvatten, wordt de volgende indeling in acht genomen :
1° in het buitenland : 1e klasse : alle ambtenaren;
2° in België :
1e klasse : de ambtenaren die titularis zijn van de volgende graden :
a) niveau 1 : alle graden;
b) niveau 2+ : alle graden;
c) niveau 2 : graden van rang 22;
d) niveau 3 : graden van rang 32;
2e klasse : al de overige ambtenaren.
De ambtenaren belast met een hoger ambt reisen in de klasse bepaald voor de graad die zij bekleden.
De onder arbeidsovereenkomst aangeworven personeelsleden worden gelijkgesteld met de ambtenaren opgenomen in lid 1, in functie van de bepaling van hun overeenkomst waarin het niveau wordt bepaald binnen hetwelk zij hun ambt uitoefenen, de referentiegraad zijnde de aanwervingsgraad.
De personen die niet tot het bestuur behoren, worden gelijkgesteld met de ambtenaren bedoeld bij lid 1 door de Ministers, ieder wat hem betreft en op eensluidend advies van de Minister van Ambtenarenzaken.".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1996.
Nochtans blijven de ambtenaren titularis van een graad van onderbureauchef of van eerste correspondent der vorsing alsook de ambtenaren titularis van de graad van assistent of eerstaanwezend assistent of adjunct of eerstaanwezend adjunct en die, krachtens de geldende bepalingen op deze datum, op 31 augustus 1996 recht hadden op reisorders van eerste klasse, het stelsel genieten dat vroeger op hen van toepassing was, voor zover hen geen nieuwe graad werd toegekend bij bevordering, verandering van graad of terugzetting in graad.
Art. 4. De Ministers worden, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 16 juli 1998.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister van Ambtenarenzaken,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE