Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 OKTOBER 1996. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de gemeenschappelijke en gewestelijke dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling. (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De personeelsleden van de Gemeenschappelijke en Gewestelijke Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling die een voltijds ambt uitoefenen, hebben, volgens de hierna bepaalde gevallen en modaliteiten, recht op politiek verlof voor het uitoefenen van een politiek mandaat of een ambt dat ermee gelijkgesteld kan worden.
  In de zin van dit besluit moet onder " personeelsleden " worden verstaan de statutaire of stagedoende ambtenaren en de bij arbeidsovereenkomst aangeworven personeelsleden.

Art.2. Onder " politiek verlof voor het uitoefenen van een politiek mandaat of een ambt dat ermee gelijkgesteld kan worden " dient te worden verstaan :
  1° ofwel een vrijstelling van dienst die geen weerslag heeft op de administratieve en geldelijke toestand van de personeelsleden;
  2° ofwel een facultatief politiek verlof dat op aanvraag van de personeelsleden wordt toegekend;
  3° ofwel een politiek verlof van ambtswege waaraan de personeelsleden zich niet kunnen onttrekken.

Art.3. Op de aanvraag van de personeelsleden wordt een vrijstelling van dienst toegekend voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten :
  1° gemeenteraadslid dat noch burgemeester noch schepen is of lid van een raad voor maatschappelijk welzijn, de voorzitter uitgezonderd, in een gemeente :
  a) tot 10 000 inwoners : één halve dag per maand;
  b) van 10 001 inwoners of meer : één dag per maand;
  2° burgemeester, schepen of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente tot 30 000 inwoners : één dag per maand;
  3° schepen of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente van 30 001 tot 50 000 inwoners : één dag per maand;
  4° lid van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, de voorzitter uitgezonderd : één dag per maand;
  5° provincieraadslid dat geen lid is van de bestendige deputatie : één dag per maand.
  De vrijstelling van dienst wordt naar keuze van de betrokkene genomen in dagen of halve dagen. Zij mag niet van een maand naar een andere worden overgedragen, tenzij zij is toegekend voor het uitoefenen van een mandaat van provincieraadslid.

Art.4. Op de aanvraag van de personeelsleden wordt een facultatief politiek verlof toegekend voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten :
  1° burgemeester van een gemeente :
  a) tot 30 000 inwoners : één tot vier dagen per maand;
  b) van 30 001 tot 50 000 inwoners : het vierde van een voltijds ambt;
  c) van 50 001 tot 80 000 inwoners : de helft van een voltijds ambt;
  2° schepen of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente :
  a) tot 10 000 inwoners : één tot drie dagen per maand;
  b) van 10 001 tot 50 000 inwoners : het vierde van een voltijds ambt;
  c) van 50 001 tot 80 000 inwoners : het vierde van een voltijds ambt;
  d) van 80 001 tot 130 000 inwoners : de helft van een voltijds ambt;
  3° lid van het bestendig bureau van een raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente :
  a) tot 10 000 inwoners : één of twee dagen per maand;
  b) van 10 001 tot 20 000 inwoners : één, twee of drie dagen per maand;
  c) van meer dan 20 000 inwoners : één tot vijf dagen per maand;
  4° gemeenteraadslid dat noch burgemeester, noch schepen is of lid van een raad voor maatschappelijk welzijn, de voorzitter uitgezonderd, in een gemeente :
  a) tot 10 000 inwoners : één halve dag per maand;
  b) van 10 001 inwoners of meer : één dag per maand.

Art.5. De personeelsleden worden met politiek verlof van ambtswege gezonden om de volgende politieke mandaten uit te oefenen :
  1° burgemeester van een gemeente :
  a) van 20 000 tot 30 000 inwoners : twee dagen per maand;
  b) van 30 001 tot 50 000 inwoners : het vierde van een voltijds ambt;
  c) van 50 001 tot 80 000 inwoners : de helft van een voltijds ambt;
  d) van meer dan 80 000 inwoners : voltijds;
  2° schepen of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente :
  a) van 20 001 tot 50 000 inwoners : twee dagen per maand;
  b) van 50 001 tot 80 000 inwoners : het vierde van een voltijds ambt;
  c) van 80 001 tot 130 000 inwoners : de helft van een voltijds ambt;
  d) van meer dan 130 000 inwoners : voltijds;
  3° lid van de bestendige deputatie van een provincieraad : voltijds;
  4° voorzitter van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap : voltijds;
  5° lid van één der Wetgevende Kamers, van het Europees Parlement, van een Gemeenschaps- of Gewestraad, die van de Duitstalige Gemeenschap uitgezonderd : voltijds;
  6° Minister of Staatssecretaris van de federale Staat, van een Gemeenschap of een Gewest of lid van de Commissie van de Europese Gemeenschappen : voltijds;
  7° lid van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : de helft van een voltijds ambt;
  8° lid van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : voltijds.
  Het politiek verlof van ambtswege begint op de datum van de eedaflegging volgend op de verkiezing of de aanwijzing voor het bedoelde politiek mandaat.

Art.6. In afwijking van artikel 1 worden de personeelsleden die geen voltijds ambt uitoefenen niettemin met voltijds politiek verlof van ambtswege gezonden voor de uitoefening van een in artikel 5 bepaald politiek mandaat, voor zover daaraan een politiek verlof van ambtswege beantwoordt waarvan de duur ten minste de helft van een voltijds ambt beloopt.

Art.7. Voor de toepassing van artikelen 3, 4 en 5 wordt het aantal inwoners bepaald overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 5 en 29 van de nieuwe gemeentewet.

Art.8. § 1. De periodes gedekt door een facultatief politiek verlof of een politiek verlof van ambtswege worden niet bezoldigd. Zij worden gelijkgesteld met periodes van dienstactiviteit.
  Tijdens de periodes gedekt door een politiek verlof van ambtswege voor de uitoefening van een mandaat van lid van de Waalse Raad of Regering mogen de personeelsleden geen aanspraak maken op bevordering.
  § 2. Voor de bij arbeidsovereenkomst aangeworven personeelsleden wordt deze overeenkomst geschorst tijdens de periodes gedekt door een facultatief politiek verlof of een politiek verlof van ambtswege. Deze periodes worden beschouwd als voor bevordering tot een hogere wedde in aanmerking komende diensten.

Art. 9. Het politiek verlof eindigt uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op het einde van het mandaat.
  Vanaf dat ogenblik herkrijgt de belanghebbende zijn statutaire of contractuele rechten. Indien hij niet in zijn betrekking werd vervangen, bekleedt hij opnieuw die betrekking wanneer hij zijn dienst hervat. Indien hij wel is vervangen, wordt hij voor een andere betrekking aangewezen overeenkomstig de door de Regering vastgestelde regeling.
  § 2. De personeelsleden mogen na hun wederopneming hun wedde niet cumuleren met voordelen die verbonden zijn aan de uitoefening van een in artikel 5 bedoeld mandaat en die een wederaanpassingsvergoeding uitmaken.
  Eupen, 28 oktober 1996.
  Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap
  De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme,
  J. MARAITE
  De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden
  K.-H. LAMBERTZ