24 SEPTEMBER 1998. - Ministerieel besluit houdende toekenning van een toelage voor onregelmatige prestaties [aan sommige personeelsleden] van het [Federale Overheidsdienst Justitie] <Opschrift gewijzigd door MB 2002-08-05/33, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2002 en door KB2013-02-11/04, art. 16, 007; Inwerkingtreding : 01-03-2013> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-10-1998 en tekstbijwerking tot 19-12-2016)
Art. 1, 1bis, 2-4, 4bis, 5, 5bis, 6-7, 7bis, 7ter, 8-10
Artikel 1.[1 Dit besluit is van toepassing op :
1° de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire inrichtingen;
2° de personeelsleden van het Veiligheidskorps;
3° de personeelsleden van het Belgisch Staatsblad.]1
----------
(1)<MB 2016-12-14/03, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 20-12-2016>
Art.1bis. [1 Er wordt een toelage toegekend voor onregelmatige prestaties. Onder onregelmatige prestaties wordt verstaan :
1° zondagprestaties;
2° zaterdagprestaties;
3° nachtprestaties;
4° flexibele prestaties.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2016-12-14/03, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 20-12-2016>
Art.2. Zondagprestaties zijn die welke op een zondag of wettelijke feestdag tussen 0 en 24 uur verricht worden.
Art.3. Zaterdagprestaties zijn die welke op een zaterdag tussen 0 en 24 uur verricht worden.
Art.4.[1 Nachtprestaties zijn die welke tussen 18 en 8 uur verricht worden.]1
----------
(1)<KB 2013-02-11/04, art. 18, 007; Inwerkingtreding : 01-03-2013>
Art.4bis. [1 Flexibele prestaties zijn prestaties uitgevoerd in een penitentiaire inrichting die werkt volgens hetzij het tijdelijk systeem van de voorafnames zoals goedgekeurd door het basisoverlegcomité en de regionale directie, hetzij het door het Hoog Overlegcomité gevalideerd definitief model `anders werken' en waarvan :
- voor wat betreft het bewakings-, technisch of verpleegkundig personeel het begin van de geplande shift zich situeert vanaf 6.00 uur tot en met 18.00 uur;
- voor wat betreft het ander dan bewakings-, technisch of verpleegkundig personeel het begin van de geplande uurregeling zich situeert vanaf 7.30 uur tot en met 18.00 uur, behoudens de volgens het arbeidsreglement toegestane afwijking op het aanvangsuur voor administratief personeel van wie de geplande uurregeling kan beginnen vanaf 6.00 uur.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2016-12-14/03, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 20-12-2016>
Art.5.De bedragen van de toelage vermeld in artikel 1 worden vastgesteld als volgt :
a) voor de zondagprestaties : per uur prestatie 1/1976 van de jaarlijkse wedde, alleen vermeerderd indien het geval zich voordoet met de toelage voor de uitoefening van hogere functies;
b) [3 Voor de nachtprestaties voor de personeelsleden van de buitendiensten van het directoraat-generaal EPI, per uur prestatie :
- 2,50 euro voor de uren gepresteerd tussen 18.00 uur en 21.50 uur;
- 3 euro voor de uren gepresteerd tussen 21.50 uur en 6.20 uur;
- 2,50 euro voor de uren gepresteerd tussen 6.20 uur en 8.00 uur.
Voor de nachtprestaties voor de personeelsleden van het veiligheidskorps, per uur prestatie : 2,50 euro.
Voor de nachtprestaties voor de personeelsleden van het Belgisch Staatsblad, per uur prestatie : 2,50 euro.]3
c) [1 Voor de zaterdagprestaties : [4 ...]4 per uur prestatie 50 % van 1/1976 van de jaarwedde, alleen vermeerderd, indien het geval zich voordoet, met de toelage voor de uitoefening van hogere functies.]1
[4 d) Voor de flexibele prestaties, per uur prestatie : 3 euro, beperkt tot een forfait van 2 of 4 uur wanneer de prestatie volgens de geplande shift of de geplande uurregeling aanvangt respectievelijk vóór 12.00 uur of vanaf 12.00 uur. Om van deze forfait te kunnen genieten moet men minimum 4 uur op dagbasis effectief gepresteerd hebben en zijn functie effectief uitoefenen in een penitentiaire inrichting of een bewakingsopdracht uitoefenen in een ziekenhuis.
Deze toelage kan niet toegekend worden aan opleiders bij de opleidingscentra voor penitentiair personeel die de toelage genieten vastgelegd bij het ministerieel besluit van 30 juli 2001 tot toekenning van een toelage aan sommige ambtenaren van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen die bij mandaat voltijds aangewezen zijn in de functie van opleider bij de penitentiaire centra voor basisopleiding.
