6 MEI 1998. - Ministerieel besluit betreffende de toekenning van toelagen aan de diensten voor bedrijfsverzorging. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-07-1998 en tekstbijwerking tot 20-07-2006.)
Art. 1-6
Artikel 1. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten kan, volgens de voorwaarden vastgesteld bij dit besluit, een toelage als bijdrage in de werkingskosten worden verleend aan de diensten of aan de federaties van diensten voor bedrijfsverzorging die reeds gedurende minstens vijf jaar genoten hebben van de startpremies voorzien bij ministerieel besluit van 13 december 1991 betreffende de toekenning van startpremies aan de diensten voor bedrijfsverzorging.
Art.2. § 1. De toelage toegekend aan de in artikel 1 bedoelde diensten of federaties van diensten mag hun werkingskosten niet overschrijden.
Deze toelage bedraagt (5,6 EUR) per sociaal uur gepresteerd door de door de begunstigde gedurende het dienstjaar tewerkgestelde bedrijfsverzorgers. <MB 2001-12-21/84, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
De geleverde prestaties worden volgens de volgende voorranghebbende motieven gezien als sociale uren :
1. overlijden, ziekte, ongeval, inbegrepen waterschade, brand of storm;
2. beroepsvorming;
3. familiale gebeurtenissen;
4. vakantie en vrije tijd.
De toepassingsmodaliteiten en de berekeningswijzen worden via een ministeriële omzendbrief vastgelegd en medegedeeld aan de diensten voor bedrijfsverzorging die hiervoor een aanvraag doen.
§ 2. Aan de begunstigden die hierover een aanvraag en een ontwerp van begroting voor een nieuw dienstjaar indienen, kan de toelage in twee schijven uitbetaald worden :
1° de eerste als voorschot, betaalbaar bij het begin van het dienstjaar, bedraagt (2,5 EUR) per sociaal uur, voor het aantal uren zoals aangegeven in het ontwerp van begroting; <MB 2001-12-21/84, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
2° de tweede, betaalbaar na overlegging van de bewijsstukken aangaande de eisen gesteld in § 1 is gelijk aan het positief verschil tussen het bedrag van de toelage berekend overeenkomstig § 1 en het bedrag van de eerste schijf.
Ingeval het verschil bedoeld in voorgaand lid negatief is, zal het afgetrokken worden van de eerste schijf van de toelage betreffende het volgende dienstjaar; nochtans, indien na deze bewerking een negatief saldo overblijft of ingeval van ontbinding van de dienst of wanneer deze niet meer aan de bepalingen van dit besluit voldoet, zal dit verschil aan het Landbouwfonds teruggestort worden.
++++++++++
GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
==============================
Art. 2. (VLAAMSE OVERHEID)
§ 1. De toelage toegekend aan de in artikel 1 bedoelde diensten of federaties van diensten mag hun werkingskosten niet overschrijden.
Deze toelage bedraagt (5,6 EUR) per sociaal uur gepresteerd door de door de begunstigde gedurende het dienstjaar tewerkgestelde bedrijfsverzorgers. <MB 2001-12-21/84, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
De geleverde prestaties worden volgens de volgende voorranghebbende motieven gezien als sociale uren :
1. overlijden, ziekte, ongeval, inbegrepen waterschade, brand of storm;
2. beroepsvorming;
3. familiale gebeurtenissen;
4. vakantie en vrije tijd.
De toepassingsmodaliteiten en de berekeningswijzen worden via een ministeriële omzendbrief vastgelegd en medegedeeld aan de diensten voor bedrijfsverzorging die hiervoor een aanvraag doen.
§ 2. Aan de begunstigden die hierover een aanvraag en een ontwerp van begroting voor een nieuw dienstjaar indienen, kan de toelage in twee schijven uitbetaald worden :
1° de eerste als voorschot, betaalbaar bij het begin van het dienstjaar, bedraagt (2,5 EUR) per sociaal uur, voor het aantal uren zoals aangegeven in het ontwerp van begroting; <MB 2001-12-21/84, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
2° de tweede, betaalbaar na overlegging van de bewijsstukken aangaande de eisen gesteld in § 1 is gelijk aan het positief verschil tussen het bedrag van de toelage berekend overeenkomstig § 1 en het bedrag van de eerste schijf.
Ingeval het verschil bedoeld in voorgaand lid negatief is, zal het afgetrokken worden van de eerste schijf van de toelage betreffende het volgende dienstjaar; nochtans, indien na deze bewerking een negatief saldo overblijft of ingeval van ontbinding van de dienst of wanneer deze niet meer aan de bepalingen van dit besluit voldoet, zal dit verschil aan het (Vlaams betaalorgaan) teruggestort worden. <MB 2006-05-19/47, art. 43, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
++++++++++
Art.3. Ingeval de som van de berekende toelagen overeenkomstig artikel 2 het voorziene krediet op de begroting overschrijdt, kunnen de toelagen verminderd worden met een coëfficiënt gelijk aan de verhouding tussen het krediet en deze som.
Art.4. De toelage wordt geweigerd aan de diensten of federaties van diensten voor bedrijfsverzorging die geen afstand gedaan hebben van de startpremies of die de erkenningsvoorwaarden niet meer vervullen, voorzien in voormeld ministerieel besluit van 13 december 1991.
Art.5. Onverminderd de strafbepalingen vervat in het koninklijk besluit van 31 mei 1933, betreffende de verklaringen te doen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen van elke aard, die geheel of gedeeltelijk ten laste van de Staat zijn, gewijzigd door de wet van 7 juni 1994, wordt de toelage geweigerd aan de diensten of federaties van diensten voor bedrijfsverzorging die een verklaring hebben gedaan die, na onderzoek, geheel of gedeeltelijk vals blijkt te zijn.
In de gevallen van terugvordering van de toelage, zal het te kwader trouw ontvangen bedrag verhoogd worden met de wettelijke intrest vanaf de datum van uitbetaling.
Art. 6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.
Brussel, 6 mei 1998.
K. PINXTEN