17 JUNI 1997. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 tot vaststelling van de criteria, modaliteiten en bedragen van de tussenkomsten voor individuele materiële bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap voor wat betreft de tussenkomst bij aankoop van elektronische rolstoelen.
Art. 1-3
Artikel 1. In punt 3.1.1.e. van de bijlage bij het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 tot vaststelling van de criteria, modaliteiten en bedragen van de tussenkomsten voor individuele materiële bijstand tot sociale integratie ten gunste van personen met een handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 20 juli 1994 en 28 februari 1996, worden de woorden " het Fonds neemt nooit geheel of gedeeltelijk de kosten van aankoop van een elektrische of elektronische rolstoel ten laste wanneer deze aankoop " vervangen door de woorden : " het Fonds neemt enkel het bedrag boven de nomenclatuurwaarde van een elektronische rolstoel ten laste wanneer de aankoop van een elektronische rolstoel ".
§ 2. Aan punt 3.1.2.a. van de bijlage bij hetzelfde besluit gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 20 juli 1994 en 21 december 1994, wordt tussen het eerste en tweede lid een nieuw lid toegevoegd dat luidt als volgt :
" In afwijking van de bepalingen van het eerste lid worden de kosten van aankoop van elektronische rolstoelen, inbegrepen de bijzondere aanpassingen en uitrusting, ten laste genomen ten bedrage van de factuurprijs indien blijkt uit een gemotiveerd attest van een revalidatie-arts, erkend voor functionele en professionele revalidatie van locomotorisch gehandicapten en/of neurologisch gehandicapten en/of neuromotorisch gehandicapten, dat deze aankoop noodzakelijk is met het oog op de sociale integratie van de persoon met een handicap. "
§ 3. In artikel 11 van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 tot vaststelling van de criteria, modaliteiten en bedragen van de tussenkomsten voor individuele materiële bijstand tot sociale integratie ten gunste van personen met een handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 20 juli 1994 en 28 februari 1996, wordt een paragraaf 1 bis toegevoegd die luidt als volgt :
" § 1 bis. In afwijking van § 1, tweede lid wordt de tenlasteneming van de bijstand vermeld in punt 3.1.2.a., tweede lid, van de bijlage verminderd :
a) voor de aanvrager die geen rechthebbende is op de sociale franchise met :
- 10 % van de eerste schijf van 100.000 fr. van het verschil tussen het factuurbedrag en de ZIV.-nomenclatuurwaarde;
- 5 % van de tweede schijf van 100.000 fr. van het verschil tussen het factuurbedrag en de ZIV.-nomenclatuurwaarde;
- 2 % van het resterend verschil tussen het factuurbedrag en de ZIV.-nomenclatuurwaarde;
b) met 2% van het verschil tussen het factuurbedrag en de ZIV.-nomenclatuurwaarde.
Onder " rechthebbende op de sociale franchise " wordt bedoeld, de personen, zowel werknemers als zelfstandigen, bedoeld in de desbetreffende uitvoeringsbesluiten van artikel 37 van de wet tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. "
§ 4. Punt 3.1.2.b. van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 juni 1997.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn,
L. MARTENS