Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

31 AUGUSTUS 1998. - [Koninklijk besluit tot vaststelling van het statuut van de repetitoren, taalleraren en eerstaanwezend taalleraren bij de Koninklijke Militaire School]. <Opschrift vervangen door KB 2005-11-23/37, art. 22, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-09-1998 en tekstbijwerking tot 01-03-2016)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Werving.
Afdeling 1. - Toelating tot de proeftijd en benoeming in vast verband.
Art. 3-11
Afdeling 2. - Bijzondere benoemingsprocedure.
Art. 12
HOOFDSTUK III. - Toepasselijk verklaarde bepalingen.
Art. 13-15
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 16-19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1966101305 



Uitvoeringsbesluit(en):

2005007307  2013007327  2022021024 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. <KB 2005-11-23/37, art. 24, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005> Het ambt van repetitor, taalleraar of eerstaanwezend taalleraar bij de Koninklijke Militaire School wordt, naargelang het geval, uitgeoefend door stagedoende of vastbenoemde repetitors, taalleraars of eerstaanwezend taalleraars.

Art.2. <KB 2005-11-23/37, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005> De repetitoren :
  1° verlenen hun medewerking aan de praktische werken, aan de geleide oefeningen, alsook aan de controle van de kennis van de leerlingen;
  2° mogen vervangingen verzekeren in uitzonderlijke gevallen;
  3° mogen cursussen verstrekken in het kader van de opdrachten bedoeld in artikel 6, 3°, 5° en 8°, van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School;
  4° verlenen hun medewerking in het kader van de opdrachten bedoeld in artikel 6, 6° en 7°, van het voornoemde koninklijk besluit.
  De taalleraren mogen cursussen verstrekken in het kader van de opdrachten bedoeld in artikel 6, 3°, 5° en 8°, van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School.

HOOFDSTUK II. - Werving.
Afdeling 1. - Toelating tot de proeftijd en benoeming in vast verband.
Art.3.Om tot de proeftijd te worden toegelaten, moet ieder kandidaat aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° [1 onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese economische ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat]1;
  2° een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen (van de beoogde ambt); <KB 2005-11-23/37, art. 26, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005>
  3° de burgerlijke en politieke rechten genieten;
  4° voldaan hebben aan de dienstplichtwetten;
  5° (naargelang het geval, houder zijn van één van de diploma's bedoeld in artikel 3, § 3, eerste lid, of § 4, van de wet van 16 maart 1994 betreffende het statuut en de bezoldiging van het onderwijzend personeel van de Koninklijke Militaire School;) <KB 2005-11-23/37, art. 26, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005>
  6° aan de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de taalregeling voldoen;
  7° (aan geen enkele ziekte of gebrek lijden, onverenigbaar met de uitoefening van het ambt en beantwoorden aan de criteria die bij het koninklijk besluit van 13 mei 1999 tot regeling van het medisch toezicht op het personeel van sommige overheidsdiensten, zijn bepaald;) <KB 2005-11-23/37, art. 26, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005>betrekkingen zijn bepaald;
  8° geslaagd zijn voor een vergelijkend wervingsexamen dat door Onze [2 minister van Defensie]2 wordt georganiseerd.
  ----------
  (1)<KB 2013-12-26/03, art. 87, 004; Inwerkingtreding : 31-12-2013>
  (2)<KB 2016-01-29/11, art. 66, 005; Inwerkingtreding : 11-03-2016>

Art.4. De kandidaten worden door de Koning tot de proeftijd toegelaten in de volgorde van hun rangschikking bij het vergelijkend examen.

Art.5. De proeftijd duurt één jaar.
  De afwezigheden die zich voordoen nadat de stagiair reeds vijftien werkdagen in één of verschillende malen afwezig is geweest, worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de duur van de proeftijd; het jaarlijks vakantieverlof komt niet in aanmerking voor de berekening van deze dagen afwezigheid.

Art.6. Na zes maanden stelt de commandant van de Koninklijke Militaire School een uitvoerig verslag op over de wijze van dienen van de stagiair.
  (Dit verslag wordt medegedeeld aan de stagiair die er zich tot beperkt het te viseren, te dagtekenen en het uiterlijk op de vijfde werkdag volgend op de kennisgeving terug te bezorgen, indien hij hiertegen geen bezwaar heeft in te brengen. Oordeelt de stagiair daarentegen dat dit verslag niet gegrond is, dan viseert hij het in die zin en zendt het uiterlijk op de vijfde werkdag volgend op de kennisgeving terug, eventueel samen met een bezwaarschrift waarvan de ontvangst hem bericht wordt. De commandant van de Koninklijke Militaire School zendt dat verslag en, in voorkomend geval, het bezwaarschrift toe aan de directeur-generaal human resources of de door hem aangewezen overheid, die het bij het persoonlijk dossier van de stagiair laat voegen.) <KB 2005-11-23/37, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005>
  Een maand vóór het einde van de proeftijd stelt de commandant van de Koninklijke Militaire School een eindverslag op.
  Dit verslag wordt besloten met een gemotiveerd voorstel tot benoeming in vast verband of tot afdanking.
  (Het eindverslag wordt medegedeeld aan de stagiair die er zich tot beperkt het te viseren, te dagtekenen en het uiterlijk op de vijfde werkdag volgend op de kennisgeving terug te bezorgen, indien hij hiertegen geen bezwaar heeft in te brengen. Oordeelt de stagiair daarentegen dat dit verslag niet gegrond is, dan viseert hij het in die zin en zendt het uiterlijk op de vijfde werkdag volgend op de kennisgeving terug, eventueel samen met een bezwaarschrift waarvan de ontvangst hem bericht wordt. De commandant van de Koninklijke Militaire School zendt dat verslag en, in voorkomend geval, het bezwaarschrift toe aan de directeur-generaal human resources of de door hem aangewezen overheid.) <KB 2005-11-23/37, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005>

Art.7. <KB 2005-11-23/37, art. 28, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005> De stagiair kan, tijdens de proeftijd, worden afgedankt op gemotiveerd voorstel van de commandant van de Koninklijke Militaire School, die dit voorstel onverwijld aan de stagiair betekent. Deze viseert het, dagtekent het en bezorgt het uiterlijk op de vijfde werkdag volgend op de kennisgeving terug.
  Dit voorstel wordt aan de directeur-generaal human resources of aan de door hem aangewezen overheid toegezonden.

