20 AUGUSTUS 1998. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 5 februari 1998 betreffende de identificatie en de registratie van honden.
Art. 1-6
BIJLAGEN.
Art. N1, N2
Artikel 1. Het artikel 4 van het ministerieel besluit van 5 februari 1998 betreffende de identificatie en registratie van honden wordt door de volgende bepaling vervangen :
"Artikel 4. De microchip die geplaatst wordt bij een hond moet voldoen aan de ISO normen, in voorkomend geval vastgesteld door het Belgisch Instituut voor Normalisering. De verdeler van de microchips moet de nummers van de microchips samen met de volledige gegevens van de erkende dierenarts aan wie de chips werden geleverd, binnen de twee werkdagen op elektronische wijze bezorgen aan de beheerder van het centrale register bedoeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de identificatie en de registratie van honden.".
Art.2.
§ 1. In het artikel 5, § 1 van hetzelfde besluit wordt het woord "identificatiecertificaat" vervangen door de woorden "voorlopig identificatiecertificaat".
§ 2. Het artikel 5 § 2 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
"§ 2. Na registratie van de identificatie van de hond bij het centraal register, zendt de beheerder van het centraal register aan de verantwoordelijke een identificatie- en registratiecertificaat overeenkomstig het model in bijlage Ibis bij dit besluit.".
§ 3. Aan het artikel 5 van hetzelfde besluit worden §§ 3 en 4 toegevoegd luidend als volgt :
"§ 3. In het geval van wederuitvoer van ingevoerde honden binnen de 8 dagen, brengt de inspecteur-dierenarts of de gemandateerde erkende dierenarts op het voorlopig identificatiecertificaat een stempel met vermelding "uitvoer" aan, vooraleer het aan de beheerder van het centraal register toe te sturen. In dit geval stelt de beheerder van het centraal register geen identificatie- en registratiecertificaat aan de verantwoordelijke op.
§ 4. Voor honden die geïdentificeerd waren vóór de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de identificatie en de registratie van de honden, en waarvoor geen identificatie- en registratiecertificaat door de beheerder van het centraal register is afgegeven, gebeurt de aangifte van de adresverandering van de verantwoordelijke of van de verandering van de verantwoordelijke per brief vergezeld van een cheque of een overschrijvingsformulier voor een bedrag vastgesteld door de Minister.".
Art.3. Een artikel 5bis luidend als volgt wordt toegevoegd aan hetzelfde besluit :
"Artikel 5bis. § 1. Bij het overdragen van een hond tussen twee handelszaken voor dieren erkend in toepassing van het koninklijk besluit van 17 februari 1997 houdende de erkenningsvoorwaarden voor hondenkwekerijen, kattenkwekerijen, dierenasielen, dierenpensions en handelszaken voor dieren en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren, dient de afstandsnemer het bewijs van eigendomsverandering niet te zenden naar het centraal register. In dit geval schrijft hij het erkenningsnummer van de verwerver op het identificatie- en registratiecertificaat en bezorgt dit volledig aan de verwerver.
Indien bovenvermelde verwerver de hond gedurende 15 dagen of meer houdt, dient hij deze op zijn naam in te schrijven.
§ 2. In geval van opvang van een hond door een erkend dierenasiel kan de verantwoordelijke van het asiel het dier, gedurende de termijnen bedoeld bij de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, niet op zijn naam laten registreren, indien het reeds geïdentificeerd is, of laten identificeren en registreren, indien het nog niet geïdentificeerd is. De niet geïdentificeerde hond moet in elk geval geïdentificeerd en geregistreerd worden op naam en op kosten van de eigenaar indien deze het dier binnen de bovenvermelde termijnen komt terughalen.".
Art.4. Een artikel 12 luidend als volgt, wordt toegevoegd aan het zelfde besluit :
"Artikel 12. De verenigingen erkend krachtens artikel 4 van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de identificatie en de registratie van honden, alsook de erkende dierenartsen bedoeld in de artikelen 4 en 9 van hetzelfde besluit, moeten de volledige identificatiegegevens van de honden die geïdentificeerd werden voor de inwerkingtreding van hetzelfde besluit, aan het centraal register bezorgen.".
Art.5. § 1. Bijlage I van het zelfde besluit wordt vervangen door bijlage I van dit besluit. § 2. Aan het zelfde besluit wordt een bijlage Ibis toegevoegd overeenstemmend met bijlage Ibis van dit besluit.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op de datum van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de identificatie en de registratie van honden.
Brussel, 20 augustus 1998.
K. PINXTEN
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage I. - Voorlopig identificatiecertificaat.
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 28-08-1998, blz. 27629).
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 20 augustus 1998.
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
K. PINXTEN
Art. N2. Bijlage Ibis. - Identificatie- en registratiecertificaat.
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 28-08-1998, blz. 27630).
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 20 augustus 1998.
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
K. PINXTEN