Details





Titel:

13 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit tot bepaling van de minimale criteria waaraan de overeenkomsten tussen de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging en het Verzekeringscomité ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering moeten voldoen. (NOTA : opgeheven voor het Vlaams Gewest bij BVR2018-12-07/30, art. 367, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-11-1998 en tekstbijwerking tot 28-01-2019)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit koninklijk besluit bevat de minimale criteria waaraan de overeenkomsten tussen de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging en het Verzekeringscomité ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV moeten voldoen.
  Deze minimale criteria zijn :
  - de samenstelling van de equipes;
  - de opdrachten van de equipes;
  - de werkingsvoorwaarden van de equipes;
  - het minimum aantal patiënten dat de equipes moeten hebben gevolgd vóór de overeenkomsten inwerking treden.

Art.2. § 1. Elke overeenkomst zoals bedoeld in artikel 1 moet de samenstelling van de equipe bepalen.
  § 2. Als basisbestaffing kunnen de overeenkomsten voorzien in volgende bezetting :
  - 2 voltijds equivalent verpleegkundigen, met specifieke ervaring of vorming in palliatieve zorg;
  - 1 geneesheer a rato van 4 uren per week : deze geneesheer moet een huisarts zijn met specifieke vorming of ervaring in palliatieve zorg;
  - een halftijds equivalent administratieve bediende.
  De bezetting van de basisequipes kan kwantitatief gecorreleerd worden aan het aantal patiënten dat jaarlijks ten laste wordt genomen.
  De equipe werkt samen met de huisartsen en met de andere zorgverleners (geneesheren, apothekers, verpleegkundigen, kinesitherapeuten, psychologen), sociaal assistenten, levensbeschouwelijke begeleiders en vrijwilligers.

Art.3. § 1. Elke overeenkomst zoals bedoeld in artikel 1 moet de opdrachten van de equipe bepalen.
   § 2. Als basisopdrachten kunnen de overeenkomsten de volgende taken omvatten :
  - adviezen over palliatieve verzorging verstrekken aan de verzorgingsverstrekkers van de eerste lijn;
  - psychologische en morele steun verlenen aan de patiënt, aan zijn verwanten en eventueel aan de verzorgingsverstrekkers van de eerste lijn.

Art.4. § 1. Elke overeenkomst zoals bedoeld in artikel 1 moet de werkingsvoorwaarden van de equipes bevatten.
  § 2. Als basisvoorwaarden voor de werking kunnen de overeenkomsten volgende elementen bevatten :
  - een dossier per patiënt bijhouden (dat kan dienen voor het aanleggen van een database);
  - een toegankelijkheid van 24 uur op 24 organiseren (telefoon, GSM,...);
  - een wekelijks interdisciplinair overleg organiseren, met ten minste de deelneming van de arts en van een verpleegkundige;
  - over twee lokalen beschikken, een voor de vergaderingen en de opvang en een alleen voor de administratie;
  - een jaarlijks activiteitenverslag opstellen.

Art.5. Elke overeenkomst zoals bedoeld in artikel 1 bepaalt het minimum aantal patiënten dat de equipe moet hebben gevolgd over een te bepalen referentieperiode voorafgaand van de inwerkingtreding van de overeenkomst.

Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.