20 JANUARI 1997. - [Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van de Algemene Raad voor Hogescholen en de Hoge Raden voor Hogescholen.] (VERTALING).(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-03-1997 en tekstbijwerking tot 17-01-1998)
TITEL I. - <nieuwe structuur; BFG 1998-01-07/30, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> Algemene Raad voor Hoge Scholen.
HOOFDSTUK I. - Samenstelling.
Art. 1-6
HOOFDSTUK II - Opdrachten.
Art. 7
HOOFDSTUK III. - Werking.
Art. 8-18
TITEL II. - <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> Hoge Raden voor Hogescholen.
HOOFDSTUK I. - <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> Oprichting en samenstelling van de Hoge Raden.
Art. 18bis, 18ter, 18quater, 18quinquies, 18sexies, 18septies, 18octies
HOOFDSTUK II. - <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> Werking van de Hoge Raden.
Artikel 18nonies. Iedere Hoge Raad stelt zijn huishoudelijk reglement vast volgens een door de Algemene Raad voorgedragen schema en legt het aan de Algemene Raad ter goedkeuring voor.
Het huishoudelijk reglement voorziet inzonderheid in de nadere regels
Art. 18decies, 18undecies, 18duodecies, 18ter, 18quater, 18quinquies
TITEL III. - <nieuwe structuur; BFG 1998-01-07/30, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> Opheffings- en slotbepalingen.
Art. 19-21
TITEL I. -
HOOFDSTUK I. - Samenstelling.
Artikel 1. De Algemene Raad voor Hogescholen bestaat uit achtentwintig leden die als volgt worden verdeeld :
1° veertien directeurs-voorzitters en vertegenwoordigers van de inrichtende machten waaronder :
a) drie voorgedragen door de Regering van de Franse Gemeenschap die als vertegenwoordiger van de inrichtende macht van het onderwijs van de Franse Gemeenschap handelen;
b) vier voorgedragen door de representatieve organisatie van de inrichtende machten van het gesubsidieerd officieel onderwijs;
c) zes voorgedragen door de representatieve organisatie van de inrichtende machten van het gesubsidieerd vrij onderwijs van confessionele aard;
d) een voorgedragen door de representatieve organisatie van de inrichtende machten van het gesubsidieerd vrij onderwijs van niet-confessionele aard;
2° zes vertegenwoordigers van de personeelsleden van de Hogescholen voorgedragen door de representatieve vakbonden;
3° vier vertegenwoordigers van de studenten voorgedragen door de op communautair vlak erkende representatieve studentenverbonden;
4° vier vertegenwoordigers van de sociale kringen voorgedragen door de interprofessionele vakverenigingen en werkgeversverbonden. Elk lid van de Algemene Raad voor de Hogescholen heeft een plaatsvervanger.
Art.2. De werkende leden en plaatsvervangers van de Algemene Raad voor de Hogescholen worden door de Regering aangesteld op een door elke betrokken groep voorgedragen dubbele lijst. De Regering stelt zowel de werkende leden als de plaatsvervangers aan, zodat er pariteit bestaat tussen de twee grote ideologische stromingen.
Art.3. Het mandaat van de in punten 1°, 2° en 4° van lid 1 van artikel 1 bedoelde werkende leden en plaatsvervangers duurt vijf jaar en is hernieuwbaar. Het mandaat van de in punt 3° van lid 1 van artikel 1 bedoelde werkende leden en plaatsvervangers duurt een jaar en is hernieuwbaar.
Art.4. Elk lid dat overlijdt, ontslag neemt of de hoedanigheid verliest die zijn mandaat verantwoordde, wordt vervangen. De overeenkomstig de artikelen 1 en 2 aangestelde plaatsvervanger beëindigt het mandaat van zijn voorganger.
Art.5. Volgens voorwaarden bepaald in het in artikel 8 bedoelde huishoudelijk reglement worden de voorzitter en de ondervoorzitter van de Algemene Raad voor vijf jaar verkozen door de leden van de Algemene Raad onder de in punt 1° van lid 1 van artikel 1 bedoelde leden met inachtneming van de pariteit tussen de twee grote ideologische stromingen.
Art.6. Wonen de vergaderingen van de Algemene Raad bij met adviserende stem :
1° de Minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs behoort en de Directeur-generaal van het hoger onderwijs of hun afgevaardigde;
2° de Regeringscommissarissen bij de Hogescholen
HOOFDSTUK II - Opdrachten.
Art.7. (opgeheven) <BFG 1998-01-07/30, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998>
HOOFDSTUK III. - Werking.
Art.8. De Algemene Raad werkt zijn huishoudelijk reglement uit. Hij legt het, alsmede de eventuele latere wijzigingen ervan aan de Regering ter goedkeuring voor.
