20 FEBRUARI 1998. - Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de Staatsbon op 5 jaar, verlengbaar tot 7 jaar- 4 maart 1998 - 2003 - 2005, en de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet, 4 maart 1998-2001-2003-2005.
Art. 1-6
Artikel 1. Er wordt overgegaan tot de uitgifte van twee leningen respectievelijk genaamd : "Staatsbon op 5 jaar verlengbaar tot 7 jaar" en "Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet".
Art.2. De Staatsbon op 5 jaar, verlengbaar tot 7 jaar - 4 maart 1998- 2003-2005 - rent 4,50 pct. 's jaars vanaf 4 maart 1998 tot 3 maart 2003. Deze rente blijft behouden ingeval de optie tot verlenging wordt uitgeoefend, hetzij voor de periode van 4 maart 2003 tot 3 maart 2005.
Art.3. De Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet - 4 maart 1998-2001-2003-2005 - rent 4,10 pct. 's jaars vanaf 4 maart 1998 tot 3 maart 2001.
Voor de periode gaande van 4 maart 2001 tot 3 maart 2003, is de faciale rentevoet van deze Staatsbon gelijk aan de rentevoet van de lineaire obligaties uitgegeven door de Staat waarvan de residuele looptijd twee jaar is, zonder dat hij mag lager zijn dan 4,50 pct.
Voor de periode gaande van 4 maart 2003 tot 3 maart 2005 is de faciale rentevoet van deze Staatsbon gelijk aan de rentevoet van de lineaire obligaties uitgegeven door de Staat waarvan de residuele looptijd twee jaar is, zonder dat hij mag lager zijn dan 5,00 pct.
Art.4. De openbare inschrijving op deze twee Staatsbons zoals bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 10 juni 1996, wordt opengesteld op 23 februari 1998; zij wordt afgesloten op 3 maart 1998. De datum van betaling is vastgesteld op 4 maart 1998. De betaling is volledig in speciën.
Art.5. De uitgifteprijs van de Staatsbon op 5 jaar verlengbaar tot 7 jaar - 4 maart 1998-2003-2005 - is vastgesteld op het pari van de nominale waarde.
De uitgifteprijs van de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet- 4 maart 1998-2001-2003-2005 - is vastgesteld op het pari van de nominale waarde.
Art. 6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 23 februari 1998.
Brussel, 20 februari 1998.
De Minister van Financiën,
Ph. MAYSTADT