24 APRIL 1997. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan de ondergeschikte openbare besturen voor de uitvoering van verbeteringswerken aan landbouwwegen. (VERTALING).
Art. 1-16
Artikel 1. In de zin van dit besluit dient te worden verstaan onder :
- "Minister" : de Minister van Landbouw.
- "Subsidietrekker" : het ondergeschikte openbare bestuur dat als bouwheer de subsidie ontvangt.
- "Begeleidingsdienst" : de "Office wallon de Développement rural" (OWDR). Hij helpt de subsidietrekkers bij het opstellen van de nodige documenten voor de administratieve en budgettaire follow-up van de dossiers en zorgt voor het uitbrengen van het omstandige advies aan de Minister.
- "Landbouwwegen" : de gewone buurtwegen gelegen op het openbaar domein en die hoofdzakelijk stukken grond bestemd voor landbouw-, bos- of tuinbouwbedrijf ontsluiten alsmede afgelegen boerderijen. Ze worden voornamelijk gebruikt voor landbouwverkeer.
- "Verbetering van landbouwwegen" : de verbeteringswerkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig het Typebestek 300 van het Waalse Gewest, tweede uitgave van 1994, alsook zijn latere wijzigingen. Die verbeteringen mogen echter niet uitgevoerd worden op buurtwegen waarvoor sinds minder dan vijftien jaar subsidies van het Gewest werden verleend of die deel uitmaken van een bij ministerieel besluit omschreven ruilverkavelingsblok of waarvan de aanvullende ruilverkavelingsakte niet ondertekend werd.
Die werkzaamheden bestaan uit één of verscheidene van de volgende handelingen :
- graafwerken, met inbegrip van de inrichting van de cunetbodem met eventueel het aanbrengen van een geotextiel of de grondstabilisatie met cement en/of kalk;
- het schoonmaken en herprofileren van de bestaande weg;
- de herbehandeling van de bestaande fundering;
- de levering en het gebruik van steenslagfundering met een maximumbreedte van 4,60 meter en een maximumdikte van 0,5 meter;
- het aanbrengen van een verhardingslaag;
- het vervangen van beschadigde betontegels;
- de inrichtingswerken van een oppervlaktewaterafvoer- en ontwateringssysteem;
- de verbindingen met andere openbare wegen en een toegang tot de percelen;
- de aanleg van onverharde bermen, verbredingen voor het tegenkomen van voertuigen, opstelruimten en opritten die noodzakelijk zijn voor het ophalen van landbouw-, tuinbouw- en bosbouwprodukten;
- werkzaamheden inzake taludbeplantingen, bermen en overhoeken met inachtneming van de plaatselijke rechten en gewoonten op het gebied van de achteruitbouw;
- de noodzakelijke proeven voor de uitvoering van de werkzaamheden;
- de aankoop van onbebouwde onroerende goederen die voor de goede uitvoering van de bovengenoemde werkzaamheden noodzakelijk zijn.
Art.2. Met het oog op het verkrijgen van subsidies worden volgende documenten bij de ingediende projecten gevoegd :
- het voor eensluidend verklaarde afschrift van de beslissing waarbij de subsidietrekker het project goedkeurt, de wijze van gunning van de opdracht kiest, de voorwaarden vaststelt en de subsidies aanvraagt;
- het bestek van de werkzaamheden, de beschrijvende en samenvattende opmetingsstaten, het inschrijvingsmodel en de uitvoeringsplannen;
- de kostenraming van de werkzaamheden met, zo nodig, de kosten van de voorafgaande proeven;
- een toelichtende nota over de wijze waarop de eenheidsprijzen worden vastgesteld;
- het attest van de subsidietrekker dat bevestigt dat sinds minder dan vijftien jaar geen subsidiëring werd toegekend voor de aanleg van de bovenvermelde wegen;
- het attest van de subsidietrekker dat vaststelt dat hij over de noodzakelijke stukken grond beschikt voor de uitvoering van de werkzaamheden;
- in geval van aankoop van onbebouwde onroerende goederen, een grondinnemingsdossier met een door het Aankoopcomité van onroerende goederen opgemaakte schatting van hun waarde;
Art.3. Het project betreffende de verbetering van landbouwwegen wordt door de subsidietrekker opgemaakt en toegestuurd aan de begeleidingsdienst die het aan de goedkeuring van de Minister onderwerpt.
Art.4. De betekening aan de subsidietrekker van de goedkeuring van het project en van de subsidiepercentages door de Minister geldt als principiële belofte dat die toegekend zal worden.
Art.5. Binnen drie maanden vanaf de in artikel 4 bedoelde betekening van de principiële belofte zorgt de subsidietrekker voor de opening van de inschrijvingen. Daarna stuurt hij het volledige dossier betreffende de gunning van de opdracht aan de Minister toe via de begeleidingsdienst. De principiële belofte vervalt bij het verstrijken van die termijn.
Art.6. De Minister neemt een besluit tot toekenning van de subsidies en zorgt voor de budgettaire vastlegging van de kosten. Het bedrag van de subsidie wordt aan de subsidietrekker betekend op basis van de goedgekeurde inschrijving. Voor de berekening van de subsidie komt het bedrag van de kosten van de subsidiabele werkzaamheden (BTW inbegrepen) in aanmerking. Die kosten worden vastgesteld door de aanbesteding en worden forfaitair verhoogd met 5% wegens studiekosten, voorafgaande geotechnische proevenkosten en controlekosten van de materialen. In geval van aankoop van onbebouwde onroerende goederen worden die kosten verhoogd met het bedrag van de schatting die door het Aankoopcomité van onroerende goederen of door de Ontvanger van de Registratie wordt opgemaakt. De andere algemene kosten vermeld door de subsidietrekker worden niet gesubsidieerd.
Art.7. Binnen de perken van de budgettaire kredieten bedraagt het in artikel 2, 2° van het besluit van de Regent bedoelde percentage van de subsidie 60% van het in artikel 6 vastgestelde bedrag.
In geval van plantwerkzaamheden kan de Minister een verhoging van de tegemoetkoming toekennen voor het geheel van de werkzaamheden die in aanmerking komen. De maximumverhoging van het percentage van de subsidie met 20% wordt alleen toegekend op voorwaarde dat beplantingen langs de weg staan aan weerszijden en op de gehele lengte daarvan.
Die beplantingen bestaan uit soorten die opgenomen zijn in het door het Waalse Gewest uitgegeven "Fichier écologique des essences" (Milieubestand van boomsoorten) of in de in artikel 8 van het besluit van de Waalse Regering van 6 februari 1995 vermelde tabel. Ze worden ingericht hetzij als al dan niet te snoeien lijnvormige hagen met een op het soort afgestemde dichtheid, hetzij als hoge lijnvormige stengels met een maximumwijdte van 10 meter.
Art.8. In elk geval mag de gewestelijke subsidie niet hoger zijn dan 80% van de globale kosten van de werkzaamheden. Andere tegemoetkomingen dan die van de subsidietrekker worden afgetrokken van het globale bedrag van de te subsidiëren kosten.
Art.9. Het volledige dossier betreffende de gunning van de opdracht bestaat uit de voor eensluidend verklaarde afschriften van de volgende documenten :
- de beslissing waarbij de subsidietrekker de datum van de opening van de inschrijvingen en, zo nodig, de lijst van de te raadplegen ondernemingen vaststelt;
- het proces-verbaal van de opening van de inschrijvingen;
- het verslag over de aanbesteding;
- de inschrijving ingediend door de aannemer die aangewezen is door de subsidietrekker;
- de vergelijkende tabel van de eenheidsprijzen van de ingediende inschrijvingen;
- de beslissing waarbij de subsidietrekker de aanwijzing van de aannemer met redenen omkleedt.
Art.10. De Minister kan de aanwending van de toegekende subsidies laten controle
en.
Art.11. § 1. Het definitieve bedrag van de subsidie wordt berekend op basis van het werkelijke bedrag van de gesubsidieerde werkzaamheden dat in de eindafrekening wordt vermeld, met inbegrip van de in artikel 6 bepaalde kosten die beperkt zijn tot 5% van het globale bedrag van de werkzaamheden. Als het bedrag van de eindafrekening van de gesubsidieerde werkzaamheden kleiner is dan hetgeen dat aanvankelijk in aanmerking werd genomen voor de berekening van de subsidie, wordt het bedrag van deze subsidie herzien op grond van de werkelijke kosten van deze werkzaamheden.
§ 2. De Minister kan aanvullende subsidies toekennen voor werkzaamheden verricht om ondernemingen uit te breiden die niet konden worden voorzien bij het uitwerken van het oorspronkelijke project en die nu noodzakelijk blijken voor de goede uitvoering daarvan. In dit geval mag de aanvullende subsidie niet hoger zijn dan 10% van de oorspronkelijke subsidie.
Art.12. In geval van aankoop van onbebouwde onroerende goederen wordt het definitieve bedrag van de subsidie vastgesteld op basis van de aankoopakte van het goed waarvan een voor eensluidend verklaard afschrift wordt toegestuurd aan de begeleidingsdienst.
Art.13. § 1. Naar evenredigheid van de werkelijk uitgevoerde werkzaamheden kan de Minister voorschotten op de toegekende subsidies uitbetalen.
§ 2. De subsidie wordt uitbetaald tegen overlegging van een aangifte van een schuldvordering van de subsidietrekker gestaafd met een stand van de werkzaamheden.
Art.14. Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 13 juli 1989 betreffende de toekenning van subsidies aan de ondergeschikte openbare besturen voor de uitvoering van verbeteringswerken aan landbouwwegen wordt opgeheven.
Art.15. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 16. De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 24 april 1997.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
R. COLLIGNON
De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,
G. LUTGEN