30 APRIL 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de ondernemingen met als activiteit constructie van spoorwegmaterieel, gelegen op het Brugse grondgebied en die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst.
Art. 1-7
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen met als activiteit constructie van spoorwegmaterieel, gelegen op het Brugse grondgebied en die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren.
Art.2. Bij volledig of gedeeltelijk gebrek aan werk wegens economische oorzaken mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden volledig worden geschorst of mag een regeling van gedeeltelijke arbeid worden ingevoerd, vanaf de eerste arbeidsdag volgend op die van de kennisgeving.
De kennisgeving geschiedt door aanplakking van een bericht op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming.
Wanneer de werkman de dag van de aanplakking afwezig is, wordt hem de kennisgeving dezelfde dag over de post toegezonden.
Art.3. De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst bij gebrek aan werk wegens economische redenen mag achttien weken niet overschrijden.
Wanneer de voorziene duur van achttien weken wordt bereikt, moet de werkgever gedurende een volledige arbeidsweek de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren alvorens een nieuwe volledige schorsing of een regeling van gedeeltelijke arbeid kan ingaan.
Art.4. Mededeling van de bij artikel 2 bedoelde aanplakking of individuele kennisgeving moet door de werkgever, onder een bij de post aangetekende omslag, de dag zelf van de aanplakking of van de individuele kennisgeving worden gezonden aan het bureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is.
Art.5. De bij artikel 2 bedoelde kennisgeving en de bij artikel 4 bedoelde mededeling moeten de datum vermelden waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst of de regeling van gedeeltelijke arbeid zal ingaan en de datum waarop die schorsing of die regeling een einde zal nemen en de data waarop de werklieden werkloos zullen gesteld worden.
De bij artikel 4 bedoelde mededeling vermeldt daarenboven de economische oorzaken die de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst of het instellen van een regeling van gedeeltelijke arbeid rechtvaardigen en hetzij de naam, de voornamen en het adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst.
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking op 30 maart 1998 en houdt op van kracht te zijn op 18 september 1998.
Art. 7. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 april 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET