17 JUNI 1997. - Besluit van de Vlaamse regering over de wijze van verdeling en de aanvraagprocedure om personeelsleden te krijgen die ten behoeve van het basisonderwijs met verlof zijn voor de ondersteuning van de lokale comités.
Art. 1-7
Artikel 1. § 1. Elke vakorganisatie, aangesloten bij een in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen vertegenwoordigde vakorganisatie, kan beschikken over personeelsleden uit het onderwijs met verlof wegens opdracht, om de lokale comités van het basisonderwijs te ondersteunen. De 15 hiertoe toegekende personeelsleden worden verdeeld in verhouding tot het aantal leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en het paramedisch personeel van het kleuter-, lager en basisonderwijs van elke vakorganisatie die voor het jaar 1996 een vakbondspremie genoten, tot het totaal aantal leden van deze personeelscategorieën van alle vakorganisaties die deze vakbondspremie genoten en die de gemeenschappelijke aanvraag, bedoeld in artikel 3, ondertekenden.
§ 2. Als ten gevolge van de berekening overeenkomstig § 1, de 15 personeelsleden niet verdeeld zijn, worden de resterende eenheden verdeeld in volgorde van het grootste naar het laagste cijfer na de komma verkregen bij de berekening overeenkomstig § 1.
Art.2. § 1 De vakorganisaties die bij de verdeling overeenkomstig de berekening bedoeld in artikel 1 over geen personeelslid kunnen beschikken, krijgen wel één personeelslid van de 15 toegekend.
§ 2. De resterende toe te kennen personeelsleden worden verdeeld volgens de in artikel 1 bedoelde verhouding onder de overblijvende vakverenigingen, met dien verstande dat de leden van de vakverenigingen die reeds een personeelslid toegekend kregen overeenkomstig § 1, niet meer meetellen voor het bepalen van de verhouding.
Art.3. De in artikel 1 bedoelde vakorganisaties die wensen te beschikken over personeelsleden uit het onderwijs met verlof wegens opdracht om de lokale comités van het basisonderwijs te ondersteunen, dienen een gemeenschappelijke aanvraag in bij de minister van Onderwijs, binnen 30 kalenderdagen na de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Deze brief bevat het voorstel tot verdeling van de hiervoorbedoelde personeelsleden en de ledenaantallen waarop het voorstel is gebaseerd.
Art.4. De controle van de door de vakorganisaties verstrekte gegevens betreffende het aantal leden kan worden geverifieerd bij de commissie voor de vakbondspremies. Om het de commissie en de vakorganisaties mogelijk te maken het aantal leden te tellen die een vakbondspremie genieten, wordt voor het jaar 1996 op de aanvraag van de vakbondspremie voor de in artikel één bedoelde personeelsleden, de vermelding "Basisonderwijs" aangebracht.
Art.5. De minister van Onderwijs, of zijn hiertoe gedelegeerde, deelt binnen dertig werkdagen na ontvangst van de in artikel 3 bedoelde brief, de verdeling mee van het aantal personeelsleden aan de vakorganisaties die de aanvraag ondertekenden.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 september 1997.
Art. 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 juni 1997.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken,
L. VAN DEN BOSSCHE