Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

16 JANUARI 1997. - Besluit tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 27 juni 1991 houdende machtiging voor de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling (BGDA) tot het sluiten van partnershipovereenkomsten teneinde de kansen van bepaalde werkzoekenden om werk te vinden of terug te vinden, te vergroten in het kader van gecoördineerde beschikkingen voor socio-professionele inschakeling.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991031223 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art.2. Artikel 3 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 27 juni 1991 houdende machtiging voor de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling tot het sluiten van partnershipovereenkomsten teneinde de kansen van bepaalde werkzoekenden, om werk te vinden of terug te vinden, te vergroten in het kader van gecoördineerde beschikkingen voor socio-professionele inschakeling, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 3. De partnershipovereenkomsten dienen drie doelstellingen na te streven :
  - de systematische inschrijving bevorderen van de socio-professionele uitgesloten groepen door de partners van de BGDA, als werkzoekenden bij laatstgenoemde;
  - de bevordering van acties inzake plaatselijke coördinatie en overleg voor tewerkstelling en socio-professionele inschakeling;
  - de bevordering van plaatselijke acties inzake socio-professionele inschakeling ten gunste van groepen die op socio-professioneel vlak uitgesloten zijn. " Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
  1° groepen die op socio-professioneel vlak uitgesloten zijn : de personen, al dan niet als werkzoekenden ingeschreven, die uit hoofde van hun geringe of onbestaande beroepsbekwaamheid, hun sociale nood of wegens het feit dat de groep waartoe ze behoren gediscrimineerd wordt, werkloos zijn en in de onmogelijkheid verkeren om in te gaan op het tewerkstellingsaanbod van de arbeidsmarkt;
  2° acties inzake plaatselijke coördinatie en overleg, de handelingen die in het kader van acties van socio-professionele inschakeling, de mobilisatie en de structurele associatie beogen van de verschillende plaatselijke partners voor tewerkstelling, opleiding en socio-professionele inschakeling. Het betreft onder meer :
  - de studie van problemen van socio-professionele uitsluiting zoals deze zich stellen op plaatselijk vlak;
  - de bevordering en de coördinatie van gezamenlijke acties die in samenwerkingsverband de tussenkomst van meerdere partners op gang brengen;
  - de coördinatie van de opvang van de groepen;
  - de coördinatie van de door de plaatselijke economische aktoren gevoerde prospectie-acties.
  De samenhang van de betrekkingen tussen de partners, de algemene doelstellingen van de acties en de minimale eisen waaraan deze moeten beantwoorden worden bepaald in een lastenkohier.
  3° plaatselijke acties van socio-professionele inschakeling : de handelingen die ertoe strekken snel een beroepsbekwaamheid op te doen en een betrekking te bekomen om de betrokkenen in een economische activiteit te stabiliseren. Deze acties behelzen de uitvoering van erbij horende initiatieven inzake :
  - opvang en begeleiding van de personen die op sociaal en professioneel vlak uitgesloten zijn voor de bepaling van hun professioneel project en de begeleiding voor de uitvoering ervan;
  - opleiding (basisopleiding, pre-kwalificatie, sociale opleiding, beroepsopleiding...);
  - tewerkstelling in een onderneming in het kader van een bezoldigde betrekking, gedekt door de sociale zekerheid.
  De socio-professionele inschakelingsprogramma's bepalen, naar gelang de doelpublieken en de aard van de ondernomen acties, de samenhang van de betrekkingen tussen de partners, de algemene doelstellingen van de acties en de minimale eisen waaraan deze moeten beantwoorden.
  In bepaalde gevallen, gaat het over programma's die tegelijkertijd en gedurende het ganse socio-professionele inschakelingstraject acties uitvoeren die afhangen van de bevoegdheden van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, enerzijds, en van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, anderzijds. Dan worden deze programma's aangeduid als " gemeenschappelijke programma's ".

