31 DECEMBER 1997. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van 27 juni 1989 houdende inrichting van de Examencommissie van de Franse Gemeenschap voor het secundair onderwijs (VERTALING).
Art. 1-8
Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 27 juni 1989 houdende inrichting van de Examencommissie van de Franse Gemeenschap voor het secundair onderwijs, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 1. § 1. Er wordt een Examencommissie van de Franse Gemeenschap voor het secundair onderwijs opgericht.
Deze Examencommissie bestaat uit drie afdelingen :
A. De eerste afdeling is belast met het uitreiken van :
1° het getuigschrift van secundair onderwijs van de tweede graad (algemeen secundair onderwijs);
2° het getuigschrift van secundair onderwijs van de tweede graad (technisch secundair doorstromingsonderwijs);
3° het getuigschrift van secundair onderwijs van de tweede graad (technisch secundair kwalificatie-onderwijs);
4° het getuigschrift van secundair onderwijs van de tweede graad (kunstsecundair doorstromingsonderwijs);
5° het getuigschrift van secundair onderwijs van de tweede graad (kunstsecundair kwalificatie-onderwijs);
6° het getuigschrift van secundair onderwijs van de tweede graad (beroepssecundair onderwijs).
B. De tweede afdeling is belast met het uitreiken van :
1° het getuigschrift van hoger secundair onderwijs (algemeen secundair onderwijs);
2° het bekwaamheidsdiploma voor toegang tot het hoger onderwijs.
C. De derde afdeling is belast met het uitreiken van :
1° het getuigschrift van hoger secundair onderwijs (technisch secundair doorstromingsonderwijs);
2° het getuigschrift van hoger secundair onderwijs (technisch secundair kwalificatie-onderwijs);
3° het getuigschrift van hoger secundair onderwijs (kunstsecundair doorstromingsonderwijs);
4° het getuigschrift van hoger secundair onderwijs (kunstsecundair kwalificatie-onderwijs);
5° het getuigschrift van hoger secundair onderwijs (beroepsonderwijs);
6° het bekwaamheidsdiploma voor toegang tot het hoger onderwijs.
§ 2. Per afdeling wordt een centrale zetel opgericht. "
Art.2. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 5. Aan de secretaris en de adjunct-secretaris van elke afdeling wordt verlof wegens opdracht verleend door de Minister tot wiens bevoegdheid het secundair onderwijs behoort. Gedurende dat mandaat zijn zij van rechtswege lid van de betrokken afdeling. "
Art.3. Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 9 mei 1995, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 6. De Examencommissie bestaat uit vaste leden en niet vaste leden.
De vaste leden en niet vaste leden worden gekozen uit het bestuurs- en onderwijzend personeel van het secundair onderwijs dat in actieve dienst, in ruste gesteld of in disponibiliteit gesteld is wegens persoonlijke aangelegenheid voordat het in ruste gesteld wordt, voor de helft uit het personeel van het officieel onderwijs en voor de andere helft uit het personeel van het vrij onderwijs.
Aan de vaste leden wordt verlof wegens opdracht verleend door de Minister tot wiens bevoegdheid het secundair onderwijs behoort.
De niet vaste leden worden voor een vernieuwbare periode van twee jaar aangesteld door de Minister tot wiens bevoegdheid het secundair onderwijs behoort. "
Art.4. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 20 februari 1995 en 9 mei 1995, wordt de eerste paragraaf vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. Voor het verwerven van :
1° het getuigschrift bedoeld in artikel 1, § 1, A, 1°, worden de examinandi ondervraagd over leerstof van de derde en vierde leerjaren van het algemeen secundair onderwijs;
2° het getuigschrift bedoeld in artikel 1, § 1, A, 2°, worden de examinandi ondervraagd over leerstof van de derde en vierde leerjaren van het technisch secundair doorstromingsonderwijs;
3° het getuigschrift bedoeld in artikel 1, § 1, A, 3°, worden de examinandi ondervraagd over leerstof van de derde en vierde leerjaren van het technisch secundair kwalificatie-onderwijs;
4° het getuigschrift bedoeld in artikel 1, § 1, A, 4°, worden de examinandi ondervraagd over leerstof van de derde en vierde leerjaren van het kunstsecundair doorstromingsonderwijs;
5° het getuigschrift bedoeld in artikel 1, § 1, A, 5°, worden de examinandi ondervraagd over leerstof van de derde en vierde leerjaren van het kunstsecundair kwalificatie-onderwijs;
6° het getuigschrift bedoeld in artikel 1, § 1, A, 6°, worden de examinandi ondervraagd over leerstof van de derde en vierde leerjaren van het beroepssecundair onderwijs;
7° het getuigschrift bedoeld in artikel 1, § 1, B, 1°, worden de examinandi ondervraagd over leerstof van de vijfde en zesde leerjaren van het algemeen secundair onderwijs;
8° het getuigschrift bedoeld in artikel 1, § 1, C, 1°, worden de examinandi ondervraagd over leerstof van de vijfde en zesde leerjaren van het technisch secundair doorstromingsonderwijs;
9° het getuigschrift bedoeld in artikel 1, § 1, C, 2°, worden de examinandi ondervraagd over leerstof van de vijfde en zesde leerjaren van het technisch secundair kwalificatie-onderwijs;
10° het getuigschrift bedoeld in artikel 1, § 1, C, 3°, worden de examinandi ondervraagd over leerstof van de vijfde en zesde leerjaren van het kunstsecundair doorstromingsonderwijs;
11° het getuigschrift bedoeld in artikel 1, § 1, C, 4°, worden de examinandi ondervraagd over leerstof van de vijfde en zesde leerjaren van het kunstsecundair kwalificatie-onderwijs;
12° het getuigschrift bedoeld in artikel 1, § 1, C, 5°, worden de examinandi ondervraagd over technische vakken en beroepspraktijk van de vijfde en zesde leerjaren van het beroepssecundair onderwijs en de algemene vakken van de zesde en zevende leerjaren van het beroepssecundair onderwijs;
13° het getuigschrift bedoeld in artikel 1, § 1, B, 2° en C, 6°, worden de examinandi ondervraagd over de leerstof bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Regering van 20 februari 1995 betreffende de toekenning van het bekwaamheidsdiploma voor toegang tot het hoger onderwijs. "
Art.5. Artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van 16 november 1990, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 8. De inschrijvingsrechten voor de examens die leiden tot het behalen van het bekwaamheidsdiploma voor toegang tot het hoger onderwijs en van de verschillende getuigschriften bedoeld bij dit besluit worden vastgesteld op 2 000 BF per zittijd.
Bij wijze van overgangsmaatregel, voor de periode van 1 januari 1998 tot 30 juni 1998, worden de inschrijvingsrechten vastgesteld op 2 000 BF per zittijd, voor de examens die leiden tot het behalen van de verschillende getuigschriften van hoger secundair onderwijs, en op 1 000 BF per zittijd, voor de examens van de tweede graad die leiden tot het behalen van de verschillende getuigschriften van secundair onderwijs en het bekwaamheidsdiploma voor toegang tot het hoger onderwijs. "
Art.6. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een § 3, luidend als volgt :
" § 3. De bepalingen van dit besluit zijn niet toepasselijk op de leden die in disponibiliteit worden gesteld wegens persoonlijke aangelegenheid voordat zij in ruste worden gesteld. "
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1998.
Art. 8. De Minister tot wiens bevoegdheid het secundair onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 31 december 1997.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met Onderwijs,
Mevr. L. ONKELINX