24 NOVEMBER 1997. - [Koninklijk besluit ter uitvoering, voor het stelsel van de jaarlijkse vakantie van de werknemers, van sommige bepalingen van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het "handvest" van de sociaal verzekerde, en tot wijziging van artikel 23 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.] (KB 2002-03-11/37, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 08-04-2002) (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 23-12-1997 en tekstbijwerking tot 29-03-2002)
Art. 1, 1bis, 2-3
Artikel 1. <KB 2002-03-11/37, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 08-04-2002> § 1. Voor de toepassing van artikel 3, eerste lid, van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het " handvest " van de sociaal verzekerde, moet onder dienstige inlichting worden verstaan, elke inlichting die aan de sociaal verzekerde, in het licht van zijn verzoek, aanwijzingen kan geven over zijn individuele toestand inzake vakantiegeld ten laste van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie of van de Bijzondere Vakantiefondsen. Deze aanwijzingen hebben inzonderheid betrekking op de toekenningsvoorwaarden van het vakantiegeld en op de elementen die voor de vaststelling van het bedrag ervan in aanmerking genomen worden.
§ 2. De termijn van 45 dagen bepaald in artikel 3, vierde lid, van de in § 1 genoemde wet, gaat in op de datum waarop het verzoek om inlichtingen door de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie of het bijzonder vakantiefonds, bevoegd om ze te beantwoorden, werd geregistreerd.
Artikel 1bis. <Voorheen artikel 1. Nummer veranderd bij KB 2002-03-11/37, art. 15> Artikel 23 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 juni 1979 en 21 december 1992, wordt aangevuld met een § 4, luidend als volgt :
" § 4. De verplichte vermeldingen die moeten voorkomen in de mededelingszone van de betalingsorders van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie en de bijzondere vakantiefondsen zijn de naam en voornaam van de rechthebbende, de aard en de periode waarop de betaling betrekking heeft, evenals het referentienummer. "
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 november 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN