19 AUGUSTUS 1998. - Koninklijk besluit tot bepaling van de ambtsgebieden van de paritaire comités en subcomités waarin het Paritair leercomité van de Nationale Arbeidsraad de bevoegdheid heeft om het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst te organiseren.
Art. 1-3
Artikel 1. Het Paritair leercomité van de Nationale Arbeidsraad wordt ermee belast om, in toepassing van de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst, dit leerlingwezen te organiseren in de ambtsgebieden van alle paritaire comités en sub-comités, bedoeld in respectievelijk de artikelen 35 en 37 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, met uitzondering van de volgende paritaire comités en sub-comités :
1° de Nationale Gemengde Mijncommissie;
2° het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen;
3° het Paritair Comité voor de ijzernijverheid;
4° het Paritair Comité voor de non-ferrometalen;
5° het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;
6° het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf;
7° het Paritair Comité voor metaal-, machine- en elektrische bouw;
8° het Paritair Comité voor het garagebedrijf;
9° het Paritair Comité voor de steenbakkerij;
10° het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid;
11° het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
12° het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;
13° het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk;
14° het Paritair Comité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers;
15° het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
16° het Paritair Comité voor de houtnijverheid;
17° het Paritair Comité voor de stoffering en houtbewerking;
18° het Paritair Subcomité voor de leerlooierij;
19° het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers;
20° het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk;
21° het Paritair Subcomité voor de handschoennijverheid;
22° het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels;
23° het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton;
24° het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;
25° het Paritair Comité voor het vervoer;
26° het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen;
27° het Paritair Subcomité voor de elektriciens: installatie en distributie;
28° het Paritair Subcomité voor het koetswerk;
29° het Paritair Subcomité voor de edele metalen;
30° het Paritair Subcomité voor de metaalhandel;
31° het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid;
32° het Paritair Comité voor de bedienden uit de metaalfabrikatennijverheid;
33° het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid;
34° het Paritair Comité voor het hotelbedrijf;
35° het Paritair Comité voor de banken;
36° het Paritair Comité voor de koopvaardij;
37° het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 september 1998.
Art. 3. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 19 augustus 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
Voor de Minister van Tewerkstelling en Arbeid, afwezig :
De Vice-Eerste Minister, Minister van Landsverdediging en Minister belast met Energie,
J.-P. PONCELET