16 APRIL 1998. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de artikelen 37, § 1, en 38, § 6, van de arbeidswet van 16 maart 1971.
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Afwijkingen op het verbod op nachtarbeid ter uitvoering van artikel 37, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Procedure van invoeren van een arbeidsregeling met nachtprestaties ter uitvoering van artikel 38, § 6, van de arbeidswet van 16 maart 1971
Art. 3-4
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 5-6
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1. Dit besluit is toepasselijk op de overheidsinstellingen die binnen het toepassingsgebied vallen van hoofdstuk III, afdeling II, van de arbeidswet van 16 maart 1971 zoals bepaald bij de artikelen 1 en 3 van diezelfde wet.
HOOFDSTUK II. - Afwijkingen op het verbod op nachtarbeid ter uitvoering van artikel 37, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971
Art.2. Er mag nachtarbeid worden verricht voor zover de aard van de werken of de activiteit dit rechtvaardigt, in de volgende gevallen :
1° voor het uitvoeren van arbeid in opeenvolgende ploegen;
2° voor het uitvoeren van werken waarvoor een permanentie noodzakelijk wordt geacht;
3° in bedrijven waar de verwerkte stoffen zeer snel kunnen ontaarden.
HOOFDSTUK III. - Procedure van invoeren van een arbeidsregeling met nachtprestaties ter uitvoering van artikel 38, § 6, van de arbeidswet van 16 maart 1971
Art.3. De in artikel 1 bedoelde instellingen die de arbeidsregelingen met nachtprestaties op de datum van de inwerkingtreding van de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid werkelijk toepassen, worden geacht deze regelingen geldig op die datum ingevoerd te hebben.
Art.4. In de in artikel 1 vermelde instellingen maken de bepalingen die een arbeidsregeling wijzigen of regelen welke nachtprestaties bevat na de datum van inwerkingtreding van de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid, van rechtswege wezenlijk deel uit van het arbeidsreglement zodra de bevoegde overheid ze uitgevaardigd heeft. Nochtans moet er over de bepalingen die niet aan onderhandeling of overleg onderworpen zijn krachtens de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, vooraf overlegd zijn in de zin van diezelfde wet.
Dit artikel is niet van toepassing op de autonome overheidsbedrijven die beoogd worden door de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art.5. Dit besluit heeft uitvoering met ingang van 8 april 1998.
Art. 6. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 16 april 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Minister van Ambtenarenzaken,
A. FLAHAUT