Deze toelage kan met terugwerkende kracht worden betaald na validatie door het Hoog Overlegcomité vanaf de door de stuurgroep, samengesteld uit de Voorzitter van het Directiecomité, de beleidscel, de directeur-generaal van het directoraat-generaal EPI en de regionale directeurs, bevestigde datum waarop de betrokken inrichting in het model `anders werken' is gestapt na goedkeuring door het lokaal basisoverlegcomité, en dit ten vroegste vanaf 1 januari 2016.]4
----------
(1)<MB 2010-03-04/09, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
(2)<KB 2013-02-11/04, art. 19, 007; Inwerkingtreding : 01-03-2013>
(3)<MB 2016-12-14/03, art. 4,1°, 008; Inwerkingtreding : 01-06-2016>
(4)<MB 2016-12-14/03, art. 4,2°,3°, 008; Inwerkingtreding : 20-12-2016>
Art. 5bis. [1 § 1. Voor de toepassing van deze huidige bepaling wordt verstaan onder :
1° agressie : elke aanval van psychologische of lichamelijke aard, gepleegd met geweld (slagen), dwang (gijzeling), wapen of ernstige bedreiging ten aanzien van een personeelslid;
2° interventie : specifieke, spontane of bevolen actie om bij dringende noodzakelijkheid een einde te maken aan een onvoorziene gebeurtenis die leidt tot een fysieke impact tussen een personeelslid en een derde of een voorwerp;
3° derde : elke persoon die aanwezig is op de arbeidsplaats en die geen deel uitmaakt van het penitentiair personeel;
4° planning : het indicatief uurrooster vastgesteld voor acht weken dat voor het personeelslid geprogrammeerd is op de dag van het arbeidsongeval.
§ 2. In afwijking van artikel 5 van het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen, de toelagen en de premies van alle aard toegekend aan het personeel van de federale overheidsdiensten, blijft de in artikel 1 bedoelde toelage verschuldigd voor de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-Generaal Penitentiaire inrichtingen op basis van de planning, wanneer de onderbreking van de uitoefening van de functie te wijten is aan de gevolgen van een agressie of een interventie erkend als voortkomende uit een arbeidsongeval bedoeld in artikel 2 van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2010-10-11/03, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
Art.6.§ 1. Voor de nachtprestaties verricht op de zondagen, de zaterdagen en wettelijk erkende feestdagen mogen de toelagen vermeld in artikel 5, litt. a, b en c samengevoegd worden.
§ 2. De toelagen vermeld in artikel 5 mogen niet samengevoegd worden met de toelagen van de vergoeding wegens buitengewone prestatie vermeld in artikel 3 van het besluit van de Regent van 30 maart 1950; de betrokken personeelsleden genieten ter zake van het gunstigste stelsel.
Voor de toepassing van het voorgaande lid worden globaal in aanmerking genomen de sommen verschuldigd voor eenzelfde doorlopende prestatie.
[1 § 3. De toelagen vermeld in artikel 5, b) en d) kunnen niet gecumuleerd worden.
De betrokken personeelsleden genieten van het gunstigste stelsel.
Voor de toepassing van het voorgaande lid worden globaal in aanmerking genomen de sommen verschuldigd voor eenzelfde doorlopende prestatie.]1
----------
(1)<MB 2016-12-14/03, art. 5, 008; Inwerkingtreding : 20-12-2016>
Art.7. De toelage wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald.
Het gedeelte van een uur dat een prestatie eventueel omvat wordt afgerond tot het volle uur indien het gelijk is aan of meer beloopt dan dertig minuten; het valt weg indien het deze duur niet bereikt.
Art. 7bis.[3 De toelagen bedoeld in artikel 5, b), eerste en tweede lid, en in art. 5, d) worden gekoppeld aan de spilindex 138,01.]3
De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel der ministeries geldt eveneens voor deze toelage.
[1 Het gedeelte van een uur dat een prestatie eventueel omvat wordt afgerond tot het volle uur indien het gelijk is aan of meer beloopt dan dertig minuten; het valt weg indien het deze duur niet bereikt.]1
----------
(1)<MB 2010-10-11/03, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-03-2009>
(2)<KB 2013-02-11/04, art. 20, 007; Inwerkingtreding : 01-03-2013>
(3)<MB 2016-12-14/03, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 20-12-2016>
Art. 7ter.<Ingevoegd bij MB 2004-07-09/32, art. 2; Inwerkingtreding : 01-08-2004> De toelage bedoeld in artikel 5, b), derde lid, wordt gekoppeld aan de spilindex [1 138,01]1.
De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel der ministeries geldt eveneens voor deze toelage.
Prestaties van dertig minuten of meer op het totaal aantal maandelijks gepresteerde nachturen worden afgerond tot het volle uur.
----------
(1)<MB 2016-12-14/03, art. 7, 008; Inwerkingtreding : 20-12-2016>
Art.8.Kunnen geen aanspraak doen gelden op het voordeel van de toelage [2 bedoeld in artikel 1bis]2, de personeelsleden die functies uitoefenen die verbonden zijn aan een graad van [2 niveau A]2.
[3 Het vorige lid is niet van toepassing op de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen.]3
----------
(1)<MB 2010-03-04/09, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
(2)<MB 2016-12-14/03, art. 8, 008; Inwerkingtreding : 20-12-2016>
(3)<MB 2016-12-14/03, art. 9, 008; Inwerkingtreding : 20-12-2016>
Art.9. Het ministerieel besluit van 6 januari 1967 houdende toekenning van een toelage voor onregelmatige prestaties aan het personeel van het (Federale Overheidsdienst Justitie), zoals het gewijzigd werd door latere besluiten, wordt opgeheven. <MB 2002-08-05/33, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2002>
Art. 10. Dit besluit treedt in werking op 1 april 1998.