Art.3. Artikel 4, 4°, van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 27 juni 1991 houdende machtiging voor de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling tot het sluiten van partnershipovereenkomsten teneinde de kansen van bepaalde werkzoekenden, om werk te vinden of terug te vinden, te vergroten in het kader van gecoördineerde beschikkingen voor socio-professionele inschakeling wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 4° het Institut bruxellois francophone pour la Formation professionnelle (IBFFP.); "

Art.4. Artikel 5, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 27 juni 1991 houdende machtiging voor de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling tot het sluiten van partnershipovereenkomsten teneinde de kansen van bepaalde werkzoekenden om werk te vinden of terug te vinden, te vergroten in het kader van gecoördineerde beschikkingen voor socio-professionele inschakeling wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 5. § 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
  1° " Gewestelijke Interministeriële Afvaardiging voor Stedelijke Solidariteit (GIASS) " : de Afvaardiging opgericht door het Besluit van 24.12.1992 van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve;
  2° " Commission Consultative en matière de formation, d'emploi, et d'enseignement " : de Commissie opgericht door artikel 28 van het Decreet van 17.04.1994 van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de oprichting van het Institut bruxellois francophone pour la Formation professionnelle.
  3° " Brussels Nederlandstalig Comité voor Tewerkstelling en Opleiding " : het Comité opgericht door het Samenwerkingsakkoord van 02.09.1996 tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
  § 2. De socio-professionele inschakelingsprogramma's (zoals ook het lastenkohier voor de plaatselijke overleg- en coördinatieacties) worden voorgesteld door de Gewestelijke Interministeriële Afvaardiging voor Stedelijke Solidariteit of door de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling. Wanneer het gaat over " gemeenschappelijke programma's " zoals gedefinieerd in artikel 3, 3°, wordt de betrokken instelling (VDAB. of IBFFP.) voorafgaandelijk op de hoogte gebracht van het voorstel.
  De voorstellen van socio-professionele inschakelingsprogramma's (zoals ook van lastenkohier voor de plaatselijke overleg- en coördinatieacties) worden voor advies voorgelegd aan de Commission consultative en matière de formation, d'emploi et d'enseignement, zoals ook aan het Brussels Nederlandstalig Comité voor Tewerkstelling en Opleiding.
  Zij worden dan voor advies voorgelegd aan het Beheerscomité van de BGDA en goedgekeurd door de Regering. "

Art.5. Artikel 6, van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 27 juni 1991 houdende machtiging voor de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling tot het sluiten van partnershipovereenkomsten teneinde de kansen van bepaalde werkzoekenden, om werk te vinden of terug te vinden, te vergroten in het kader van gecoördineerde beschikkingen voor socio-professionele inschakeling, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 6. § 1. De partnershipovereenkomsten worden gesloten door de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling in toepassing van de programma's voor socio-professionele inschakeling of van het lastenkohier voor de lokale overleg- en coördinatieacties.
  Zij hebben een duur van maximum één jaar. Op de vervaldag, worden zij telkens voor eenzelfde duur als de initiële periode stilzwijgend verlengd, behoudens opzegging betekend door een aangetekende brief door één van de partijen tenminste drie maanden vóór het verstrijken van de lopende termijn.
  De BGDA zal de partnershipovereenkomsten eveneens vervroegd kunnen beëindigen ingeval de partner op ernstige wijze zijn verplichtingen verzuimt.
  § 2 De partnershipovereenkomsten voorzien in de toekenning van een toelage aan de partners van de BGDA, ten laste van zijn begroting en binnen de perken van de daartoe voorziene kredieten.
  Ze bevatten een clausule waarbij de partners er zich toe verbinden van de voorafgaande inschrijving als werkzoekende bij de BGDA een voorwaarde te maken om deel te kunnen nemen aan de actie of de acties die ze met de toelage uitvoeren, enerzijds en de werkaanbiedingen waarvan ze kennis hebben mede te delen aan de BGDA, anderzijds.
  § 3. De in artikel 4, § 1, 4° en 5°, bedoelde partners mogen niet van de toelage genieten. Zij mogen partij zijn bij overeenkomsten, maar enkel als geassocieerde partners.
  § 4. Voor de berekening van de toelage kan rekening worden gehouden met het totaal van de kosten die voor de realisatie van de acties werkelijk door de partners worden gedragen.
  § 5. Iedere instelling aangeduid in artikel 4, 1° tot 3°, kan een klacht indienen tegen de beslissingen die tegenover haar werden getroffen in uitvoering van § 1 van dit artikel. Het Beheerscomité van de BGDA neemt een beslissing over deze klacht binnen een termijn van 30 dagen vanaf de indiening van de klacht.
  § 6 Indien de instelling die een klacht heeft ingediend geen gelijk haalt, kan zij tegen de genomen beslissing beroep aantekenen bij de BGDA. Dit beroep wordt voorgelegd aan de Commission Consultative en matière de formation, d'emploi, et d'enseignement of aan het Brussels Nederlandstalig Comité voor Tewerkstelling en Opleiding.
  De Commissie of het Comité brengt een met redenen omkleed advies uit betreffende het beroep; dit advies wordt meegedeeld aan de BGDA waarover het Beheerscomité dan een definitieve beslissing neemt binnen een termijn van 30 dagen vanaf de mededeling van het advies. "

