18 JUNI 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 december 1974 betreffende de bijkomende geldmiddelen die aan het Belgische Rode Kruis worden toegekend.
Art. 1-10
Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1974 betreffende de bijkomende geldmiddelen die aan het Belgische Rode Kruis worden toegekend, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 21 januari 1976 en van 20 maart 1991 wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Artikel 2. Om in de regelmatig financiering te voorzien van de werkzaamheden van het Belgische Rode Kruis, wordt aan iedere verzekeringsnemer die onder de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen valt, een bijslag opgelegd van 0,35 % van het bedrag van de daartoe uitgegeven premies.".
Art.2. In voormeld koninklijk besluit van 16 december 1974 wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidend als volgt :
"Artikel 2bis. Het bedrag verkregen via de inning van een deel van de in artikel 2 van dit besluit bedoelde premietoeslag, hetwelk overeenstemt met 0,10 % van de premies, is uitsluitend bestemd voor de regelmatige financiering van de werkzaamheden van de transfusiecentra van het Belgische Rode Kruis en meer in het bijzonder voor de aanmaak van het plasma verkregen door plasmaferese en bestemd voor de CVBA Centrale Afdeling voor Fractionering van het Rode Kruis.".
Art.3. In voormeld koninklijk besluit van 16 december 1974 wordt een artikel 2ter ingevoegd, luidend als volgt :
"Het bedrag van de stortingen voorzien in artikel 2bis zal worden berekend naar rata van het aantal liter plasma verkregen door plasmaferese en geleverd door de transfusiecentra van het Belgische Rode Kruis aan de CVBA Centrale Afdeling voor Fractionering van het Rode Kruis om te beantwoorden aan de Belgische behoeften inzake stabiele bloedderivaten, waarbij elke liter plasma recht geeft op een tegemoetkoming van BF 1 000.".
Art.4. In voormeld koninklijk besluit van 16 december 1974 wordt een artikel 2quater ingevoegd, luidend als volgt :
"Artikel 2quater. Tijdens het eerste jaar van de inwerkingtreding van dit besluit zullen alle inkomsten verkregen via de inning van het in artikel 2 van dit besluit bedoelde deel, dat overeenstemt met 0,10 % van de premiebijslag, maandelijks integraal gestort worden aan het Belgische Rode Kruis.
Vervolgens zal tijdens het eerste kwartaal van elk jaar het bedrag van de tegemoetkoming verschuldigd aan het Belgische Rode Kruis wegens de aanmaak van plasma verkregen door plasmaferese en aangekocht door de CVBA Centrale Afdeling voor Fractionering van het Rode Kruis bij de transfusiecentra van het Belgische Rode Kruis tijdens het afgelopen jaar, geëvalueerd worden volgens de in artikel 2ter van dit besluit uiteengezette regel.
Het positieve of negatieve financieel saldo voor de transfusiecentra van het Belgische Rode Kruis, dat het resultaat is van deze evaluatie, zal geregulariseerd worden bij de latere maandelijkse betalingen.".
Art.5. Artikel 4 van voormeld koninklijk besluit van 16 december 1974 wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Artikel 4. De aan het Belgische Rode Kruis verschuldigde geldsommen ter uitvoering van de bepalingen van onderhavig besluit, worden door de verzekeraars gestort op postrekening nr. 000-2005952-89 (679-2005952-89 vanaf 1 januari 1999) van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Geneeskundepraktijk, Vesaliusgebouw, Pachecolaan, 19, bus 5, 1010 Brussel ten gunste van artikel 36.02, hoofdstuk 26, afdeling II van de Rijksmiddelenbegroting.".
Art.6. In de artikelen 5 en 6 van voormeld koninklijk besluit van 16 december 1974 wordt de premiebijslag van 0,25 %, opgelegd aan iedere verzekeringsnemer die onder de wet van 21 november 1989 valt, verhoogd tot 0,35 %.
Art.7. Artikel 8 van voormeld koninklijk besluit van 16 december 1974 wordt aangevuld met de volgende bepaling :
"Tijdens het eerste kwartaal van elk jaar zal het college van revisoren aan de Dienst Geneeskundepraktijk van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, het aantal liter plasma meedelen dat aangemaakt werd door plasmaferese en aangekocht werd door de CVBA Centrale Afdeling voor Fractionering van het Rode Kruis bij de transfusiecentra van het Belgische Rode Kruis.".
Art.8. Bij wijze van overgangsmaatregel zal de definitieve afrekening die vermeld wordt in artikel 5 van voormeld koninklijk besluit van 16 december 1974, die plaatsvindt na de afsluiting van het boekjaar 1998 en uiterlijk op 31 maart 1999, in twee afzonderlijke delen worden opgesplitst : het eerste deel dekt de periode van 1 januari 1998 tot de datum van de inwerktreding van dit besluit, het tweede deel begint op deze datum en eindigt op 31 december 1998.
Art.9. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 10. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 juni 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie,
E. DI RUPO
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
M. COLLA
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN