24 APRIL 1998. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 15 van de wet van 5 april 1994 houdende regeling van de cumulatie van pensioenen van de openbare sector met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een beroepsactiviteit of met een vervangingsinkomen.
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 4 van de wet van 5 april 1994 houdende regeling van de cumulatie van pensioenen van de openbare sector met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een beroepsactiviteit of met een vervangingsinkomen, gewijzigd bij de wet van 19 juni 1996 en het koninklijk besluit van 7 februari 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, eerste lid, 1° en 4°, wordt het bedrag "282 118" vervangen door het bedrag "287 760";
2° in § 1, eerste lid, 2° en in § 2 wordt het bedrag "225 693" vervangen door het bedrag "230 208".
Art.2. In artikel 7 van voormelde wet van 5 april 1994, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 februari 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, 1° en 4°, wordt het bedrag "564 235" vervangen door het bedrag "575 520";
2° in § 1, 2° en in § 2, wordt het bedrag "451 387" vervangen door het bedrag "460 416".
Art.3. In artikel 9, eerste lid van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 februari 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste streepje worden de bedragen "282 118", "564 235" en "141 059" respectievelijk vervangen door de bedragen "287 760", "575 520" en "143 880";
2° in het tweede streepje worden de bedragen "225 693", "451 387" en "112 847" respectievelijk vervangen door de bedragen "230 208", "460 416" en "115 104".
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.
Art. 5. Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 april 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Pensioenen,
M. COLLA