7 OKTOBER 1997. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de kennisgeving van werken ter uitvoering van het decreet van 16 april 1996 betreffende de waterkeringen (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-11-1997 en tekstbijwerking tot 10-04-2024)
Art. 1-5
Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
- het decreet : het decreet van 16 april 1996 betreffende de waterkeringen;
- (de gewestelijke waterbeheerders : het Vlaamse Gewest en het Agentschap Waterwegen en Zeekanaal en het Agentschap De Scheepvaart). <BVR 2006-05-19/49, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004, 2006-01-01 en 2006-04-01; zie ook BVR 2006-05-19/49, art. 37>
§ 2. Dit besluit is niet van toepassing op de werken aan onroerende goederen gelegen in de valleien van de onbevaarbare waterlopen, zoals bedoeld in artikel 3 van het decreet.
Art.2. De kennisgeving van de werken aan de betrokken eigenaars, zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid van het decreet, gebeurt door de Vlaamse minister bevoegd voor de openbare werken.
In dringende gevallen gebeurt de kennisgeving van de werken aan de burgemeesters, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid van het decreet, door (de gewestelijke waterbeheerders). <BVR 2006-05-19/49, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004, 2006-01-01 en 2006-04-01; zie ook BVR 2006-05-19/49, art. 37>
Art.3.De aangetekende brief, waarmee van de werken kennis wordt gegeven, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, omvat :
1° een beknopte omschrijving van de aard van de werken en een situeringsplan;
2° inlichtingen met betrekking tot het geplande tijdstip van de start van de werken en de duur van de werken;
3° kopie van het decreet met bijzondere aandacht voor artikel 5, eerste en tweede lid, en voor de artikelen 6 tot en met 10;
4° kadastrale gegevens van de percelen waarop de in artikel 4 van het decreet bedoelde werken uitgevoerd zullen worden;
5° naam, adres en telefoonnummer van de persoon bij (de gewestelijke waterbeheerders) die aan de betrokkenen nadere inlichtingen kan verstrekken; <BVR 2006-05-19/49, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004, 2006-01-01 en 2006-04-01; zie ook BVR 2006-05-19/49, art. 37>
6° het adres waar de werkplannen ter inzage liggen.
[1 7А de vermelding van de uiterste datum waarop en de instantie waarbij een compenserende vergoeding gevraagd kan worden conform titel 2 van het Instrumentendecreet van 26 mei 2023;
8А de vermelding van de uiterste datum waarop en de instantie waarbij een koopplicht gevraagd kan worden conform titel 3 van het Instrumentendecreet van 26 mei 2023.]1
----------
(1)<BVR 2024-03-22/08, art. 80, 003; Inwerkingtreding : 15-04-2024>
Art.4. Wanneer een aangetekende brief onbestelbaar is, wordt de kennisgeving gestuurd aan de burgemeester van de gemeente, waar de eigenaar zijn laatst bekende woonplaats heeft.
Art. 5. De Vlaamse minister bevoegd voor de openbare werken, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 oktober 1997.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening,
E. BALDEWIJNS