16 JUNI 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 houdende vaststelling van de regelen volgens welke een gedeelte van de opnemingsprijs in psychiatrische verzorgingstehuizen ten laste van de Staat wordt gelegd.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 houdende vaststelling van de regelen volgens welke een gedeelte van de opnemingsprijs in psychiatrische verzorgingstehuizen ten laste van de Staat wordt gelegd, wordt als volgt gewijzigd :
1° artikel 1, 2° wordt opgeheven;
2° artikel 1, 3° wordt artikel 1, 2°.
Art.2. Artikel 2 van het bovengenoemde besluit van 2 januari 1991 wordt door de volgende bepalingen vervangen :
"Artikel 2. De tegemoetkoming van de Staat in de opnemingsprijs van psychiatrische verzorgingstehuizen, zoals bedoeld in artikel 5, § 5, van de wet van 27 juni 1978, wordt vastgesteld op :
a) 400 frank per dag indien het gaat om :
1. rechthebbenden die :
- hetzij recht hebben op een bestaansminimum met toepassing van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum;
- hetzij recht hebben op een gewaarborgd inkomen met toepassing van de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden of met toepassing van artikel 21, § 2, van dezelfde wet, recht behouden op een rentebijslag;
- hetzij met toepassing van de wet van 27 juni 1969 betreffende toekenning van tegemoetkomingen aan minder-validen, recht hebben op een tegemoetkoming die evenwel wegens hun verblijf in een psychiatrische dienst of instelling wordt verminderd of niet wordt uitgekeerd;
2. gerechtigden die recht hebben op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming en die hetzij personen ten laste hebben in de verzekering voor geneeskundige verzorging, hetzij bij gerechtelijke beslissing of notariële akte gehouden zijn alimentatiegeld te betalen;
3. rechthebbenden die in de verzekering voor geneeskundige verzorging als persoon ten laste van de sub 1 en 2 bedoelde gerechtigden zijn ingeschreven;
b) 300 frank per dag indien het gaat om :
1. gerechtigden die recht hebben op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming en die geen personen ten laste hebben in de verzekering voor geneeskundige verzorging;
2. gerechtigden die hetzij personen ten laste hebben in de verzekering voor geneeskundige verzorging, hetzij bij gerechtelijke beslissing of notariële akte gehouden zijn alimentatiegeld te betalen, met uitzondering van de sub a), 1 en 2, bedoelde gerechtigden;
3. rechthebbenden die in de verzekering voor geneeskundige verzorging als personen ten laste van de sub 2 bedoelde gerechtigden zijn ingeschreven;
c) 200 frank per dag indien het gaat om gerechtigden die geen personen ten laste hebben in de verzekering voor geneeskundige verzorging, met uitzondering van de sub a), 1 en b), 1, bedoelde gerechtigden.".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 1997.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 juni 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN