6 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de aanvullende kamers van het Hof van beroep te Antwerpen.
Art. 1-10
2001009137 2002009044 2004009041 2006009039 2008009129 2008009190 2010009104
Artikel 1.Bij het Hof van beroep te Antwerpen worden, voor een duur van drie jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, vijf aanvullende kamers opgericht, de eerste ter, de tweede ter, de vierde ter, de vijfde ter en de zesde ter. (NOTA : duur verlengd voor één jaar bij KB 2001-02-08/30, art. 1; Inwerkingtreding : 13-02-2001.) (NOTA : duur verlengd voor twee jaar bij KB 2002-02-07/30, art. 1; Inwerkingtreding : 13-02-2002.) (NOTA : duur verlengd voor twee jaar bij KB 2004-02-06/30, art. 1; Inwerkingtreding : 13-02-2004.) (NOTA : duur verlengd voor twee jaar bij KB 2006-02-07/30, art. 1; Inwerkingtreding : 13-02-2006.) (NOTA : duur verlengd voor twee jaar bij KB 2008-03-16/33, art. 1; Inwerkingtreding : 13-02-2008.) (NOTA : duur verlengd voor één jaar bij <KB 2010-02-03/03, art. 1; Inwerkingtreding : 13-02-2010>)
Zij houden zitting in burgerlijke, fiscale en handelszaken in de aangelegenheden bedoeld bij artikel 109ter van het Gerechtelijk Wetboek.
De eerste ter kamer houdt zitting op maandagnamiddag.
De tweede ter kamer houdt zitting op dinsdag- en woensdagnamiddag.
De vierde ter kamer houdt zitting op maandag- en dinsdagnamiddag.
De vijfde ter kamer houdt zitting op maandagnamiddag.
De zesde ter kamer houdt zitting op dinsdagnamiddag.
De zittingen vangen aan om 14 uur en eindigen om 17 uur 30.
Art.2. De eerste voorzitter kan, van ambtswege of op verzoek van de voorzitter van een aanvullende kamer, na het advies van de procureur-generaal te hebben ingewonnen, beslissen dat een of meer aanvullende kamers buitengewone zittingen houden, waarvan hij de dag en het uur vaststelt.
Art.3. De eerste voorzitter kan, na het advies van de procureur-generaal te hebben ingewonnen, het aantal zittingen wijzigen.
Art.4. De eerste voorzitter, in samenspraak met de magistraat-coördinator, wijst toe :
- de burgerlijke, fiscale en handelszaken die de aanvullende kamer zal behandelen overeenkomstig artikel 109ter, eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek;
- de voormelde zaken die een gewone kamer zal behandelen met toepassing van artikel 109ter, lid 2 van het Gerechtelijk Wetboek.
Art.5. De voorzitter van de aanvullende kamer kan, wat de zaken betreft die aan zijn kamer zijn toegewezen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 747, § 2 van het Gerechtelijk Wetboek, de termijnen om conclusie te nemen en gebeurlijk de rechtsdag bepalen.
Art.6. Na het advies van de procureur-generaal te hebben ingewonnen, stelt de eerste voorzitter dag en uur van de vakantiezittingen vast en maakt de lijst op van de magistraten en plaatsvervangende raadsheren die zitting houden.
Art.7. De beschikkingen die de eerste voorzitter neemt ter uitvoering van dit besluit worden ter griffie van het Hof aangeplakt.
Art.8. Het bijzonder reglement van de aanvullende kamers wordt ter griffie van het Hof aangeplakt.
Art.9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 13 februari 1998.
Art. 10. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 september 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS