Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

19 MEI 1998. - Wet tot wijziging van de artikelen 55, 60, 61.1 en 61.2 van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1939113002 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art.2. Aan artikel 55, eerste lid, 2°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, vervangen bij artikel 147 van de wet van 22 december 1989, wordt een d) toegevoegd, luidende :
  "d) in geval van toepassing van artikel 53, 2°, dat de verkrijger of zijn echtgenoot zijn inschrijving in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op het adres van het verkregen onroerend goed zal bekomen.".

Art.3. In artikel 60 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de artikelen 1 van de wet van 27 februari 1978, 39 van de wet van 19 juli 1979 en 149 van de wet van 22 december 1989, wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid ingevoegd :
  "Het voordeel van de in artikel 53, 2° bedoelde vermindering blijft alleen dan behouden zo de verkrijger of zijn echtgenoot ingeschreven is in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op het adres van het verkregen onroerend goed. Deze inschrijving moet geschieden binnen een termijn van drie jaar te rekenen van de datum van de authentieke akte van verkrijging en ten minste drie jaar zonder onderbreking behouden blijven.".

Art.4. Artikel 61.1 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij artikel 40 van de wet van 19 juli 1979 en gewijzigd bij artikel 150 van de wet van 22 december 1989, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Indien de vermindering vervalt bij gebreke van exploitatie binnen de termijn en gedurende de tijd bepaald in artikel 60, eerste lid, is de verkrijger, naast het aanvullend recht, een daaraan gelijke vermeerdering verschuldigd.
  Indien de vermindering vervalt bij gebreke van inschrijving binnen de termijn en gedurende de tijd bepaald in artikel 60, tweede lid, is de verkrijger, naast het aanvullend recht, een daaraan gelijke vermeerdering verschuldigd.
  De Minister van Financiën kan evenwel van die vermeerdering geheel of gedeeltelijk afzien.".

Art. 5. In artikel 61.2, ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 26 juli 1952, gewijzigd bij de artikelen 47 van de wet van 25 juli 1956, 72, 1° van de wet van 12 juli 1976 en 62, 1° van de wet van 10 januari 1978 worden de woorden "van de artikelen 60 en 61.1" vervangen door de woorden "van de artikelen 60, eerste lid en 61.1, eerste lid".
  Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Gegeven te Brussel, 19 mei 1998.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
  Ph. MAYSTADT
  Met 's Lands zegel gezegeld :
  De Minister van Justitie,
  T. VAN PARYS