Art.9. De Algemene Raad komt bijeen op vraag ofwel van zijn voorzitter of ondervoorzitter ofwel van ten minste een derde van de stemgerechtigde leden, ofwel van de Regering. Hij vergadert minstens vijf keer per jaar.
Art.10. De Voorzitter, of in zijn afwezigheid, de Ondervoorzitter roept ten minste tien werkdagen voor de vergadering de leden schriftelijk op. De agenda van de vergadering en de notulen van de vorige vergadering worden samen met de oproepingsbrief verstuurd.
Art.11. De Algemene Raad beraadslaagt op geldige wijze pas wanneer de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn.
Art.12. Elk advies is het voorwerp van een stemming. De Algemene Raadbeslist met een tweederdemeerderheid van de aanwezige leden. De absolute meerderheid is bovendien vereist afzonderlijk enerzijds voor het geheel van de in punt 1°, a, b en d van lid 1 van artikel 1 bedoelde aanwezige leden of hun plaatsvervangers, anderzijds voor het geheel van de in punt 1°, c, van lid 1 van artikel 1 bedoelde aanwezige leden of hun plaatsvervangers.
Minderheidsnota's mogen bij de adviezen worden gevoegd.
Art.13. De Algemene Raad stelt een bureau samen dat voor de voorbereiding van het werk moet zorgen.
Dit bureau bestaat uit de voorzitter, de ondervoorzitter, een lid van elke subcategorie van in de littera's a), b), c) van punt 1° van lid 1 van artikel 1 bedoelde leden en een lid van elke subcategorie van in de punten 2°, 3° en 4° van lid 1 van artikel 1 bedoelde leden . De Algemene Raad zorgt ervoor dat het bureau ervan zodanig wordt samengesteld dat er tussen de twee grote ideologische stromingen pariteit bestaat.
Art.14. De regering stelt ter beschikking van de algemene raad het nodige personeel om voor het secretariaatswerk te zorgen. Dit personeel wordt onder de personeelsleden van niveau 1 van de Regeringsdiensten van de Franse Gemeenschap gekozen. Het woont met adviserende stem de vergadering van de Algemene Raad bij.
Art.15. De Algemene Raad komt bijeen in de lokalen van het Ministerie van Onderwijs, Onderzoek en Vorming.
Art.16. De door de Algemene Raad uitgebrachte adviezen worden aan de Regering door het secretariaat overgemaakt.
Art.17. Een jaarlijks verslag over de werking en de werkzaamheden van de Algemene Raad wordt aan de Regering en aan de Raad van de Franse Gemeenschap overgemaakt.
Art.18. De leden van de Algemene Raad genieten het voordeel van vergoedingen voor verblijfkosten en de terugbetaling van hun vervoerkosten onder dezelfde voorwaarden als de personeelsleden van de Regeringsdiensten van de Franse Gemeenschap van rang 12.
TITEL II. -
Art. 18bis. <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> Er wordt een Hoge Raad opgericht voor iedere categorie van onderwijs bedoeld bij artikel 12 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in Hogescholen.
Art. 18ter. <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> § 1. Iedere Hoge Raad bestaat uit 11 leden die als volgt onderverdeeld worden :
1° één voorzitter en één ondervoorzitter, aangesteld overeenkomstig artikel 18sexies;
2° drie vertegenwoordigers van de inrichtende machten onder wie :
a) één voorgedragen door de Regering van de Franse Gemeenschap als vertegenwoordiger van de inrichtende macht van het onderwijs van de Franse Gemeenschap;
b) één voorgedragen door de representatieve organisatie van de inrichtende machten van het gesubsidieerd officieel onderwijs;
c) één voorgedragen door de representatieve organisatie van de inrichtende machten van het gesubsidieerd vrij onderwijs van confessionele aard;
3° drie vertegenwoordigers van de personeelsleden van de Hogescholen, voorgedragen door de representatieve vakbonden;
4° één vertegenwoordiger van de studenten, voorgedragen door het of de op communautair vlak erkende representatieve studentenverbond(en);
5° twee vertegenwoordigers van de sociale kringen, voorgedragen door de interprofessionele vakverenigingen en werkgeversverbonden.
Wanneer een niet-confessionele gesubsidieerde vrije Hogeschool of meerdere niet-confessionele gesubsidieerde vrije Hogescholen echter een onderwijs van een welbepaalde categorie inricht(en), telt de Hoge Raad voor deze onderwijscategorie een twaalfde lid voorgedragen door de representatieve organisatie van de inrichtende machten van het gesubsidieerd vrij onderwijs van niet-confessionele aard.
§ 2. Ieder lid van de Hoge Raden heeft een plaatsvervanger. Het plaatsvervangend lid mag enkel zitting houden bij afwezigheid van het werkend lid.
