20 FEBRUARI 1997. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 1993 tot instelling van tegemoetkomingen voor de oprichting, de uitbreiding en de omschakeling van bedrijven door de indienstneming en opleiding van werknemers te bevorderen (VERTALING).
Art. 1-13
Artikel 1. In artikel 1, § 3, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 1993 tot instelling van tegemoetkomingen voor de oprichting, de uitbreiding en de omschakeling van bedrijven door de indienstneming en opleiding van werknemers te bevorderen, worden de woorden " Fonds communautaire pour l'intégration sociale et professionnelle des personnes handicapées (Gemeenschapsfonds voor de sociale integratie van minder-validen en hun inschakeling in het arbeidsproces) " vervangen door de woorden " Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées (Waals agentschap voor de integratie van gehandicapte personen) ".
Art.2. In artikel 2, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden " of dat vreemde monitors of technici een opleiding in het bedrijf verzekeren " geschrapt.
Art.3. In artikel 3, § 1, 1°, van het hetzelfde besluit worden de woorden " van minstens vier weken " geschrapt.
Art.4. Artikel 3, § 1, 3°, van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd :
" 3° moeten gericht zijn op de uitwerking, voor de eerste keer, van een systeem van de hoogste kwaliteit voor de toepassing van het reglement van de internationale normen ISO 9.001 tot 9.004 - uitgave van 1 juli 1994. Wanneer het bedrijf verplicht is de door het Waalse Gewest, de Federale Staat of de Europese Gemeenschap opgelegde wetten, decreten, besluiten, verordeningen of richtlijnen na te leven, komen de opleidingen echter niet in aanmerking voor subsidies. ".
Art.5. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd :
" Art. 6. De in artikel 3, § 1, 1° en 2° bedoelde opleidingen mogen niet langer duren dan :
1° gemiddeld 150 uur per werknemer;
2° 25 000 uur per dossier.
De in artikel 3, § 1, 3° bedoelde opleidingen mogen niet langer duren dan :
1° gemiddeld 40 uur per werknemer;
2° 6 000 uur per dossier. ".
Art.6. Artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd :
" § 1. Wat de in artikel 3, § 1, bedoelde opleidingskosten betreft, is de tegemoetkoming gelijk aan :
1° 30 % van de door het bedrijf gemaakte uitgaven voor de opleiding van de werknemers die er tewerkgesteld zijn;
2° 40 % van de door het bedrijf gemaakte uitgaven voor het scheppen van vijf nieuwe betrekkingen of in geval van een uitbreiding of een omschakeling die goed is voor een netto-banentoename gelijk aan minstens 25 % van het aantal ter plaatse opgeleide werknemers;
3° 50 % van de door het bedrijf gemaakte uitgaven voor de opleiding van de in artikel 1, § 1, 4°, bedoelde werkzoekenden;
4° 70 % van de door het bedrijf gemaakte uitgaven voor de opleiding van de in artikel 1, § 1, 5°, bedoelde langdurige werkzoekenden. ".
Art.7. Artikel 7, § 3, van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd :
" § 3. De tegemoetkoming is beperkt tot 4 miljoen frank per bedrijf. ".
Art.8. In hetzelfde besluit wordt een als volgt luidend artikel 8bis ingevoegd :
" Art. 8bis. Voor de berekening van de nieuwe betrekkingen of van de handhaving van de in de artikelen 4, 7 en 8 bedoelde bestaande betrekkingen, wordt verstaan onder :
1° bestaande betrekkingen, het gemiddelde aantal werknemers, zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid, berekend op grond van een voltijdse baan en op basis van de statistieken van de vier trimesters voorafgaand aan het trimester in de loop waarvan de in artikel 10 bedoelde overeenkomst is begonnen;
2° nieuwe betrekkingen, het verschil tussen het aantal werknemers, zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid, berekend op grond van een voltijdse baan en op basis van de statistieken van het trimester in de loop waarvan de in artikel 10 bedoelde overeenkomst is geëindigd, en het in 1° bedoelde gemiddelde aantal werknemers.
Wanneer dat verschil niet overeenstemt met de in de artikelen 4, 7 en 8 bedoelde doelstellingen inzake handhaving van banen of schepping van nieuwe betrekkingen, wordt het aantal werknemers, berekend op grond van een voltijdse baan en op basis van de statistieken van het trimester in de loop waarvan de overeenkomst is geëindigd, vergeleken met het aantal werknemers, berekend op grond van een voltijdse baan en op basis van de statistieken van het overeenkomende trimester onder de vier trimesters voorafgaand aan het trimester in de loop waarvan de in artikel 10 bedoelde overeenkomst is begonnen.
Als de in de artikelen 4 en 8 bedoelde voorwaarden niet in acht worden genomen, wordt een einde gemaakt aan de in artikel 7 bedoelde tegemoetkoming en wordt het reeds gestorte deel ervan terugbetaald. ".
Art.9. In hetzelfde besluit wordt een als volgt luidend artikel 8ter ingevoegd :
" Art. 8ter. Wanneer een bedrijf een door de Regering goedgekeurd herstructureringsplan voorstelt, kan de Minister, na eenparig advies van het beheerscomité van de Dienst, afwijken van de regel bedoeld in artikel 4, derde lid, alsook van de opleidingsduur bedoeld in artikel 6, eerste lid, en van het maximum bedoeld in artikel 7, § 3. ".
Art.10. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd :
" Art. 9. § 1. Stages in het buitenland worden slechts in aanmerking genomen als ze minstens vijf dagen duren.
De tegemoetkoming voor opleidingsstages van werknemers in het buitenland heeft, behalve de lonen en lasten, betrekking op de reiskosten (heen- en terugreis/één per bestemmingsland), alsook op de verblijfkosten en -vergoedingen.
§ 2. De tegemoetkoming voor de monitors wordt berekend op grond van het aantal dagen die, al naar gelang het beroep, aan de effectieve opleiding worden besteed, en op het aantal stagiairs die ze opleiden.
De tegemoetkoming wordt in haar geheel verleend indien zij betrekking heeft op minstens vijf werknemers, anders wordt ze berekend naar rata van het aantal opgeleide werknemers.
§ 3. In afwijking van § 2 komen de monitors, in het kader van de in artikel 3, § 1, 3°, bedoelde opleidingen, niet in aanmerking voor een tegemoetkoming. "
Art.11. In artikel 11, § 2, worden de woorden " Ten laatste op het ogenblik van het begin van de bedoelde industriële activiteit " vervangen door de woorden " Ten laatste, op straffe van verval, binnen twee maanden na de aanvankelijke aanvraag of vóór het begin van de bedoelde industriële activiteit die het voorwerp is van de opleiding. ".
Art.12. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Art. 13. De Minister van Tewerkstelling en Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 20 februari 1997.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
R. COLLIGNON
De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming,
J.-C. VAN CAUWENBERGHE