13 JULI 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1997 houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten.
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 59, § 6 van het koninklijk besluit van 19 december 1997 houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten wordt aangevuld als volgt :
"Zijn plaatsvervanger wordt op dezelfde wijze aangewezen.
Art.2. In artikel 120 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) In § 1, eerste lid, 1° worden tussen de woorden "de bekwaamheidsproef" en "waarvan" de woorden "voor verhoging in weddeschaal" ingevoegd.
b) In § 2, eerste lid, 1° worden tussen de woorden "de bekwaamheidsproef" en "waarvan" de woorden "voor verhoging in weddeschaal" ingevoegd.
c) In § 2, tweede lid worden tussen de woorden "De cijfers die behaald zijn voor" en "de bekwaamheidsproef" de woorden "het mondeling gedeelte van" ingevoegd.
Art.3. In artikel 123, eerste lid, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "heeft" en "recht" de woorden ", behoudens wanneer hij voorlopig geschorst is of een andere toegewezen functie uitoefent," ingevoegd.
Art.4. Artikel 141 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
"De getuigschriften van het eerste deel van de middelbare graad van de School voor Criminologie en Criminalistiek, behaald vóór 1 september 1993, worden, voor de toepassing van de bepalingen van dit besluit, gelijkgesteld met getuigschriften van de middelbare graad van de School voor Criminologie en Criminalistiek.".
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.
Art. 6. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 juli 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS