20 NOVEMBER 1996. - Besluit van de Regering betreffende de controle van de afwezigheden wegens ziekte in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap. (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-02-1997 en tekstbijwerking tot 02-08-2010)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1, 1bis, 2, 2bis
HOOFDSTUK II. - Formaliteiten bij afwezigheid wegens ziekte.
Art. 3, 3bis, 4-5
HOOFDSTUK III. - Controleprocedure.
Art. 6-9
HOOFDSTUK IV. - Wijzigings-, opheffings- en slotbepalingen.
Art. 10-12
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. <BDG 2006-10-19/41, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Dit besluit is van toepassing op alle personeelsleden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.
Art. 1bis.[1 Voor de toepassing van voorliggend besluit verstaat men onder "controlearts" de arts die door de Regering ermee belast wordt de controleonderzoeken uit te voeren.]1
----------
(1)<BDG 2010-06-24/07, art. 1, 006;
Inwerkingtreding : 24-06-2010, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap betreft en
Inwerkingtreding : 01-01-2011, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in de organismen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap betreft, zoals geregeld bij het besluit van 20 november 1996>
Art.2. De Secretaris-generaal van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap benoemt :
- een ambtenaar-controleur onder de ambtenaren van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;
- (opgeheven) <BDG 1998-09-07/33, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-10-1998>
- (opgeheven) <BDG 1998-09-07/33, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-10-1998>
Art. 2bis. <Ingevoegd bij BDG 2006-10-19/41, art. 2; Inwerkingtreding : 01-01-2007> De niet-naleving van de bepalingen van dit besluit heeft voor het betrokken personeelslid ten gevolge dat zijn afwezigheid wegens ziekte ongerechtvaardigd is en dat het voor de duur ervan zijn recht op loon verliest.
HOOFDSTUK II. - Formaliteiten bij afwezigheid wegens ziekte.
Art.3.
§ 1. Een personeelslid dat wegens ziekte niet in staat is om zijn arbeid of zijn dienst behoorlijk te verrichten, moet, hetzij persoonlijk, hetzij door een derde onmiddellijk zijn afdelingschef verwittigen. Deze verwittigt onmiddellijk de ambtenaar-controleur.
§ 2. [De eerste dag afwezigheid mag het personeelslid zijn woonplaats of gewone verblijfplaats niet verlaten, tenzij dwingende redenen hem ertoe verplichten. Deze dwingende redenen moeten door het personeelslid worden bewezen.
Als het personeelslid niet van plan is de dag afwezigheid op zijn woonplaats of gewone verblijfplaats door te brengen zoals bepaald in lid 1, deelt het de afdelingschef zijn verblijfplaats mede.] <BDG 2006-10-19/41, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
§ 3. [1 Wordt de ziekte geacht meer dan één dag te duren, is het personeelslid ertoe verplicht, zich door een arts van zijn keuze te laten onderzoeken.
De arts stelt een medisch attest op door een formulier dat hem door het personeelslid wordt overgemaakt, behoorlijk uit te vullen. De vorm en de inhoud van het formulier worden in de bijlage bij dit besluit vastgelegd.
Het formulier wordt onverwijld aan [3 de controlearts]3 overgemaakt die het ter kennis neemt en bewaart en de duur van de afwezigheid onmiddellijk aan de ambtenaar-controleur meedeelt.
De ambtenaar-controleur verwittigt onmiddellijk de afdelingschef van het personeelslid.]1
(§ 4. Het personeelslid dat tijdens een afwezigheid meerdere dagen in het buitenland wenst te verblijven, is ertoe verplicht ten minste 7 dagen vóór het gepland vertrek een controleonderzoek bij de [2 controlearts]2 aan te vragen, tenzij dwingende redenen zo'n verblijf op korte termijn noodzakelijk maken.) <BDG 2006-10-19/41, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
----------
(1)<BDG 2007-07-05/32, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 11-08-2007>
(2)<BDG 2010-06-24/07, art. 2, 006;
Inwerkingtreding : 24-06-2010, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap betreft en
Inwerkingtreding : 01-01-2011, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in de organismen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap betreft, zoals geregeld bij het besluit van 20 november 1996>
(3)<BDG 2010-06-24/07, art. 3, 006;
Inwerkingtreding : 24-06-2010, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap betreft en
Inwerkingtreding : 01-01-2011, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in de organismen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap betreft, zoals geregeld bij het besluit van 20 november 1996>
Art. 3bis.<Ingevoegd bij BDG 2006-10-19/41, art. 4; Inwerkingtreding : 01-01-2007> § 1. De Secretaris-generaal kan, hetzij op eigen initiatief, hetzij op de voordracht van de [1 controlearts]1, van de ambtenaar-controleur of van de afdelingschef een personeelslid onder spontane controle plaatsen.
De desbetreffende met redenen omklede beslissing wordt het betrokken personeelslid per aangetekende brief betekend.
§ 2. Behoudens overmacht is het personeelslid dat met toepassing van § 1 onder spontane controle wordt geplaatst, de eerste dag afwezigheid ertoe verplicht zich vóór 10 uur bij de [1 controlearts]1 telefonisch te melden.
Dit stelt het personeelslid niet vrij van de hem met toepassing van artikel 3 opgelegde verplichtingen.
§ 3. De [1 controlearts]1 kan de Secretaris-generaal op eigen initiatief of op verzoek van het personeelslid voorstellen de met toepassing van § 1 uitgesproken maatregel op te heffen.
----------
(1)<BDG 2010-06-24/07, art. 2, 006;
Inwerkingtreding : 24-06-2010, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap betreft en
Inwerkingtreding : 01-01-2011, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in de organismen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap betreft, zoals geregeld bij het besluit van 20 november 1996>
Art.4.[1 Het personeelslid moet, voor zover het zich na afloop van de in het formulier bepaalde afwezigheidsduur nog niet in staat voelt om de dienst te hervatten, opnieuw handelen volgens de procedure bepaald in artikel 3, § 3. Het onderzoek bij een arts naar eigen keuze vindt ten laatste op de eerste dag na afloop van de in het formulier bepaalde afwezigheidsduur plaats.]1
----------
(1)<BDG 2008-03-13/32, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 16-05-2008>
Art.5. § 1. Het personeelslid hervat de arbeid of de dienst vroegtijdig, zodra zijn gezondheidstoestand het toelaat.
§ 2. Gaat het echter om een halftijdse hervatting, dan mag het personeelslid op eigen verzoek de dienst of de arbeid slechts hervatten, indien het de bevoegde ambtenaar-controleur een dienovereenkomstig attest van de behandelende arts overhandigt. De ambtenaar-controleur verwittigt dan onmiddellijk de afdelingschef.
De ambtenaar-controleur verwittigt eveneens de Minister bevoegd inzake Personeel of, desgevallend, de ertoe gemachtigde Secretaris-generaal die over de hervatting beslist.
HOOFDSTUK III. - Controleprocedure.
Art.6. <BDG 2006-10-19/41, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Het personeelslid mag een controleonderzoek niet weigeren dat wordt uitgevoerd om de gegrondheid van de afwezigheid wegens ziekte na te gaan.
Art.7.
§ 1. (Bij afwezigheden kan de ambtenaar-controleur of de afdelingschef bij de [1 controlearts]1 erom verzoeken dat het personeelslid op zijn woonplaats of op zijn gewone verblijfplaats wordt onderzocht. [3 De controlearts kan ook op eigen initiatief beslissen een controleonderzoek op de woonplaats of gewone verblijfplaats van het personeelslid uit te voeren.]3 ) <BDG 2006-10-19/41, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Indien [2 de controlearts]2 het personeelslid niet op zijn woonplaats of gewone verblijfplaats vindt, laat hij hem een verzoek achter om in zijn praktijk, op de volgende dag waar consulten plaatsvinden, voor een controleonderzoek te verschijnen, voor zover het personeelslid het recht heeft om uit te gaan.
(Voorzover het personeelslid krachtens het formulier bedoeld in artikel 3, § 3, het recht niet had om uit te gaan en indien [2 de controlearts]2 , bij een controleonderzoek, het personeelslid op zijn woonplaats of op zijn gewone verblijfplaats niet vindt, wordt de afwezigheid wegens ziekte geacht ongerechtvaardigd te zijn en moet het personeelslid ook alle ter zake ontstane kosten dragen, tenzij het bij de bevoegde ambtenaar-controleur zijn afwezigheid door dwingende redenen kan rechtvaardigen.) <BDG 2006-10-19/41, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
§ 2. Wanneer het personeelslid niet zoals bepaald in het tweede lid van § 1 op de volgende dag waar consulten plaatsvinden verschijnt voor het controleonderzoek, dan wordt de afwezigheid wegens ziekte geacht ongerechtvaardigd te zijn, behalve wanneer het zijn afwezigheid bij de bevoegde ambtenaar-controleur kan rechtvaardigen.
§ 3. (Is de controlearts na het onderzoek van oordeel dat de afwezigheid wegens ziekte gerechtvaardigd is, deelt hij dit onverwijld mede aan het personeelslid door middel van een formulier dat het personeelslid voor ontvangst ondertekent.) <BDG 2006-10-19/41, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Hij verwittigt de bevoegde ambtenaar-controleur binnen de 24 uren.
§ 4. [4 Is de controlearts van oordeel dat het personeelslid in staat is om de arbeid of de dienst vol- of halftijds te hervatten, deelt hij dit onverwijld mede aan het personeelslid door middel van een formulier dat het personeelslid voor ontvangst ondertekent.
Wanneer hij beslist het personeelslid al dan niet arbeidsongeschikt te verklaren, kan de controlearts - teneinde zich in te dekken - dit personeelslid naar een geneesheer-specialist verwijzen om een gespecialiseerd advies in te winnen. De Regering draagt de daaruit voortvloeiende kosten.
De beslissing van de controlearts geldt als definitief. Een beroep tegen de beslissing van de controlearts, ingediend door het personeelslid vóór het gerecht, is niet opschortend.]4
(§ 5. Indien de controlearts op het ogenblik van zijn onderzoek vaststelt dat er nog geen medisch attest werd opgesteld, beslist hij alleen over de gegrondheid van de afwezigheid wegens ziekte.) <BDG 2006-10-19/41, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
(§ 6. Is de controlearts, bij een afwezigheid van één dag, van oordeel dat het personeelslid in staat is om de arbeid of de dienst te hervatten, dan hervat het personeelslid onmiddellijk de arbeid of de dienst. Als dat binnen hetzelfde kalenderjaar nog eens geschiedt, dan geldt de afwezigheid als ongerechtvaardigd en verliest het personeelslid voor deze dag zijn recht op loon; het hoeft deze dag de arbeid of de dienst niet te hervatten.
Is de controlearts, bij een afwezigheid van meerdere dagen, van oordeel dat het personeelslid in staat is om de arbeid of de dienst te hervatten, dan geldt de afwezigheid van het personeelslid wegens ziekte vanaf de volgende werkdag als ongerechtvaardigd en verliest het personeelslid voor de duur van de ongerechtvaardigde afwezigheid zijn recht op loon.) <BDG 2006-10-19/41, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
----------
(1)<BDG 2010-06-24/07, art. 2, 006;
Inwerkingtreding : 24-06-2010, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap betreft en
Inwerkingtreding : 01-01-2011, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in de organismen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap betreft, zoals geregeld bij het besluit van 20 november 1996>
(2)<BDG 2010-06-24/07, art. 3, 006;
Inwerkingtreding : 24-06-2010, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap betreft en
Inwerkingtreding : 01-01-2011, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in de organismen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap betreft, zoals geregeld bij het besluit van 20 november 1996>
(3)<BDG 2010-06-24/07, art. 4, 006;
Inwerkingtreding : 24-06-2010, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap betreft en
Inwerkingtreding : 01-01-2011, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in de organismen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap betreft, zoals geregeld bij het besluit van 20 november 1996>
(4)<BDG 2010-06-24/07, art. 5, 006;
Inwerkingtreding : 24-06-2010, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap betreft en
Inwerkingtreding : 01-01-2011, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in de organismen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap betreft, zoals geregeld bij het besluit van 20 november 1996>
Art.8. <BDG 2006-10-19/41, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Een controleonderzoek mag uitsluitend tussen 8 en 20 uur plaatsvinden.
Art.9.<Opgeheven bij BDG 2010-06-24/07, art. 6, 006;
Inwerkingtreding : 24-06-2010, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap betreft en
Inwerkingtreding : 01-01-2011, wat de controle van de afwezigheden wegens ziekte in de organismen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap betreft, zoals geregeld bij het besluit van 20 november 1996>
HOOFDSTUK IV. - Wijzigings-, opheffings- en slotbepalingen.
Art.10. Artikel 19 van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheid wegens persoonlijke aangelegenheden wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Het wegens ziekte of gebrekkigheid afwezige personeelslid is onderworpen aan de bepalingen van het besluit van de Regering van 20 november 1996 betreffende de controle van de afwezigheden wegens ziekte in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap."
Artikel 21 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Komt men na het controleonderzoek uitgevoerd bij toepassing van het in artikel 19 bedoelde besluit van de Regering van 20 november 1996 tot de conclusie dat het personeelslid de dienst halftijds kan hervatten, wordt de Minister bevoegd inzake Personeel of de ertoe gemachtigde Secretaris-generaal verwittigd.
De Minister of zijn gemachtigde verzoekt het personeelslid de dienst halftijds te hervatten, voor zover dit de goede werking van de dienst niet schaadt."
Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Op verzoek mag het wegens ziekte of gebrekkigheid afwezige personeelslid pas de dienst halftijds hervatten, indien het aan de ambtenaar-controleur die krachtens het besluit van de Regering van 20 november 1996 bedoeld in bovenvermeld artikel 19 bevoegd is, een dienovereenkomstig attest van zijn behandelende arts overhandigt en indien de hervatting de goede werking van de dienst niet schaadt.
De ambtenaar-controleur verwittigt de Minister bevoegd inzake Personeel of de gemachtigde Secretaris-generaal."
Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
"De beslissing van de Minister of van zijn gemachtigde over de halftijdse diensthervatting is voor ten hoogste 30 kalenderdagen geldig.
Een verlenging van deze beslissing voor een nieuwe periode van ten hoogste 30 kalenderdagen mag slechts toegekend worden, indien het personeelslid opnieuw een dienovereenkomstig attest overhandigt. "
Art.11. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art.12. De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 20 november 1996.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme,
J. MARAITE
BIJLAGE.
Art. N.GENEESKUNDIG ATTEST.
(Attest niet opgenomen om technische redenen. Zie B. St. 15-02-1997, p. 3164).
(Gewijzigd bij : )
<BDG 1998-09-07/33, art. 8, Inwerkingtreding : 15-10-1998; zie B.St. 15-10-1998, p. 34319-20>
<BDG 2007-07-05/32, art. 2, Inwerkingtreding : 11-08-2007; zie B.St. 01-08-2007, p. 40632-40633>