Art.6. Artikel 7, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 27 juni 1991 houdende machtiging voor de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling tot het sluiten van partnershipovereenkomsten teneinde de kansen van bepaalde werkzoekenden, om werk te vinden of terug te vinden, te vergroten in het kader van gecoördineerde beschikkingen voor socio-professionele inschakeling, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 7. De partnershipovereenkomsten bepalen minstens :
  1° de duur en de vervroegde opzeggingsmodaliteiten van de overeenkomst;
  2° het programma voor socio-professionele inschakeling (of het lastenkohier voor de plaatselijke overleg- en coördinatieacties) in het kader van welke zij gesloten wordt;
  3° de actie of de acties ten laste van de partner(s);
  4° de actie of de acties ten laste van de BGDA;
  5° de manier van samenwerking tussen de BGDA en haar partners;
  6° het type of de types en het aantal werkzoekenden die de actie(s) beogen;
  7° de doelstellingen van de actie(s);
  8° de beoordelingsmodaliteiten van de acties;
  9° het bedrag, de verdeelwijze, de toekenningsvoorwaarden en de vereffeningsmodaliteiten van de aan de partner(s) verleende toelage evenals de modaliteiten voor de terugvordering ervan door de BGDA in geval de toekenningsvoorwaarden niet nageleefd worden. "

Art.7. Artikel 8, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 27 juni 1991 houdende machtiging voor de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling tot het sluiten van partnershipovereenkomsten teneinde de kansen van bepaalde werkzoekenden, om werk te vinden of terug te vinden, te vergroten in het kader van gecoördineerde beschikkingen voor socio-professionele inschakeling, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 8. De BGDA staat in voor de toepassing van de partnershipovereenkomsten.
  Jaarlijks stelt de Dienst een evaluatieverslag op aangaande deze toepassing. Dit verslag dat ter informatie wordt meegedeeld aan de GIASS, de IBFFP., en de VDAB., wordt ter advies voorgelegd aan de Commission consultative en matière de formation, d'emploi et d'enseignement, en aan het Brussels Nederlandstalig Comité voor Tewerkstelling en Opleiding.
  Het verslag wordt vervolgens ter informatie meegedeeld aan de GIASS. De GIASS maakt jaarlijks een evaluatieverslag van de programma's over aan de Regering. "

Art. 8. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1997.
  Brussel, 16 januari 1997.
  Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-Voorzitter belast met Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen,
  Ch. PICQUE