Art.8.De stagiair tegen wie een gemotiveerd voorstel tot afdanking wordt geformuleerd, kan (uiterlijk op de vijfde werkdag volgend op de kennisgeving), een bezwaarschrift indienen bij de commandant van de Koninklijke Militaire School die hem hiervan dezelfde dag de ontvangst bevestigt. <KB 2005-11-23/37, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005>
  (Voornoemde overheid zendt het bezwaarschrift de dag van ontvangst toe aan de directeur-generaal human resources of de door hem aangewezen overheid, die het bij de directieraad van het ministerie van Landsverdediging aanhangig maakt.) <KB 2005-11-23/37, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005>
  (De Directieraad geeft zijn gemotiveerd advies aan de [1 minister van Defensie]1 binnen een termijn van ten hoogste één maand te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het bezwaarschrift.) <KB 2005-11-23/37, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005>
  Op eigen verzoek wordt de stagiair door de directieraad gehoord. Hij mag zich laten bijstaan door een (verdediger naar zijn keuze). <KB 2005-11-23/37, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005>
  ----------
  (1)<KB 2016-01-29/11, art. 67, 005; Inwerkingtreding : 11-03-2016>

Art.9. De benoeming in vast verband en de afdanking worden door de Koning gedaan.

Art.10. De stagiair kan tijdens de proeftijd of op het einde ervan slechts worden afgedankt met een opzeggingstermijn van zes maanden, behoudens in geval van ernstige tekortkoming, waarin hij zonder opzegging kan worden afgedankt. Hij moet vooraf gehoord worden. Ten laatste op de datum van de beslissing tot afdanking wordt met de betrokkene een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur van zes maanden afgesloten die overeenstemt met de in het eerste lid bedoelde opzeggingstermijn.

Art.11. Een stagiair kan vrijwillig zijn ambt neerleggen met een opzeggingstermijn van dertig dagen.

Afdeling 2. - Bijzondere benoemingsprocedure.
Art.12. In afwijking van de bepalingen betreffende de toelating tot de proeftijd en de benoeming in vast verband, voorgeschreven bij afdeling 1 van dit hoofdstuk, kan door de Koning tot (...) repetitor worden benoemd, de militaire repetitor die voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 3 van dit besluit, op voorstel van de commandant van de Koninklijke Militaire School, met inzonderheid de vermelding van de wetenschappelijke en pedagogische verdiensten van de kandidaat alsmede van de redenen die de toevlucht tot de bijzondere benoemingsprocedure hebben gerechtvaardigd. <KB 2005-11-23/37, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005>

HOOFDSTUK III. - Toepasselijk verklaarde bepalingen.
Art.13. <KB 2005-11-23/37, art. 31, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005> Onverminderd de bepalingen van dit statuut, zijn de repetitoren, de taalleraren en de eerstaanwezend taalleraren bij de Koninklijke Militaire School onderworpen aan de regels die voor het statutair burgerpersoneel van het ministerie van Landsverdediging gelden inzake :
  1° rechten, plichten en onverenigbaarheden;
  2° persoonlijke aansprakelijkheid;
  3° controle op de lichamelijke geschiktheid;
  4° administratieve standen;
  5° verloven en afwezigheden;
  6° syndicaal statuut;
  7° schorsing in het belang van de dienst;
  8° cumulaties van beroepsactiviteiten;
  9° ambtsneerlegging.

Art.14.Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 13, moet worden verstaan :
  - onder de Minister, de [1 minister van Defensie]1;
  - onder de chef van het bestuur, de (directeur-generaal human resources van het algemeen commando van het [1 minister van Defensie]1 of de door hem aangewezen overheid). <KB 2005-11-23/37, art. 32, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005>
  ----------
  (1)<KB 2016-01-29/11, art. 68, 005; Inwerkingtreding : 11-03-2016>

Art.15. <KB 2005-11-23/37, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005> Inzake onverenigbaarheden wordt de adviserende opdracht die aan de te dien einde samengestelde commissies is voorbehouden, door de directieraad van het ministerie van Landsverdediging vervuld.
  De jaarlijkse vakantieverloven worden elk jaar door de commandant van de Koninklijke Militaire School vastgesteld. Het aantal toegekende verlofdagen mag evenwel niet lager liggen dan het aantal dagen toegekend aan het burgerpersoneel van dezelfde leeftijdscategorie.

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.16. De (...) repetitors bij de Koninklijke Militaire School in dienst vóór de datum waarop dit besluit in werking treedt, worden geacht aan de wervingsvereisten vastgesteld door dit besluit te hebben voldaan. <KB 2005-11-23/37, art. 34, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2005>

Art.17. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 oktober 1966 tot vaststelling van de administratieve en geldelijke toestand van sommige leden van het burgerlijk onderwijzend personeel van het Ministerie van Landsverdediging die hun dienstplicht in vredestijd vervullen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 november 1984 worden tussen de woorden "van de Koninklijke Militaire School" en "van de Krijgsschool" de woorden "met uitzondering van de repetitors" ingevoegd.

Art.18. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 19.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.