Art. 18ter decies. <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> De Hoge Raden vergaderen in de lokalen van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.
Art. 18quater. <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> De werkende en plaatsvervangende leden bedoeld bij artikel 18ter, § 1, lid 1, 2°, 3°, 4° en 5°, en desgevallend, paragraaf 1, lid 2, worden door de Regering aangesteld op een dubbele lijst voorgedragen door iedere betrokken groep zodat er een evenwicht wordt bereikt tussen de twee grote ideologische strekkingen.
Art. 18quater decies. <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> Er wordt een jaarlijks verslag over de werking en de activiteiten van iedere Hoge Raad overgezonden naar de Algemene Raad en de Regering.
Art. 18quinquies. <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> § 1. Het mandaat van de werkende en plaatsvervangende leden bedoeld bij artikel 18ter, § 1, lid 1, 2°, 3° en 5°, en desgevallend, § 1, lid 2, heeft een duur van vijf jaar en is hernieuwbaar.
Het mandaat van de werkende en plaatsvervangende leden bedoeld bij artikel 18ter, § 1, lid 1, 4° heeft een duur van één jaar en is hernieuwbaar.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1, lid 1, neemt het eerste mandaat van de werkende en plaatsvervangende leden bedoeld bij artikel 18ter, § 1, lid 1, 2°, 3° en 5°, en desgevallend, § 1, lid 2, een einde bij de eerste hernieuwing van de Algemene Raad.
In afwijking van paragraaf 1, lid 1, neemt het eerste mandaat van de werkende en plaatsvervangende leden bedoeld bij artikel 18ter, § 1, lid 1, 4°, een einde bij de eerste hernieuwing van de leden van de Algemene Raad bedoeld bij punt 3° van lid 1 van artikel 1 van dit besluit.
Art. 18quinquies decies. <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> Artikel 18 van dit besluit is van toepassing op de leden van de Hoge Raden.
Art. 18sexies. <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> De voorzitter en de ondervoorzitter van iedere Hoge Raad en hun plaatsvervangers worden door de Regering aangesteld, op de voordracht van de Algemene Raad, voor een periode van vijf jaar, waarbij de Regering ervoor zorgt dat de pariteit van de twee grote ideologische strekkingen in acht wordt genomen en waarbij ze voornamelijk rekening houdt met het aantal in aanmerking genomen studenten voor de financiering van het lopend jaar voor het geheel van de Hogescholen van ieder onderwijsnet in de onderwijscategorie waarvoor de Hoge Raad wordt opgericht.
In afwijking van lid 1, neemt het eerste mandaat van de voorzitter en de ondervoorzitter van de Hoge Raden en van hun plaatsvervangers een einde bij de eerste hernieuwing van de Algemene Raad.
Art. 18septies. <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> Elk lid dat overlijdt, ontslag neemt of de hoedanigheid verliest die zijn mandaat verantwoordde, wordt vervangen. De plaatsvervanger, aangewezen overeenkomstig de artikelen 18ter, 18quater en 18sexies, voltooit het mandaat van zijn voorganger.
Art. 18octies. <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> Een waarnemer van de Algemene Raad wordt aangesteld binnen iedere Hoge Raad door de Algemene Raad onder zijn werkende en plaatsvervangende leden.
Hij woont de vergaderingen bij van de Hoge Raad met raadgevende stem.
HOOFDSTUK II. -
Art. 18decies. <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> De Hoge Raad spreekt zich uit door middel van aanbevelingen, op eigen initiatief of op aanvraag van de Algemene Raad.
Hij beraadslaagt en beslist alleen geldig indien meer dan de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is.
Over iedere aanbeveling wordt gestemd.
De Hoge Raad beslist bij de meerderheid van de aanwezige leden.
Minderheidsnota's kunnen bij de aanbevelingen gevoegd worden.
Art. 18undecies. <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> De aanbevelingen van de Hoge Raden worden overgezonden naar de Algemene Raad. Ze zijn niet bindend voor de Algemene Raad.
Art. 18duodecies. <ingevoegd bij BFG 1998-01-07/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 17-01-1998> Het secretariaat van de Hoge Raad neemt het secretariaat waar van de verscheidene Hoge Raden.
Het personeel van het secretariaat woont de vergaderingen bij van de Hoge Raden met raadgevende stem.
TITEL III. -
Art.19. Het koninklijk besluit van 15 juni 1984 tot wijziging van de organisatie van de Hoge Raden en van de Vaste Raad voor het Hoger Onderwijs met het Frans als onderwijstaal en tot regeling van haar werking, wordt opgeheven.
Art.20. Dit besluit treedt in werking op 15 december 1996.
Art. 21. De Minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 januari 1997.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen,
W. ANCION