23 JULI 1998. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 23 januari 1997 betreffende de voorwaarden van erkenning en subsidiëring van de bedrijven voor aangepast werk (VERTALING).
Art. 1-6
Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.
Art.2. Artikel 3, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 januari 1997 betreffende de voorwaarden van erkenning en subsidiëring van de bedrijven voor aangepast werk, wordt vervangen als volgt :
"2° niet meer valide werknemers in dienst nemen dan 30 % van het aantal bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen gehandicapte werknemers bedoeld in artikel 11, voor wie het Agentschap een tegemoetkoming verleent.
De bedrijven voor aangepast werk die op 1 juli 1998 meer dan 30 % valide werknemers tewerkstellen, mogen deze quota evenwel overschrijden voor zover ze de overtollige valide werknemers aan het einde van hun tewerkstellingsperiode niet door andere valide werknemers vervangen;".
Art.3. Artikel 15, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Voor de in artikel 12 bedoelde leden van het kaderpersoneel wordt het bedrag van de toelage op 40 % van het loon vastgesteld.".
Art.4. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
"Naast de in het eerste lid bedoelde tegemoetkoming wordt een maandelijkse toelage van maximum 39 062 BEF toegekend aan elk bedrijf voor aangepast werk dat een bijkomend kader- en meesterspersoneelslid halftijds in dienst wenst te nemen.
De toelage moet terugbetaald worden aan het Agentschap als het bedrijf voor aangepast werk het binnen drie maanden na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad geen bewijsstuk bezorgt waarbij bevestigd wordt dat naast het op 1 juli 1998 tewerkgestelde personeel op die datum een bijkomend kader- en meesterspersoneelslid halftijds in dienst is genomen.
De leden van het kader- en meesterspersoneel die in de loop van het tweede kwartaal 1998 voltijds in dienst genomen werden in het kader van de "sociale Maribel"-maatregel, worden gelijkgesteld met de leden van het in het vorige lid bedoelde personeel.
Het bewijsstuk wordt getekend door de Bedrijfsraad of, bij gebreke ervan, door de vakbondsafvaardiging of, bij gebreke ervan, door twee gewestelijke vertegenwoordigers van de vakbondsorganisaties die vertegenwoordigd zijn binnen de Paritaire commissie van de bedrijven voor aangepast werk.
Als een werknemer ontslagen wordt of op de een of andere manier het bedrijf voor aangepast werk verlaat, moet dit laatste onmiddellijk in zijn vervanging voorzien.
Als deze verplichting niet nagekomen wordt, moet de toelage terugbetaald worden aan het Agentschap.".
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1998.
Art. 6. De Minister van Sociale Actie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 23 juli 1998.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium,
R. COLLIGNON
De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid,
W. TAMINIAUX