10 JANUARI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de ijzernijverheid ressorteren, van de opzeggingstermijnen voor de ontslagen bejaarde werklieden die onder de toepassing vallen van de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen.
Art. 1-5
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de ijzernijverheid ressorteren en op de bejaarde werklieden die zij tewerkstellen en die onder de toepassing vallen van de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen.
Art.2. In afwijking van de bepalingen van artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 juli 1973 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Nationaal Paritair Comité voor de ijzernijverheid ressorteren, wordt de opzeggingstermijn op achtentwintig dagen vastgesteld, ongeacht de anciënniteit van de werkman, wanneer de opzegging wordt gegeven door de werkgever aan bij artikel 1 bedoelde werklieden die afgedankt zijn om een overschot aan personeel in een onderneming op te slorpen.
Art.3. De opzeggingen, betekend voor de inwerkingtreding van dit besluit, blijven hun gevolgen behouden.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en houdt op van kracht te zijn op 1 juli 2001.
Art. 5. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 januari 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET